Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

23 JUNI 2006. - Ministerieel besluit tot versterking van buurtwinkels. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 17-07-2006 en tekstbijwerking tot 27-02-2007)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Subsidie.
Art. 3-5
HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden.
Art. 6-9
HOOFDSTUK V. - Procedure.
Art. 10-18
HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding.
Art. 19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007035271 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;
  2° (het Agentschap Economie : intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;) <MB 2007-01-19/40, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  3° jury : een gemengde en multidisciplinaire commissie, samengesteld uit externe experten en eventueel aangevuld met ambtenaren van (het Agentschap Economie) die worden aangewezen door de minister; <MB 2007-01-19/40, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  5° integraal plan : een plan dat aan een van de volgende voorwaarden voldoet :
  1° een analyse van de situatie in een stad of een gemeente op sociaal, economisch of commercieel vlak, gekoppeld aan een actieplan;
  2° een commercieel strategisch plan dat minstens moet bestaan uit de volgende onderdelen :
  a) een inventaris van de socio-economische gegevens over de stad als handelscentrum;
  b) een SWOT-analyse van het commercieel handelsapparaat;
  c) een toekomstvisie voor het commercieel handelsapparaat;
  d) een schematisch ontwikkelingsplan voor de handel;
  6° buurtwinkel : een winkel die buurtverzorgend werkt en voorziet in de dagelijkse behoeften van voornamelijk de plaatselijke bevolking. Hieronder vallen ook diensten en niet-voedingsproducten;
  7° buurtwinkelproject : een project waarmee tegemoetgekomen wordt aan een voor de stad of gemeente specifieke problematiek in het kader van buurtwinkelbeleid.

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art.2. Er wordt een subsidie verleend onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, aan de volgende Vlaamse steden en gemeenten :
  1° de grootstedelijke gebieden, vermeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Niel, Schelle, Wijnegem, Wommelgem, Zwijndrecht, Evergem, De Pinte, Destelbergen, Melle en Merelbeke;
  2° het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel, vermeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Kraainem, Linkebeek, Machelen, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Zaventem;
  3° de regionaalstedelijke gebieden, vermeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : Brugge, Damme, Jabbeke, Oostkamp, Zedelgem, Diepenbeek, Hasselt, Genk, Zonhoven, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Wevelgem, Zwevegem, Leuven, Mechelen, Sint-Katelijne-Waver, Bredene, Middelkerke, Oostende, Sint-Niklaas, Aalst, Denderleeuw, Ingelmunster, Izegem, Roeselare, Beerse, Turnhout, Oud-Turnhout en Vosselaar;
  4° de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden, vermeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren en Waregem;
  5° de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau, vermeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : Beveren, Bilzen, Blankenberge, Boom, Bree, Diksmuide, Geraardsbergen, Heist-op-den-Berg, Hoogstraten, Leopoldsburg, Lommel, Maaseik, Maasmechelen, Menen, Neerpelt, Ninove, Overpelt, Poperinge, Temse, Torhout, Veurne, Wetteren en Zottegem.

HOOFDSTUK III. - Subsidie.
Art.3. De subsidie wordt toegekend volgens een wedstrijdformule waarbij een vooraf bepaalde subsidie-enveloppe wordt verdeeld onder de best gerangschikte subsidieaanvragen, tot het budget is opgebruikt.
  De subsidieaanvragen worden gerangschikt op basis van de score, behaald voor een geheel of gedeeltelijk uitgevoerd of een gepland buurtwinkelproject.
  Enkel de steden en de gemeenten, vermeld in artikel 2, kunnen een subsidieaanvraag indienen voor een buurtwinkelproject. Ze kunnen maximaal voor één buurtwinkelproject een subsidieaanvraag indienen.

Art.4. De subsidie-enveloppe is vastgesteld op 90.000 euro.

Art.5. De subsidie bedraagt 3.000 euro per gunstig gerangschikte subsidieaanvraag, waarvan 1.000 euro voor de opmaakkosten van de subsidieaanvraag en 2.000 euro voor de promotie van het buurtwinkelbeleid van de stad of de gemeente die de subsidieaanvraag heeft ingediend.

HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden.
Art.6. Het buurtwinkelproject moet opgenomen zijn in een integraal plan dat na 1 januari 2001 goedgekeurd werd door de gemeenteraad.

