Details





Titel:

10 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-06-2006 en tekstbijwerking tot 19-07-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Vaststellen van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting.
Afdeling I. - Het buitengebied.
Art. 2-3
Afdeling II. - Het centrale gebied.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Vaststellen van de zoneringsplannen.
Art. 5
Afdeling I. - Het voorontwerp van zoneringsplan.
Art. 6-7
Afdeling II. - Beoordeling voorontwerp van zoneringsplan door de gemeente.
Art. 8
Afdeling III. - Het ontwerp van zoneringsplan.
Art. 9
Afdeling IV. - Het definitieve zoneringsplan.
Art. 10
HOOFDSTUK IV. - Het uitvoeringsplan.
Art. 11
HOOFDSTUK V. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Art. 12
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 13
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002035477 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014202497  2019040384 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° de VMM : de Vlaamse Milieumaatschappij, vermeld in [2 artikel 10.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid]2;
  2° [2 ...]2
  3° CIW : de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid, vermeld in [2 artikel 1.5.2.2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018]2;
  4° het bekkenbestuur : het bestuur, vermeld in [2 artikel 1.5.3.1 en 1.5.3.2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018]2;
  5° de gemeente : het college van burgemeester en schepenen;
  6° het zoneringsplan : het plan dat een onderscheid maakt tussen de gebieden met collectieve sanering en de gebieden met individuele sanering. In het centrale gebied werd reeds in collectieve sanering voorzien;
  7° het uitvoeringsplan : het plan dat de uitvoering en de timing van de projecten regelt met betrekking tot de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsverplichting, evenals de noodzakelijke afstemming van de projecten;
  8° het centrale gebied : het deel van het gemeentelijke grondgebied dat geheel of gedeeltelijk wordt afgevoerd naar een of meer agglomeraties;
  9° het buitengebied : het deel van het gemeentelijke grondgebied dat niet binnen het centrale gebied ligt;
  10° het collectief geoptimaliseerde buitengebied : het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die reeds gerealiseerd is;
  11° het collectief te optimaliseren buitengebied : het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die nog te realiseren is;
  12° het individueel te optimaliseren buitengebied : het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor individuele afvalwaterzuivering en waar voor de burger overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne een individuele zuiveringsplicht geldt;
  13° cluster : groep van percelen die op dezelfde wijze gesaneerd worden;
  14° [1 omslagwaarde: de waarde bepaald ter uitvoering van artikel 2, § 2]1.
  Voor de landelijke deelgemeenten van de gemeenten met een omslagwaarde die groter is dan of gelijk is aan 500 IE wordt de omslagwaarde bepaald op 100 IE. De lijst van landelijke deelgemeenten is opgenomen in bijlage II, gevoegd bij dit besluit;
  15° overnamepunt : het punt waar, op basis van de zoneringsplannen, geoordeeld wordt dat de gemeentelijke saneringsopdracht eindigt en de bovengemeentelijke saneringsopdracht begint;
  16° het decreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tot aanvulling ervan met een titel Agentschappen en tot wijziging van diverse andere wetten en decreten.
  ----------
  (1)<BVR 2018-12-21/A6, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (2)<BVR 2019-04-26/48, art. 61, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK II. - Vaststellen van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting.
Afdeling I. - Het buitengebied.
Art.2.In de zone, vermeld in artikel 1, 9°, wordt de scheiding tussen de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsverplichting bepaald op basis van de volgende principes :
  1° de functie van de leiding is bepalend : inzameling is een gemeentelijke opdracht, transport een bovengemeentelijke opdracht;
  2° de omslagwaarde, die gelijk is in geval van verder transport of lokale zuivering;
  3° een aaneengesloten bovengemeentelijk netwerk wordt gerealiseerd. Dat houdt eveneens in dat de lokale inzameling die plaatsvindt op hetzelfde tracé een gemeentelijke opdracht blijft.
  [1 De omslagwaarde is de waarde die per gemeente is bepaald en die de minimaal ingezamelde of in te zamelen vuilvracht aangeeft voor er sprake kan zijn van een gewestelijke opdracht. De tabel met de omslagwaarde per gemeente is opgenomen in bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd.
   Voor de landelijke deelgemeenten van de gemeenten met een omslagwaarde die groter is dan of gelijk is aan 500 IE wordt de omslagwaarde bepaald op 100 IE. De lijst van landelijke deelgemeenten is opgenomen in bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd. IE staat voor "Inwonerequivalent" en is gedefinieerd als de biologisch afbreekbare organische belasting met een biochemisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen bij 20° C (BZV520) van 60 g zuurstof.
   Bij een fusie van gemeenten vanaf 2019 wordt de hoogste omslagwaarde behouden. Voor de fusionerende gemeente waarvoor voor de datum van de fusie een lagere omslagwaarde is vastgesteld, wordt de lagere omslagwaarde voor het grondgebied van die fusionerende gemeente na de fusie behouden. De lijst van fusiegemeenten met de omslagwaarde voor het grondgebied van de fusionerende gemeente is opgenomen in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd.
   De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, kan bijlage I, II en III aanpassen naar aanleiding van de fusie van gemeenten.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-12-21/A6, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.3. Op het voorontwerp van zoneringsplan, vermeld in artikel 6, zijn de overnamepunten indicatief aangeduid. De exacte ligging van de overnamepunten zal worden vastgelegd in het uitvoeringsplan, vermeld in artikel 11.

