Details





Titel:

10 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-12-2006 en tekstbijwerking tot 25-01-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-9, 9/1, 9/2, 10-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992035781  1997035056  1997035127 



Uitvoeringsbesluit(en):

2008036449 



Artikels:

Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op het basisonderwijs, het voltijds gewoon secundair onderwijs, de opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, [2 het volwassenenonderwijs]2 en het deeltijds kunstonderwijs. Dit besluit is, met het oog op de uitreiking van eindstudiebewijzen, identiek aan die van het voltijds gewoon secundair onderwijs, eveneens van toepassing op de algemene vorming van het deeltijds beroepssecundair onderwijs en op de algemene vorming van de leertijd.]1
  ----------
  (1)<BVR 2008-10-24/64, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
  (2)<BVR 2018-05-04/24, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° dagen : schooldagen;
  2° indiener : de inrichtende macht, [1 het school- of centrumbestuur]1 of het bestuur of de gemandateerde ervan.
  ----------
  (1)<BVR 2008-10-24/64, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>

Art.3.[1 Bij de beoordeling van een leerplan houdt de inspectie, vermeld in titel IV van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, rekening met de volgende criteria:
   1° in het basisonderwijs:
   a) het leerplan beantwoordt aan de bepalingen, vermeld in artikel 45 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; voor het kleuteronderwijs worden de ontwikkelingsdoelen en voor het gewoon lager onderwijs worden de eindtermen letterlijk opgenomen;
   b) alle leerplannen worden in samenhang ingediend;
   c) de doelgroep wordt vermeld; de administratieve benamingen van de leerlingengroepen voor wie het leerplan bestemd is, worden vermeld;
   d) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen;
   e) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;
   f) het leerplan vertoont consistentie met de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen;
   g) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering;
   2° in het voltijds gewoon secundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs:
   a) het leerplan beantwoordt aan de bepalingen, vermeld in artikel 147/3 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010; de eindtermen worden letterlijk opgenomen;
   b) alle leerplannen die aansluiten bij het curriculumdossier in kwestie, worden in samenhang ingediend;
   c) de doelgroep wordt vermeld; de benaming van het structuuronderdeel of de structuuronderdelen waarvoor het leerplan bestemd is, wordt vermeld;
   d) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen;
   e) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;
   f) het leerplan vertoont consistentie met de doelen van het curriculumdossier;
   g) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering;
   3° in het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs:
   a) de doelgroep wordt vermeld; de administratieve benamingen van de leerlingen- of cursistengroepen voor wie het leerplan bestemd is, worden vermeld;
   b) het leerplan bevat ten minste herkenbaar de doelstellingen die noodzakelijk zijn om, in voorkomend geval, de eindtermen, de specifieke eindtermen, de basiscompetenties of de erkende beroepskwalificaties te bereiken; bij ontstentenis van eindtermen, specifieke eindtermen, basiscompetenties of erkende beroepskwalificaties, legt de indiener zelf de onderwijskundige doelen vast;
   c) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van centra, academies, leraren, lerarenteams, cursisten of leerlingen;
   d) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;
   e) het leerplan bevat geen doelstellingen die tegenstrijdig zijn met vastgelegde eindtermen, specifieke eindtermen, basiscompetenties of erkende beroepskwalificaties;
   f) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-05-04/24, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.4.Een leerplan wordt ingediend bij de bevoegde inspecteur-generaal uiterlijk op 31 januari voorafgaand aan het schooljaar waarop het leerplan van kracht wordt.
  [1 De datum, vermeld in het eerste lid, kan enkel worden overschreden in het geval van goedkeuring door de Vlaamse Regering, met toepassing van de termijnen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs, van een al dan niet gewijzigd curriculumdossier secundair onderwijs waarop het leerplan aansluit. Alsdan kan het leerplan worden ingediend tot uiterlijk één maand na voormelde goedkeuring]1.
  Een leerplan dat een negatief advies heeft gekregen, kan niet opnieuw worden ingediend in ongewijzigde vorm.
  ----------
  (1)<BVR 2018-05-04/24, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.5. § 1. De Onderwijsinspectie kan de volgende adviezen uitbrengen :
  1° advies tot definitieve goedkeuring;
  2° advies tot tijdelijke goedkeuring, beperkt tot één of meer schooljaren;
  3° negatief advies.
  Ieder advies wordt gemotiveerd. Uiterlijk drie maanden na de indiening van het leerplan wordt de indiener door de Onderwijsinspectie met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van het uitgebrachte advies. Als de indiener binnen die termijn niet geïnformeerd werd over het advies, moet het advies beschouwd worden als een advies tot definitieve goedkeuring.
  § 2. De Onderwijsinspectie kan eveneens een gemotiveerd advies tot opheffing van de goedkeuring uitbrengen voor al goedgekeurde leerplannen. Dat advies tot opheffing van de goedkeuring wordt ten minste twee schooljaren voor de vastgestelde vervaldatum gemeld aan de indiener van het leerplan.
  § 3. Ook de indiener van een leerplan kan een voorstel tot opheffing van de goedkeuring van het leerplan formuleren. Hij kan de datum van opheffing zelf bepalen.

