15 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de deelname aan en het afleggen van de externe evaluatie, die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift, van de verworven kennis van leerlingen (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-10-2006 en tekstbijwerking tot 23-02-2018)
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. De onderwijsinrichtingen die, overeenkomstig het decreet van 17 juli 2002, in aanmerking komen voor een afwijking van het referentiesysteem voor de basisvaardigheden, delen uiterlijk op 30 november van het lopende schooljaar mee aan de Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek of ze al dan niet deelnemen aan de externe evaluatie die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift.
Art.2. § 1. In het gespecialiseerd basisonderwijs worden de leerlingen die ingeschreven zijn in de maturiteitsgraden twee en drie, betrokken bij de externe evaluatie georganiseerd voor de leerlingen van het tweede jaar van het gewoon lager onderwijs en worden de leerlingen ingeschreven in de maturiteitsgraad vier betrokken bij de externe evaluatie georganiseerd voor de leerlingen van het vijfde jaar van het gewoon lager onderwijs.
In het gespecialiseerd secundair onderwijs worden de leerlingen die vorm 3 volgen en de leerlingen van het tweede jaar van vorm 4 betrokken bij de externe evaluatie georganiseerd voor de leerlingen van het tweede jaar van het gewoon secundair onderwijs.
§ 2. Er wordt aan de Klassenraden van de inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs de vrijheid van handeling gegeven om te beoordelen welke leerlingen bedoeld in § 1 onderworpen zijn aan de externe evaluatie in functie van de leerprocessen bereikt door elke leerling.
§ 3. De inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs lichten de Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek in over het aantal leerlingen die uiterlijk op 30 oktober van het lopende schooljaar onderworpen zullen worden aan de externe evaluatie.
Art.3.De Inrichtende macht die de resultaten niet wenst te geven van de leerlingen waarmee hij belast is aan de betrokken dienst voor pedagogische animatie, deelt dit mee aan het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan waarbij hij aangesloten is, [1 ...]1 uiterlijk op 30 november van het lopende schooljaar.
De vertegenwoordigings- en coördinatieorganen lichten de Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderzoek en Wetenschappelijk Onderzoek in hierover die de informatie aan de inspectiediensten doorgeeft.
----------
(1)<BFG 2017-12-20/26, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 05-03-2018>
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.
Art. 5. De Minister tot wier bevoegdheid het Leerplichtonderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.