20 OKTOBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van aanvullende beoordelingscriteria ter uitvoering van artikel 8, § 2, van het kunstendecreet van 2 april 2004 voor tweejarige of vierjarige financieringsbudgetten.
Art. 1-2
Artikel 1. Krachtens artikel 8, § 2, van het kunstendecreet van 2 april 2004 worden volgende aanvullende criteria bepaald :
1° realisme van het voorgestelde groeipad en conformiteit tussen het artistieke en het financiële beleidsplan;
2° meerwaarde van het initiatief voor de regio op het vlak van het aanbod of op het vlak van facilitering voor andere regionale initiatieven;
3° maatschappelijk of sociaal belang, waarbij prioriteit wordt gegeven aan initiatieven die een specifieke doelgroep bedienen of een zeer specifieke invulling geven aan hun opdracht;
4° samenwerking met artistieke en niet-artistieke actoren met het oog op een optimaal gebruik van de werkingsmiddelen en beschikbare infrastructuur en met het oog op een maximale besteding van de middelen voor artistieke creatie en een beperking van de overheadkosten;
5° aandacht voor diversiteit en interculturaliteit;
6° de plaats van het initiatief binnen het volledige instrumentarium aan ondersteuning en subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschap, waarbij een initiatief dat niet thuishoort binnen het kunstendecreet kan worden doorverwezen naar de ondersteuningsmogelijkheden Cultuurinvest en de Fondsen van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 oktober 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Y. LETERME
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,
B. ANCIAUX.