Art.6. De indiener kan binnen twintig dagen na ontvangst van een negatief advies met een aangetekende brief een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 7.
  De indiener kan binnen twee maanden na ontvangst van een advies tot opheffing van de goedkeuring met een aangetekende brief een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 7.

Art.7.[1 Er wordt een beroepscommissie van acht leden opgericht. Die commissie is samengesteld uit enerzijds vier afgevaardigden van het betrokken onderwijsniveau of, als het bezwaar een leerplan voor de algemene vorming van de leertijd betreft, uit vier afgevaardigden van [2 de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]2, en anderzijds vier afgevaardigden van de Vlaamse Regering.]1
  De afvaardiging van het onderwijsniveau is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van het officieel onderwijs en vertegenwoordigers van het vrij onderwijs. Er zijn evenveel plaatsvervangers als effectieve afgevaardigden.
  De afvaardiging van de Vlaamse Regering is als volgt samengesteld :
  1° de bevoegde inspecteur-generaal, die als voorzitter fungeert, of een afgevaardigde;
  2° twee leden van de Onderwijsinspectie;
  3° de leidinggevende van de entiteit Curriculum of een afgevaardigde.
  Iemand die betrokken was bij de totstandkoming van het negatieve advies of het advies tot opheffing van de goedkeuring, kan geen zitting hebben in de beroepscommissie.
  De beroepscommissie stelt zelfstandig haar eigen huishoudelijk reglement op.
  ----------
  (1)<BVR 2008-10-24/64, art. 46, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
  (2)<BVR 2020-11-20/11, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.8. Voor de beroepscommissie haar eindadvies uitbrengt, moet ze de indiener van het leerplan en de adviserende inspecteurs horen en hen inzage geven in het dossier.
  Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art.9. De beroepscommissie deelt haar eindadvies over het beroep aan de Vlaamse Regering mee binnen twintig dagen nadat de indiener het beroep heeft aangetekend.
  Uiterlijk tien dagen na de beslissing van de Vlaamse Regering moet de inspecteur-generaal de indiener van het beroepschrift op de hoogte hebben gebracht van de beslissing.

Art.9/1. [1 In afwijking van artikel 3, 4 en 5 van dit besluit worden door de Vlaamse Regering goedgekeurde leerplannen die een wijziging behoeven uitsluitend omwille van technische aanpassingen aan een structuuronderdeel secundair onderwijs, al dan niet onderwijskwalificatie, enkel ter kennisgeving en voorafgaand aan het schooljaar waarin dat gewijzigd leerplan van kracht wordt bij de inspectie-generaal ingediend.
   Onder technische aanpassingen worden de aanpassingen verstaan als vermeld in, naargelang van het geval:
   1° artikel 6/1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 tot vaststelling van de indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen in het secundair onderwijs dat niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leidt, of
   2° artikel 8/1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur inzake de erkenning van onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.9/2. [1 In afwijking van artikel 3, 4 en 5 van dit besluit zijn de leerplannen die betrekking hebben op de structuuronderdelen van het eerste leerjaar van de tweede graad voor wat het schooljaar 2021-2022 betreft van rechtswege goedgekeurd als die leerplannen:
   a) hetzij al uiterlijk 10 april 2021 ter goedkeuring bij de inspectie-generaal werden ingediend, vervolgens worden goedgekeurd maar nadien een wijziging behoeven uitsluitend ingevolge een wijziging met ingang van 1 september 2021 van de matrix of van de samenstelling van structuuronderdelen met een of meer beroepskwalificaties, deelkwalificaties of sets van competenties als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs;
   b) hetzij na 10 april 2021 voor het eerst ter goedkeuring bij de inspectie-generaal worden ingediend uitsluitend ingevolge een wijziging met ingang van 1 september 2021 van de matrix als vermeld in hetzelfde besluit van 1 juni 2018.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 19, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.10. De volgende regelingen worden opgeheven :
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1992 tot vaststelling van de goedkeuringsmodaliteiten van leerplannen;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het basisonderwijs;
  3° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het secundair onderwijs.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.