Afdeling II. - Het centrale gebied.
Art.4. Nadat het definitieve zoneringsplan en het uitvoeringsplan opgemaakt zijn, zal de VMM, en vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004, in werking treedt, het IVA VMM in overleg met de gemeente de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting in het centrale gebied vaststellen.

HOOFDSTUK III. - Vaststellen van de zoneringsplannen.
Art.5. § 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, stelt voor elke gemeente een definitief zoneringsplan vast. De zoneringsplannen worden zodanig opgesteld en de besluitvormingsprocedures verlopen zodanig dat ze voldoen aan de essentiële kenmerken van de milieueffectrapportage, vermeld in artikel 4.1.4, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  De definitieve zoneringsplannen worden binnen een termijn van twintig maanden na ontvangst van het voorontwerp van zoneringsplan vastgesteld en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  § 2. De gemeenten die binnen een termijn van twintig maanden na ontvangst van het voorontwerp van zoneringsplan geen definitief zoneringsplan hebben, komen niet meer in aanmerking voor opname op een subsidiëringsprogramma dat wordt opgesteld in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, tot het ogenblik waarop het definitieve zoneringsplan is vastgesteld en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Afdeling I. - Het voorontwerp van zoneringsplan.
Art.6. De VMM vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt het IVA VMM - stelt per gemeente een voorontwerp van zoneringsplan op dat bestaat uit de hierna vermelde zones :
  1° het centrale gebied;
  2° het collectief geoptimaliseerde buitengebied;
  3° de donkergroene zone, zijnde het buitengebied waar collectieve sanering meer dan 30 % goedkoper is dan individuele sanering;
  4° de lichtgroene zone, zijnde het buitengebied waar collectieve sanering minder dan 30 % goedkoper is dan individuele sanering;
  5° de gele zone, zijnde het buitengebied waar individuele sanering minder dan 30 % goedkoper is dan collectieve sanering;
  6° de rode zone, zijnde het buitengebied waar individuele sanering meer dan 30 % goedkoper is dan collectieve sanering.

Art.7. De VMM vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt het IVA VMM - bezorgt het voorontwerp van zoneringsplan per aangetekende brief aan de gemeente op het grondgebied waarvan het voorontwerp van toepassing is.

Afdeling II. - Beoordeling voorontwerp van zoneringsplan door de gemeente.
Art.8. § 1. Binnen een termijn van negentig kalenderdagen na ontvangst van het voorontwerp van zoneringsplan gaat de gemeente over tot de toewijzing van de donkergroene, lichtgroene, gele en rode zones aan het collectief te optimaliseren buitengebied of het individueel te optimaliseren buitengebied aan de hand van volgende criteria of rekening houdend met de volgende methodiek :
  1° de donkergroene zones worden toegewezen aan het collectief te optimaliseren buitengebied, tenzij op basis van ecologische, stedenbouwkundige, bouwkundige redenen of vastgestelde materiële vergissingen wordt gemotiveerd om toe te wijzen aan het individueel te optimaliseren buitengebied;
  2° de rode zones worden toegewezen aan het individueel te optimaliseren buitengebied, tenzij op basis van ecologische, stedenbouwkundige, bouwkundige redenen of vastgestelde materiële vergissingen wordt gemotiveerd om toe te wijzen aan het collectief te optimaliseren buitengebied;
  3° de keuze om de lichtgroene en gele zones toe te wijzen aan het collectief te optimaliseren buitengebied of het individueel te optimaliseren buitengebied wordt op basis van ecologische, stedenbouwkundige, bouwkundige, financiële redenen of vastgestelde materiële vergissingen gemotiveerd.
  § 2. Binnen de termijn, vermeld in § 1, deelt de gemeente haar beoordeling per aangetekende brief mee aan de VMM - vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt aan het IVA VMM.
  § 3. De VMM - vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt, het IVA VMM - voert binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst van de beoordeling van de gemeente, rekening houdend met de criteria en methodiek, vermeld in artikel 8, § 1, de nodige aanpassingen uit en bezorgt een ontwerp van zoneringsplan per aangetekende brief aan de gemeente. Dit ontwerp van zoneringsplan bestaat uit de hierna vermelde zones :
  1° het centrale gebied;
  2° het collectief geoptimaliseerde buitengebied;
  3° het collectief te optimaliseren buitengebied;
  4° het individueel te optimaliseren buitengebied.