Art.7. Met behoud van de toepassing van de bepalingen in artikel 3 mag het initiatief voor een buurtwinkelproject uitgaan van een andere initiatiefnemer dan een stad of een gemeente als vermeld in artikel 2.

Art.8. De subsidie, vermeld in artikel 5, eerste lid, moet worden aangewend voor de promotie van het buurtwinkelbeleid van de stad of de gemeente die de subsidieaanvraag heeft ingediend.

Art.9. De stad of de gemeente, vermeld in artikel 2, die al een subsidieaanvraag heeft ingediend voor een buurtwinkelproject in het kader van het plattelandsbeleid, kan geen subsidieaanvraag meer indienen in het kader van dit besluit.

HOOFDSTUK V. - Procedure.
Art.10. De subsidieaanvraag is ontvankelijk als aan de volgende voorwaarden voldaan is :
  1° de subsidieaanvraag en de eventuele bijlagen zijn elektronisch en schriftelijk door (het Agentschap Economie) ontvangen, uiterlijk op 18 augustus 2006 om 16 uur; <MB 2007-01-19/40, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  2° de subsidieaanvraag is ingediend via het voorgeschreven standaardformulier;
  3° het standaardformulier is correct en volledig ingevuld en ondertekend door de gevolmachtigde van de stad of de gemeente die de subsidieaanvraag heeft ingediend;
  4° de subsidieaanvraag voldoet aan de voorwaarden van dit besluit.

Art.11. De stad of de gemeente, vermeld in artikel 2, die een onontvankelijke subsidieaanvraag heeft ingediend, wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

Art.12. De buurtwinkelprojecten, opgenomen in de ontvankelijke subsidieaanvragen, worden door de jury beoordeeld op basis van de volgende beoordelingscriteria :
  1° de mate waarin het buurtwinkelproject geïntegreerd is in een overkoepelende visie van de stad of de gemeente die de subsidieaanvraag heeft ingediend;
  2° de mate waarin het buurtwinkelproject kernversterkend is;
  3° de mate waarin het bestendige effect van het buurtwinkelproject bewezen kan worden;
  4° de mate waarin het buurtwinkelproject rendabel is of zal zijn voor handelaars in de buurt, volgens het idee van maatschappelijk verantwoord ondernemen;
  5° de mate waarin het buurtwinkelproject aan een nood of een behoefte in een buurt tegemoetkomt.

Art.13. De ontvankelijke subsidieaanvragen worden gerangschikt door een score toe te kennen aan de buurtwinkelprojecten, waarbij per beoordelingscriterium de score maximaal tien punten bedraagt.

Art.14. Een buurtwinkelproject dat nul scoort op een van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 10, wordt uit de rangschikking geweerd.

Art.15. De subsidie wordt toegekend volgens de plaats in de rangschikking, in afnemende volgorde, te beginnen bij de eerste tot het beschikbare budget is opgebruikt. Als het saldo ontoereikend is om de eerstvolgende aanvraag of de eerstvolgende gelijk gerangschikte aanvragen volledig te subsidiëren, wordt met dat saldo geen subsidie meer toegekend en is de subsidieaanvraag niet gunstig gerangschikt.

Art.16. De rangschikking wordt goedgekeurd door de minister. De subsidie wordt toegekend bij ministerieel besluit binnen dertig kalenderdagen nadat de minister de rangschikking heeft ontvangen.

Art.17. Het ministerieel besluit, vermeld in artikel 16, wordt binnen veertien kalenderdagen na de datum van de ondertekening ervan betekend aan de indieners van de gunstig gerangschikte subsidieaanvragen. Dat besluit bevat minstens de volgende gegevens :
  1° de rangschikking van de gunstig gerangschikte subsidieaanvragen, met vermelding van de indieners van de subsidieaanvraag;
  2° het toegekende subsidiebedrag;
  3° de uitbetalingsvoorwaarden.

Art.18. De indieners van de niet gunstig gerangschikte subsidieaanvragen worden hiervan op de hoogte gebracht binnen veertien kalenderdagen na de datum van de ondertekening van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 16.

HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding.
Art. 19. Dit besluit treedt in werking met ingang van 23 juni 2006.
  Brussel, 23 juni 2006.
  F. MOERMAN.