13 JULI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de personen die ertoe gemachtigd zijn om dieren van de categorie "grof wild" te vernietigen en te vervoeren om sanitaire redenen alsook de door die personen te vervullen voorwaarden (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-08-2006 en tekstbijwerking tot 21-09-2012)
HOOFDSTUK I. - Het doodschieten van grof wild om sanitaire redenen en hun vervoer.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepaling.
Art. 6
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 7-9
HOOFDSTUK I. - Het doodschieten van grof wild om sanitaire redenen en hun vervoer.
Artikel 1.In het kader van de kaderovereenkomst gesloten door het Waalse Gewest en de "Faculté de médecine vétérinaire de l'Université de Liège", worden de personeelsleden van [1 het Departement Natuur en Bossen]1, alsook de betrokken houders van het jachtrecht die beschikken over een geldig jachtverlof waarop ze zich kunnen beroepen, ertoe gemachtigd om sanitaire redenen dieren van de categorie grof wild dood te schieten indien ze duidelijk en sterk verzwakt, gewond of ziek zijn, onder de volgende voorwaarden :
1° elk sanitair schieten door een personeelslid van [1 het Departement Natuur en Bossen]1 op een gegeven grondgebied vereist de schriftelijke overeenstemming van de houder van het jachtrecht op dat grondgebied;
2° elk sanitair schieten door een houder van het jachtrecht op zijn grondgebied vereist de voorafgaande overeenstemming of het verzoek van de houtvester van de territoriaal bevoegde Afdeling Natuur en Bossen, in aanwezigheid van de plaatselijke bosambtenaar;
3° elk sanitair schieten wordt verplicht uitgevoerd d.m.v. kogels.
----------
(1)<BWG 2012-09-13/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
Art.2. Vóór elk vervoer van de huid van het doodgeschoten dier, wordt een traceerbaarheidsband geplaatst door de plaatselijke bosambtenaar, die ook een proces-verbaal opmaakt waarbij wordt bevestigd dat het dier afgeschoten werd of dood is, en dat overeenstemt met hetgeen dat gebruikt wordt in het kader van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 april 1993 betreffende het Afschotplan voor de jacht op edelhert.
Art.3.De houtvester neemt alle noodzakelijke maatregelen met het oog op het vervoer voor analyse door de "Faculté de médecine vétérinaire de l'Université de Liège" van de gehele huid van het doodgeschoten dier, waarvan de ingewanden niet verwijderd zijn, met inbegrip van de eventuele trofee; in geen geval mogen de wildbraad en de trofee worden overhandigd aan de schieter of aan de houder van het jachtrecht op het grondgebied waar het dier werd doodgeschoten.
Elk sanitair schieten wordt opgenomen in een informatieverslag van de houtvester aan de directeur van [1 het Departement Natuur en Bossen]1, waarin de symptomen worden beschreven die het doodschieten van het dier hebben vereist, en waarin de datum staat vermeld waarop de gehele huid ontvangen werd door de "Faculté de médecine vétérinaire de l'Université de Liège". Bij dat verslag moet een afschrift van voornoemd proces-verbaal, behoorlijk aangevuld door de plaatselijke bosambtenaar, worden gevoegd.
----------
(1)<BWG 2012-09-13/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
Art.4.Na analyse van het dier door de "Faculté de médecine vétérinaire de l'Université de Liège", verzendt deze de wildbraad naar het vilbeluik en overhandigt de eventuele trofee aan het "Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du [1 Département de l'Etude du Milieu naturel et agricole" (Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Departement Onderzoek van het Natuurlijk en Landbouwmilieu)]1.
----------
(1)<BWG 2012-09-13/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
Art.5. De leden van de Dienst Bacteriologie van de Faculteit Diergeneeskunde van de "Université de Liège", alsook de medewerkers op wie deze dienst een beroep doet, worden ertoe gemachtigd, in het kader van de werken betreffende de in artikel 1 bedoelde kaderovereenkomst, te allen tijde dood wild te vervoeren op het hele grondgebied van het Waalse Gewest.
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepaling.
Art.6. Indien een sanitair schieten wordt uitgevoerd tijdens de opening van het jachtseizoen, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, wordt het doodgeschoten dier niet opgenomen in het eventuele jachtplan van het jachtgrondgebied waar het werd afgeschoten.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.7.De in artikelen 1 en 5 van dit besluit bedoelde machtigingen zijn geldig te allen tijde en op het hele grondgebied van het Waalse Gewest [1 ...]1.
----------
(1)<BWG 2012-09-13/03, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.
Art. 9. De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 13 juli 2006.
De Minister-President,
E. DI RUPO
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
B. LUTGEN.