Afdeling III. - Het ontwerp van zoneringsplan.
Art.9. § 1. Uiterlijk vijftien kalenderdagen na ontvangst van het ontwerp van zoneringsplan wordt het ter inzage gelegd bij de gemeente.
  § 2. Het ontwerp van zoneringsplan wordt voor een termijn van zestig kalenderdagen ter inzage gelegd bij de gemeente. De gemeente maakt dit bekend door aanplakking en door publicatie in minstens twee dag- en weekbladen waarvan één met regionaal karakter. Gedurende die periode kan iedereen schriftelijke opmerkingen indienen bij de gemeente.
  De bekendmaking vermeldt minstens de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek, de plaats waar het ontwerp van zoneringsplan ter inzage ligt en de vermelding bij wie de opmerkingen moeten worden ingediend.
  § 3. Door de gemeenten wordt het ontwerp van zoneringsplan tegelijkertijd bezorgd aan de CIW - vanaf het ogenblik dat de bekkenbesturen operationeel zijn aan het voor de desbetreffende gemeente bevoegde bekkenbestuur- die hierover binnen de termijn, vermeld in § 2, advies uitbrengt.
  § 4. Als de toewijzingen een impact kunnen hebben op de saneringsplicht van de omliggende gemeenten, bezorgt de gemeente tevens tegelijkertijd het ontwerp van zoneringsplan aan de omliggende gemeenten, die hierover binnen de termijn, vermeld in § 2, advies uitbrengen.
  § 5. Als de gevraagde adviezen, vermeld in § 3 en § 4, niet verleend zijn binnen de termijn, vermeld in § 2, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
  § 6. Binnen een termijn van zestig kalenderdagen na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 2, onderzoekt de gemeente de ingediende opmerkingen. De gemeente past in overleg met de VMM - vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt het IVA VMM - het ontwerp van zoneringsplan aan.
  § 7. De gemeente ziet erop toe dat de voorgestelde aanpassingen aansluiten bij de bepalingen van artikel 8, § 1.
  § 8. Op voorstel van de gemeente keurt de gemeenteraad, binnen een termijn van zestig kalenderdagen na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 6, het aangepaste ontwerp van zoneringsplan goed.
  § 9. De gemeente bezorgt het aangepaste ontwerp per aangetekende brief aan de VMM, en vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt, het IVA VMM.
  Dat aangepaste ontwerp omvat minstens de volgende elementen :
  1° de ontvangen opmerkingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek en de redenen waarom opmerkingen al of niet in overweging werden genomen;
  2° het gemotiveerde voorstel betreffende de noodzakelijke aanpassingen aan het ontwerp van zoneringsplan;
  3° het aangepaste ontwerp van zoneringsplan;
  4° de goedkeuring door de gemeenteraad.

