Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

29 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs.



Inhoudstafel:


Art. 1-13
Y. LETERME
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
F. VANDENBROUCKE
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991030535 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 december 1998 en van 28 november 2003, wordt punt a) vervangen door wat volgt :
  " a) de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de instellingen voor buitengewoon basis- en secundair onderwijs met volledig leerplan, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; "

Art.2. In artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt punt 71 vervangen door wat volgt :
  " 71. a) het certificaat kinderzorg, uitgereikt in het experimenteel modulair beroepssecundair onderwijs;
  b) het certificaat begeleider in de kinderopvang, uitgereikt in het experimenteel modulair beroepssecundair onderwijs. "

Art.3. In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt een punt 6°ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 6°ter. Voor het ondersteunend personeel wordt bedoeld met :
  1°) een bekwaamheidsbewijs van het niveau HOKT : een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 7, punt 12° tot en met 42°, met uitzondering van het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie en het pedagogische getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs;
  2°) een bekwaamheidsbewijs van het niveau HOLT : een van de basisdiploma's vermeld in artikel 7, punt 1° tot en met 11°;
  3°) een bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair onderwijs :
  a) een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 7, punt 47° tot en met 56°;
  b) de studiebewijzen die hieronder vermeld zijn als ASBO, HSBO, HSTO en HSKO. "

Art.4. In artikel 8, § 4, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, artikel 11, § 1, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, artikel 12, § 1, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, en artikel 13bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de woorden " bijlage I " telkens vervangen door de woorden " bijlagen I en II ".

Art.5. In artikel 10, § 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt het woord " 14septies " vervangen door het woord " 14nonies ".

Art.6. Aan artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 december 1998 en 28 november 2003, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 3. De personeelsleden die tijdelijk belast worden met een andere opdracht in een niet-vacante betrekking in een ambt waarvoor de titularis de weddeschaal 106 ontvangt, krijgen de toelage voor het uitoefenen van een beter bezoldigde opdracht. "

Art.7. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt een artikel 14octies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 14octies. § 1 Overgangsmaatregelen worden toegekend aan de personeelsleden in het buitengewoon secundair onderwijs, met uitzondering van de internaten, die :
  1° uiterlijk op 31 augustus 2006 op grond van de reglementering die op die datum gold, vastbenoemd waren in een ambt van het opvoedend hulppersoneel of van het administratief personeel;
  2° tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in een wervingsambt van de categorie van het opvoedend hulppersoneel of met een opdracht in de categorie van het administratief personeel in de loop van de schooljaren 2003-2004, 2004-2005 of 2005-2006.
  § 2. De overgangsmaatregelen gelden voor de ambten van het ondersteunend personeel.
  § 3. De personeelsleden, vermeld in § 1, die :
  1° op basis van de reglementering die van kracht was vóór 1 september 2006, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het opvoedend hulppersoneel of voor een ambt van het administratief personeel en geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor een ambt van het ondersteunend personeel, worden geacht in bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs;
  2° op basis van de reglementering die van kracht was vóór 1 september 2006, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het opvoedend hulppersoneel of voor een ambt van het administratief personeel en geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor een ambt van het ondersteunend personeel, worden geacht in bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs;
  3° houder zijn van de bekwaamheidsbewijzen, vermeld in artikel 1, 4, van het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs en geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor een ambt van het ondersteunend personeel, worden geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs.
  § 4. De overgangsbepalingen worden toegekend op 1 september 2006. Daarbij wordt rekening gehouden met de onderstaande bepalingen:
  1° De personeelsleden, vermeld in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd;
  2° De personeelsleden, vermeld in § 1, 2°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd: de vakantieperioden, de loopbaanonderbreking, de militaire dienst, de perioden van wederoproeping, de ziekte- of bevallingsverloven, de borstvoedingsverloven, de verloven van korte duur met behoud van wedde(ntoelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van wedde(ntoelage) voor een maximum duur van zes werkdagen per schooljaar, alsmede een onderbreking van een doorlopende periode van maximaal twee kalenderjaren. "

Art.8. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt een artikel 14nonies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 14nonies. § 1. Overgangsmaatregelen worden toegekend aan de personeelsleden die :
  1° uiterlijk op 31 augustus 2006 in opleidingsvorm 3 vast benoemd waren voor de specialiteit beroepsgerichte vorming schilderen en decoratie;
  2° op 30 juni 2005 in opleidingsvorm 3 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast waren met een opdracht in de specialiteit beroepsgerichte vorming schilderen en decoratie.
  § 2. De personeelsleden, vermeld in § 1, die op basis van de reglementering die van kracht was vóór 1 september 2006, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor de specialiteit beroepsgerichte vorming schilderen en decoratie in opleidingsvorm 3 en vanaf 1 september 2006 geen vereist bekwaamheidsbewijs meer hebben, worden geacht in bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs.
  § 3. De overgangsmaatregelen, vermeld in § 2, worden toegekend op 1 september 2006 rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
  1° de personeelsleden, vermeld in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd;
  2° de personeelsleden, vermeld in § 1, 2°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : de vakantieperioden, de loopbaanonderbreking, de militaire dienst, de perioden van wederoproeping, de ziekte- en bevallingsverloven, de borstvoedingsverloven, de verloven van korte duur met behoud van wedde(ntoelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van wedde(ntoelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar, alsmede een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren. "

Art.9. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt een artikel 15ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 15ter. § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 14octies, blijven in de ambten van het ondersteunend personeel de weddeschaal behouden die hen op grond van de reglementering die vóór 1 september 2006 gold, verleend mocht worden in de ambten van het opvoedend hulppersoneel of van het administratief personeel, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht geeft op een hogere weddeschaal.
  § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 14octies, § 1, die op basis van de reglementering van kracht vóór 1 september 2006 :
  1° organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het opvoedend hulppersoneel en die bij toepassing van dit besluit in het bezit zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het ondersteunend personeel;
  2° organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het opvoedend hulppersoneel en die bij toepassing van dit besluit in het bezit zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor een ambt van het ondersteunend personeel, blijven eveneens de weddeschaal genieten die hen op grond van de vóór deze datum geldende reglementering toegekend werd, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht geeft op een hogere weddeschaal.
  § 3. De personeelsleden, vermeld in artikel 14octies, § 1, die op basis van de reglementering van kracht vóór 1 september 2006 in het bezit waren van een bekwaamheidsbewijs, vereist voor een ambt van het administratief personeel en die een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor een ambt van het ondersteunend personeel, behouden eveneens de weddeschaal die hen op grond van de vóór deze datum geldende reglementering toegekend werd, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht geeft op en hogere weddeschaal.

Art.10. Aan artikel 19bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 2. De bekwaamheidsbewijzen en weddeschalen, vermeld in de bijlage II die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2006. "

Art.11. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005, wordt de bijlage vervangen door de bijlagen I en II, die bij dit besluit zijn gevoegd.

Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2006.

Art.13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 29 september 2006.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,

Y. LETERME   De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,   F. VANDENBROUCKE
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 1. Bekwaamheidsbewijzen en weddeschalen voor het buitengewoon onderwijs.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 07-12-2006, p. 68041-68046).