27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel VII.III.75 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Art. 7.III.75. De in de artikelen 48 en 50, tweede lid, van de wet bedoelde selectiecommissie, hierna " de plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef " genoemd, wordt voorgezeten door, naar gelang van het geval, de burgemeester of de voorzitter van het politiecollege, en is bovendien samengesteld uit de volgende bijzitters :
1° een korpschef die een mandaat uitoefent van ten minste dezelfde categorie als het te begeven mandaat.
Is het te begeven ambt, een ambt van categorie 5 dan kan, in voorkomend geval, hetzij een gewezen korpschef van categorie 5, hetzij een korpschef die een mandaat van categorie 4 uitoefent, worden aangewezen;
2° een bestuurlijke directeur-coördinator of eventueel een gerechtelijke directeur, uit een ander ambtsgebied dan datgene waarin de gemeente of de meergemeentenzone waarin het ambt van korpschef wordt begeven, is gelegen of, in voorkomend geval, een gewezen bestuurlijke directeur-coördinator;
3° een deskundige die niet behoort tot het betrokken lokaal politiekorps en die doet blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef relevante beroepservaring;
4° de gouverneur of de door hem aangewezen arrondissementscommissaris;
5° de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de gemeente of de meergemeentezone waarin het ambt van korpschef wordt begeven, is gelegen;
6° de inspecteur-generaal of de door hem aangewezen adjunct-inspecteur generaal. ";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd :
" De bijzitters bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°, worden aangewezen door de gemeente- of de politieraad. ";
3° in het vierde lid, waarvan de bestaande tekst het vijfde lid zal worden vormen, de woorden " voor elke bijzitter " vervangen door de woorden " voor elke bijzitter bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°. ".
Art.2. De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende selectieprocedures van korpschef worden verdergezet overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren op de dag voorafgaand aan die inwerkingtreding.
Art. 3. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL.