Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot regeling van de voorwaarden voor het toekennen van bijkomende middelen aan de academiën voor de hulp voor het welslagen (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten worden aanvullende middelen toegekend aan de academiën voor het organiseren van activiteiten voor de hulp voor het welslagen bepaald in artikel 83, § 1 van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten.

Art.2. De middelen uitgetrokken op het in artikel 1 bepaald begrotingsartikel worden op volgende manier verdeeld onder de academiën : 50 % naar rata van het aantal studenten die voor de eerste keer ingeschreven zijn in een eerste studiejaar van de graad bachelor in de universitaire instellingen die lid zijn van elke academie tijdens het academiejaar dat voorafgaat op het begrotingsjaar en 50 % naar rata van het aantal studenten van deze categorie die gerechtigd zijn op verminderde rechten.

Art.3. 10 % van de middelen worden door de academiën wederoverdragen naar de CIUF (de interuniversitaire raad van de Franse Gemeenschap) met het oog op het in gemeenschap brengen en de coördinatie van de ontwerpen in het werk gesteld door de academiën en het identificeren van goede praktijken.
  De CIUF is ermee belast het opmaken van een activiteitenverslag te coördineren om het bewijs te leveren dat de middelen gebruikt werden voor het organiseren van de activiteiten bepaald in artikel 1 en het delen van de ervaring en het identificeren van goede praktijken overeenkomstig lid 1.

Art.4. Het geheel bedrag verleende middelen of een deel ervan moeten worden terugbetaald :
  a) als de voorwaarden voor de verlening van de middelen niet in acht worden genomen;
  b) als de verleende middelen niet gebruikt zijn geweest waarvoor ze toegekend werden;
  c) als de stukken tot bewijs van de kosten gedekt door de verleende middelen ongenoegzaam zijn.

Art. 5. De Minister tot wier bevoegdheden het Hoger Onderwijs behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 2 juni 2006.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen,
  Mevr. M.-D. SIMONET.