30 MAART 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1998 houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het personeel van de gesloten centra onder het beheer van de Dienst Vreemdelingenzaken.
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 december 1998 houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het personeel van de gesloten centra onder het beheer van de Dienst Vreemdelingenzaken, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 12 december 2000 en 3 mei 2002, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De bedragen van de toelage vermeld in artikel 1 worden als volgt vastgesteld :
1° voor de zondagprestaties : per uur prestatie 1/1976e van de jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd, indien het geval zich voordoet, met de toelage voor de uitoefening van hogere functies;
2° voor de zaterdagprestaties : per uur prestatie 50 % van 1/1976e van de jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd, indien het geval zich voordoet, met de toelage voor de uitoefening van hogere functies;
3° voor de nachtprestaties : per uur prestatie 2,50 EUR.
§ 2. De in § 1, 3°, bedoelde toelage is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
§ 3. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, de toelagen en de premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten is niet van toepassing ten aanzien van de in de § 1 bedoelde toelagen in geval :
1° van afwezigheid wegens een arbeidsongeval bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector;
2° van afwezigheid gewettigd door het bekomen van verlof of werkonderbreking bedoeld in de artikelen 39, 42 en 43 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en in artikel 18 van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.
In dit geval worden de bedragen van de toelagen vastgesteld rekening houdend met het op het betrokken personeelslid van toepassing zijnde arbeidstijdregeling. "
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2006.
Brussel, 30 maart 2007.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Minister van Begroting,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE.