Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

28 APRIL 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997036371 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg wordt vervangen door wat volgt :
  " § 1.Vanaf 1 januari 2006 bestaat de subsidie uit :
  1° een forfaitair bedrag van 463.446,93 euro per jaar voor de basiserkenning. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit;
  2° een forfaitair bedrag van 55.653,99 euro per jaar voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden;
  3° een forfaitair bedrag van 49.515,04 euro per jaar voor de vierde en volgende extra schijven van vier erkende eenheden;
  4° een forfaitair bedrag van 31.055,78 euro per jaar per aanvullend toegewezen voltijds equivalent personeelslid;
  5° een forfaitair bedrag van 39.810,10 euro per jaar per voltijds equivalent personeelslid, toegewezen ter regularisatie van de DAC-statuten.
  § 2. Ter uitvoering van de bepalingen van het Vlaams Akkoord voor de Social-Profit/Non-Profit 2006-2011, gesloten op 6 juni 2005, wordt voor de maatregel betreffende de opheffing van het maandplafond in de toekenning van de toeslagen wegens nachtprestaties vanaf 1 januari 2006 een aanvullende subsidie toegekend bestaande uit :
  1° een forfaitair bedrag van 572,70 euro per jaar voor de basiserkenning. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit;
  2° een forfaitair bedrag van 76,36 euro per jaar voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden;
  3° een forfaitair bedrag van 76,36 euro per jaar voor de vierde en volgende extra schijven van vier erkende eenheden.
  § 3. De subsidiebedragen, vermeld in § 1 en § 2, zijn uitgedrukt tegen 100 % op basis van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2006, en ze worden elk jaar aangepast aan de spilindex, vermeld in artikel 15, § 1. "

Art.2. Artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg wordt vervangen door wat volgt :
  " § 1. Als de som van alle inkomsten meer bedraagt dan de reële uitgaven voor verblijfskosten, werkings- en infrastructuurkosten en personeelskosten, moet het centrum met het saldo reserves opbouwen.
  De reserves, met uitzondering van het sociaal passief, worden aangewend om uitgaven te financieren die ertoe bijdragen om de opdrachten van het centrum uit te voeren, zoals geformuleerd in artikel 2 van dit besluit.
  De reserves, met uitzondering van het sociaal passief, opgebouwd na 1 januari 1995, die bij het afsluiten van het boekjaar meer bedragen dan 11.048,35 euro per erkende capaciteitseenheid, worden teruggestort aan de administratie.
  § 2. Het bedrag, vermeld in § 1, is uitgedrukt tegen 100% op basis van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2006, en het wordt elk jaar aangepast aan de spilindex, vermeld in artikel 15, § 1. "

Art.3. Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg wordt vervangen door wat volgt :
  " § 1. Binnen de begrotingskredieten worden de bedragen, vermeld in artikel 13, § 1, 1 ° tot en met 5°, in artikel 13, § 2, en in artikel 14, geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. De basisindex is de spilindex van toepassing op 1 januari 2006. "

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 28 april 2006.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  Y. LETERME
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  I. VERVOTTE.