Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

5 JULI 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 april 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake onderwijs aan ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006036695 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 4 § 1 van het ministerieel besluit van 1 april 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake onderwijs aan ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming worden een punt 22° en 23° ingevoegd, die luiden als volgt :
  " 22° de vaststelling en de toekenning van de werkingsuitkering aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie met toepassing van het decreet van 2 april 2004 houdende goedkeuring van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse onderwijs, ondertekend te Den Haag op 3 september 2003;
  23° de aanwijzing van de ambtenaar, die fungeert als secretaris van de Raad van Examenbetwistingen bevoegd voor het hoger onderwijs, zoals geregeld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende benoeming van de leden van de raad van examenbetwistingen bevoegd voor het hoger onderwijs; "

Art.2. Artikel 4 § 3 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " § 3. Het hoofd van het onderwijsdienstencentrum Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot :
  1° de opname in de financiering of in de toelageregeling van structuuronderdelen met toepassing van :
  - de artikelen 6 en 24 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;
  - het artikel 5 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, de dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten;
  2° de vaststelling van de voorlopige structuurschema's van het modulair onderwijs voor sociale promotie zoals geregeld door het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1999 houdende de vaststelling van de voorlopige structuurschema's van het modulair onderwijs voor sociale promotie;
  3° de ondertekening van de besluiten betreffende de uitbetaling van voorschotten aan de centra voor basiseducatie en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie, zoals bepaald in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 1990 ter uitvoering van het decreet houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen;
  4° de vaststelling en de toekenning van de toelagen aan de hogescholen met toepassing van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
  5° de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten met toepassing van artikel 340sexies van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
  6° de vaststelling en de toekenning van de dotatie aan de dienst met afzonderlijk beheer " Hogere Zeevaartschool " met toepassing van het decreet van 9 juni 1998 betreffende de Hogere Zeevaartschool;
  7° de vaststelling en de toekenning van de toelagen aan de universiteiten en sommige instellingen van academisch onderwijs en onderzoek met toepassing van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
  8° de vaststelling en de toekenning van de toelagen aan de universiteiten voor de financiering van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek met toepassing van :
  - het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
  - het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
  9° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan de Universitaire Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel met toepassing van :
  - het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;
  - het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 1993 houdende de voorwaarden tot financiering door de Vlaamse Gemeenschap van de " Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel ";
  10° de vaststelling en de toekenning van de toelagen aan sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening met toepassing van het decreet van 18 mei 1999 betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening;
  11° de vaststelling en de toekenning van de dotaties aan het Universitair Ziekenhuis Gent met toepassing van :
  - het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot de begeleiding van de begroting 1992;
  - het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de Rijksuniversitaire Ziekenhuizen van Luik en Gent;
  - het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1991 tot uitvoering van artikel 13, § 1, van het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de Rijksuniversitaire Ziekenhuizen van Luik en Gent;
  - het besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de exploitatie van het UZ Gent;
  12° de terugbetaling van de inschrijvingsgelden met toepassing van artikel 12 § 5 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving en met toepassing van artikel 50, § 4, tweede lid van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs;
  13° de toekenning, afwijzing en terugvordering van studietoelagen met toepassing van de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen, alsmede van aanvragen tot studiefinanciering in het raam van het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;
  14° de organisatie en de aanduiding van de secretaris van het toelatingsexamen arts-tandarts, zoals geregeld bij het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2001 houdende nadere regels met betrekking tot het toelatingsexamen voor de opleiding arts en tandarts;
  15° de opvolging en de naleving van de bepalingen in de beheersovereenkomst van de studentenvoorzieningen en de toekenning van de subsidies aan deze studentenvoorzieningen met toepassing van het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en de studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;
  16° de opvolging van de leningen en de uitbetaling van de rentelasten van de leningen die de VZW " De Gezinsbond " onder waarborg van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;
  17° de vaststelling en de toekenning van de subsidies aan de door de Vlaamse Regering gesubsidieerde studentenkoepelverenigingen zoals bedoeld in artikel 4 van het decreet van 30 maart 1999 houdende de subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelvereningen;
  18° de aanstelling en de vergoeding van de mentor en de hernieuwing hiervan met toepassing van artikel 91 § 1 en § 3 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs;
  19° de vaststelling van de personeelsformatie van de " Hogere Zeevaartschool " met toepassing van artikel 7 van het decreet van 9 juni 1998 betreffende de Hogere Zeevaartschool;
  20° de vrijstellingen zoals bedoeld in :
  - artikel 17, § 1, 18 en 2°, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs;
  - artikel 28, § 1, 18 en 2°, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;
  21° de taalafwijkingen zoals bedoeld in het artikel 16 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs;
  22° de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's of studiegetuigschriften, zoals bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 1997 houdende de vaststelling van de voorwaarden voor en de procedure tot individuele erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's of studiegetuigschriften met de diploma's, uitgereikt door de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
  23° de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's van de academische graden zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 1992 houdende vaststelling van de voorwaarden tot en van de procedure van de erkenning van de volledige gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften met de diploma's van de academische graden met uitzondering van de academische graden van de eerste cyclus;
  24° de opmaak van conformiteitsattesten voor wervingsambten in het onderwijs ter uitvoering van de Europese richtlijnen 89/48, 92/51 en 2001/19 zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 1997;
  25° de bepaling van de vakpraktijk zoals bedoeld in artikel 1, 48 van het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en van het meesters-, vak en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;
  26° de erkenning van de nuttige ervaring voor de bepaling van het bekwaamheidsbewijs en voor de toepassing van artikel 17, § 1 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende de bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs;
  27° de afwijking op de vereiste bekwaamheidsbewijzen voor individuele gevallen in het hoger onderwijs van het korte type en het hoger technisch onderwijs van de tweede en de derde graad, zoals bepaald in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 1991 tot uitvoering van artikel 17, § 4, van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs;
  28° de wijziging en het voortijdig einde van de loopbaanonderbreking met toepassing van artikel 17, §§ 1 en 4 en artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 1997 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra;
  29° de afwijkingen in geval van laattijdige aanvragen van terbeschikkingstelling en de beëindiging van reaffectatie en wedertewerkstelling zoals bedoeld in de artikelen 25, § 3, en 41, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage;
  30° de afwijkingen op de cumulatiebeperking, namelijk het optrekken van de grens van een derde tot twee derde van de opdracht, zoals bedoeld in het artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1978 ter uitvoering van het artikel 77, § 2, van de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977 en houdende afwijking van sommige bepalingen van de koninklijke besluiten tot vaststelling van de voorwaarden vereist voor het oprichten van betrekkingen in de rijksinrichtingen voor technisch en kunstonderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan;
  31° de vaststellingen van hoofdambt en bijbetrekking met toepassing van :
  - het artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 tot regeling van de cumulatie van een activiteit als zelfstandige met een ambt in het onderwijs;
  - het artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 1993 tot regeling van de cumulatie van een andere bezigheid of een pensioen met uitzondering van het overlevingspensioen, met een ambt in het onderwijs;
  32° het verhaal tegen een aanstelling in bijbetrekking bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 1993 tot uitvoering van het artikel 10, § 6, van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan;
  33° de beslissing op basis van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1997 betreffende de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra;
  34° de individuele aanvragen tot het bekomen van terugbetalingsfaciliteiten bij terugvorderingen van wedde of weddentoelagen. "

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006.
  Brussel, 5 juli 2006.
  F. VANDENBROUCKE.