Afdeling IV. - Het definitieve zoneringsplan.
Art.10.§ 1. Na de ontvangst van het aangepaste ontwerp van zoneringsplan van de gemeente beschikt de VMM [1 ...]1 over een termijn van zestig kalenderdagen om dit aangepaste ontwerp van zoneringsplan te verwerken tot een voorstel van definitief zoneringsplan dat ze samen met de ingediende opmerkingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek, en haar standpunt bezorgt aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid.
  § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, gaat na of het zoneringsplan beantwoordt aan de criteria, vermeld in artikel 8, § 1, en of het afgestemd is op het zoneringsplan van de omliggende gemeenten. Hij brengt de eventuele noodzakelijke wijzigingen aan en stelt binnen een termijn van zestig kalenderdagen, na ontvangst van het dossier, het definitieve zoneringsplan vast bij een met redenen omkleed besluit en vermeldt daarin in het algemeen wat hij over de ingediende opmerkingen heeft overwogen.
  § 3. Het definitieve zoneringsplan wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en ligt ter inzage bij de gemeente.
  § 4. [1 Het definitieve zoneringsplan wordt vervolgens om de zes jaar getoetst. Indien een herziening nodig is, dan gebeurt dit gelijktijdig en conform de procedure voor de vaststelling van stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in de [2 artikel 1.6.2.4 en 1.6.2.5 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018]2.
   De definitieve zoneringsplannen blijven in ieder geval van kracht tot de herziene definitieve zoneringsplannen in het stroomgebiedbeheerplan zijn opgenomen en bekendgemaakt.
   Jaarlijks kan een actualisering gebeuren van de definitieve zoneringsplannen voor wat betreft de overgang van de zone "het collectief te optimaliseren buitengebied" naar het "collectief geoptimaliseerd buitengebied" zoals vermeld in artikel 8, § 3. Deze jaarlijkse actualisering gebeurt in het wateruitvoeringsprogramma zoals vermeld in [2 artikel 1.7.4.4 van het voormelde decreet]2.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-03-21/33, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
  (2)<BVR 2019-04-26/48, art. 62, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK IV. - Het uitvoeringsplan.
Art.11.[1 Na de opmaak van het definitieve zoneringsplan zal de VMM een uitvoeringsplan opmaken.
   Het uitvoeringsplan maakt een onderdeel uit van de stroomgebiedbeheerplannen. Het uitvoeringsplan wordt goedgekeurd conform de procedure voor de vaststelling van de stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in [2 artikel 1.6.2.4 en 1.6.2.5 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018]2.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-03-21/33, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
  (2)<BVR 2019-04-26/48, art. 63, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK V. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Art.12. Aan hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt een artikel 6bis toegevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 6bis. De gemeenten die binnen een termijn van twintig maanden na de ontvangst van het voorontwerp van zoneringsplan, zoals bepaald in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van ... houdende vaststelling van de regels met betrekking tot de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en het vaststellen van de zoneringsplannen, geen definitief zoneringsplan hebben, komen niet meer in aanmerking voor opname op een subsidiëringsprogramma tot het ogenblik waarop het definitieve zoneringsplan is vastgesteld en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. "

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Omslagwaarde per gemeente, vermeld in artikel 1, 14°.


GemeentenaamOmslagwaarde
--
Aalst750
Aalter100
Aarschot200
Aartselaar100
Affligem100
Alken100
Alveringem100
Antwerpen2000
Anzegem100
Ardooie100
Arendonk100
As100
Asse200
Assenede100
Avelgem100
Baarle-Hertog100
Balen200
Beernem100
Beerse100
Beersel200
Begijnendijk100
Bekkevoort100
Beringen400
Berlaar100
Berlare100
Bertem100
Bever100
Beveren400
Bierbeek100
Bilzen200
Blankenberge100
Bocholt100
Boechout100
Bonheiden100
Boom100
Boortmeerbeek100
Borgloon100
Bornem100
Borsbeek100
Boutersem100
Brakel100
Brasschaat300
Brecht200
Bredene100
Bree100
Brugge1000
Buggenhout100
Damme100
Deerlijk100
De Haan100
Deinze200
Denderleeuw100
Dendermonde400
Dentergem100
De Panne100
De Pinte100
Dessel100
Destelbergen100
Diepenbeek100
Diest200
Diksmuide100
Dilbeek300
Dilsen-Stokkem100
Drogenbos100
Duffel100
Edegem200
Eeklo100
Erpe-Mere100
Essen100
Evergem300
Galmaarden100
Gavere100
Geel300
Geetbets100
Genk500
Gent2000
Geraardsbergen300
Gingelom100
Gistel100
Glabbeek100
Gooik100
Grimbergen300
Grobbendonk100
Haacht100
Haaltert100
Halen100
Halle300
Ham100
Hamme200
Hamont-Achel100
Harelbeke200
Hasselt500
Hechtel-Eksel100
Heers100
Heist-op-den-Berg200
Hemiksem100
Herent100
Herentals200
Herenthout100
Herk-de-Stad100
Herne100
Herselt100
Herstappe100
Herzele100
Heusden-Zolder300
Heuvelland100
Hoegaarden100
Hoeilaart100
Hoeselt100
Holsbeek100
Hooglede100
Hoogstraten100
Horebeke100
Houthalen-Helchteren200
Houthulst100
Hove100
Huldenberg100
Hulshout100
Ichtegem100
Ieper300
Ingelmunster100
Izegem200
Jabbeke100
Kalmthout100
Kampenhout100
Kapellen200
Kapelle-op-den-Bos100
Kaprijke100
Kasterlee100
Keerbergen100
Kinrooi100
Kluisbergen100
Knesselare100
Knokke-Heist300
Koekelare100
Koksijde200
Kontich200
Kortemark100
Kortenaken100
Kortenberg100
Kortessem100
Kortrijk500
Kraainem100
Kruibeke100
Kruishoutem100
Kuurne100
Laakdal100
Laarne100
Lanaken200
Landen100
Langemark-Poelkapelle100
Lebbeke100
Lede100
Ledegem100
Lendelede100
Lennik100
Leopoldsburg100
Leuven750
Lichtervelde100
Liedekerke100
Lier300
Lierde100
Lille100
Linkebeek100
Lint100
Linter100
Lochristi100
Lokeren300
Lommel300
Londerzeel100
Lo-Reninge100
Lovendegem100
Lubbeek100
Lummen100
Maarkedal100
Maaseik200
Maasmechelen300
Machelen100
Maldegem100
Malle100
Mechelen750
Meerhout100
Meeuwen-Gruitrode100
Meise100
Melle100
Menen300
Merchtem100
Merelbeke200
Merksplas100
Mesen100
Meulebeke100
Middelkerke100
Moerbeke100
Mol300
Moorslede100
Mortsel200
Nazareth100
Neerpelt100
Nevele100
Niel100
Nieuwerkerken100
Nieuwpoort200
Nijlen100
Ninove300
Olen100
Oostende500
Oosterzele100
Oostkamp200
Oostrozebeke100
Opglabbeek100
Opwijk100
Oudenaarde200
Oudenburg100
Oud-Heverlee100
Oud-Turnhout100
Overijse200
Overpelt100
Peer100
Pepingen100
Pittem100
Poperinge100
Putte100
Puurs100
Ranst100
Ravels100
Retie100
Riemst100
Rijkevorsel100
Roeselare500
Ronse200
Roosdaal100
Rotselaar100
Ruiselede100
Rumst100
Schelle100
Scherpenheuvel-Zichem200
Schilde100
Schoten300
Sint-Amands100
Sint-Genesius-Rode100
Sint-Gillis-Waas100
Sint-Katelijne-Waver100
Sint-Laureins100
Sint-Lievens-Houtem100
Sint-Martens-Latem100
Sint-Niklaas500
Sint-Pieters-Leeuw300
Sint-Truiden300
Spiere-Helkijn100
Stabroek100
Staden100
Steenokkerzeel100
Stekene100
Temse200
Ternat100
Tervuren200
Tessenderlo100
Tielt100
Tielt-Winge100
Tienen300
Tongeren200
Torhout100
Tremelo100
Turnhout300
Veurne100
Vilvoorde300
Vleteren100
Voeren100
Vorselaar100
Vosselaar100
Waarschoot100
Waasmunster100
Wachtebeke100
Waregem300
Wellen100
Wemmel100
Wervik100
Westerlo200
Wetteren200
Wevelgem300
Wezembeek-Oppem100
Wichelen100
Wielsbeke100
Wijnegem100
Willebroek200
Wingene100
Wommelgem100
Wortegem-Petegem100
Wuustwezel100
Zandhoven100
Zaventem200
Zedelgem200
Zele200
Zelzate100
Zemst200
Zingem100
Zoersel200
Zomergem100
Zonhoven100
Zonnebeke100
Zottegem200
Zoutleeuw100
Zuienkerke100
Zulte100
Zutendaal100
Zwalm100
Zwevegem200
Zwijndrecht100

  Gewijzigd bij :
  <BVR 2018-12-21/A6, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019> Art. N2. Bijlage II. - Lijst van landelijke deelgemeenten, vermeld in [1 artikel 2, § 2]1.


GemeenteDeelgemeente met
  omslagwaarde 100 IE
GentAfsnee
  Desteldonk
  Mendonk
  Sint-Kruis-Winkel
BruggeDudzele
AalstBaardegem
MechelenHeffen
  Walem
KortrijkKooigem
HasseltWimmertingen
  Spalbeek
  Stokrooie
RoeselareOekene

  Gewijzigd bij :
  <BVR 2018-12-21/A6, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. N3.[1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-03-2019, p. 21501)]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2018-12-21/A6, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>