Artikels:
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° minister : het lid van de Vlaamse Regering, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, de Landinrichting en het Natuurbehoud, het Energiebeleid en de Natuurlijke Rijkdommen;
2° departement : het departement Leefmilieu, Natuur en Energie;
3° hoofd van het departement : het personeelslid dat door de Vlaamse Regering belast is met de leiding van het in punt 2° vermelde departement.
Art.3. § 1. De delegaties die bij dit besluit zijn verleend, gelden ook voor het personeelslid dat met de waarneming van de functie van het hoofd van het departement belast is of het hoofd van het departement vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening, de formule " voor het hoofd van het departement, afwezig ".
Art.4. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK II. - Delegaties van algemene aard.
Art.5.§ 1. Het hoofd van het departement is gemachtigd om binnen de perken van de goedgekeurde kredieten van het MINA-fonds, in het kader van de uitvoering van de taken die aan het hoofd van het departement zijn toevertrouwd :
1° de bestekken voor werken, leveringen of diensten of de bescheiden die ze vervangen goed te keuren;
2° de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund;
3° [1 opdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en toe te zien op de uitvoering ervan.
Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de bedragen in EUR, die in de hiernavolgende tabel zijn opgenomen :
Bedragen in EURO | Openbare aanbesteding Algemene offerteaanvraag | Beperkte aanbesteding Beperkte offerteaanvraag | Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking | Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking |
Werken | 6.500.000 | 1.000.000 | 750.000 | 65.000 |
Leveringen | 4.000.000 | 600.000 | 450.000 | 65.000 |
Diensten | 1.200.000 | 400.000 | 250.000 | 65.000 |
]1
§ 2. Het hoofd van het departement staat binnen de perken van de goedgekeurde kredieten van de Minafondsbegroting bovendien in voor de uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die ter uitvoering van voormelde taken werden gegund door de minister of de Vlaamse Regering.
Onder uitvoering wordt verstaan, het nemen van alle maatregelen en beslissingen die ertoe strekken het voorwerp van de opdracht te verwezenlijken, en die binnen de perken van de aanneming blijven, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling vanwege de gunnende overheid vereisen.
----------
(1)<MB 2010-12-06/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 13-02-2011>
Art.6. § 1. Het hoofd van het departement is inzake overheidsopdrachten bevoegd om :
1° boeten kwijt te schelden;
2° prijsherzieningen, die voortvloeien uit de overeenkomsten in kwestie, goed te keuren zonder beperking van bedrag;
3° andere verrekeningen dan de bovengenoemde herzieningen goed te keuren in uitvoering van de delegaties, verleend in artikel 5, en in uitvoering van de delegaties, verleend in uitvoering van de artikelen 13 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries.
§ 2. Het hoofd van het departement :
1° wordt gemachtigd zakelijke rechten te vestigen met inbegrip van de mogelijkheid tot het beëindigen ervan;
2° is bevoegd de verkoop van roerende goederen goed te keuren.
Art.7. Het hoofd van het departement is gemachtigd om binnen de perken van de bestaande regelgeving en binnen de perken van de goedgekeurde kredieten van de administratieve begroting en de Minafondsbegroting, de facturen of de verklaringen van schuldvorderingen goed te keuren.
Deze goedkeuring, ongeacht het bedrag van de facturen of de verklaringen van schuldvorderingen, kan alleen voorzover die worden ingediend om betaling te bekomen van leveringen, werken, diensten of prestaties van allerlei aard, met inbegrip van lonen en personeelskosten en van subsidies en dotaties, wanneer daaromtrent door de Vlaamse Regering of de Vlaamse minister of het hoofd van het departement een regelmatige overeenkomst werd afgesloten, een regelmatige bestelling werd gedaan of een regelmatig besluit werd genomen of een overeenkomst werd afgesloten die niet als overheidsopdracht of als een subsidie wordt gekwalificeerd.
Art.8. Het hoofd van het departement is gemachtigd om allerlei uitgaven die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten, en die betrekking hebben op de uitvoering van de taken van zijn departement, goed te keuren tot een bedrag van maximum 65.000 EUR per beslissing, voorzover het niet gaat om subsidies en de betrokken uitgaven niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen.
Art.9. In uitvoering van artikel XIII.50 van het Vlaams Personeelsstatuut wordt aan de rekenplichtige van het MINA-fonds een forfaitaire vergoeding toegekend. Aan de reserve-rekenplichtige wordt 50 % van voormelde toelage toegekend.
Art.10. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van het hoofd van het departement zullen de delegaties die in uitvoering van hoofdstuk II zijn verleend aan het hoofd van het departement, uitgeoefend worden door de ambtenaar die het hoofd van het departement bij besluit heeft aangeduid.
Bij gelijktijdige tijdelijke afwezigheid of verhindering van de ambtenaren, vermeld in het eerste lid, zullen de delegaties die in uitvoering van hoofdstuk II zijn verleend, worden uitgeoefend door de ambtenaar die werd aangeduid overeenkomstig de bepalingen van artikel 3.
Bij gelijktijdige afwezigheid of verhindering van de ambtenaren, vermeld in het eerste lid, en voorzover overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 geen ambtenaar werd aangeduid, zullen de delegaties die in uitvoering van hoofdstuk II zijn verleend, uitgeoefend worden door de ambtenaar die binnen het departement beschikt over de hoogste administratieve anciënniteit.
HOOFDSTUK III. - Subdelegaties.
Art.11. Het hoofd van het departement kan de delegaties die in hoofdstuk II zijn verleend, verder subdelegeren aan de ambtenaren van zijn departement die hij hiervoor bij besluit heeft aangewezen. Elk besluit houdende subdelegatie wordt onmiddellijk meegedeeld aan de minister en aan het Rekenhof.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.12. Bij gebruik van de delegaties, vermeld in de hoofdstukken II en III, plaatst de delegatiehouder boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule " Namens de Vlaamse minister voor... "
Art.13. Over het gebruik van de bevoegdheden, vermeld in de hoofdstukken II en III, wordt viermaandelijks aan de minister gerapporteerd door middel van een activiteitenverslag.
Art.14. De minister kan altijd de verleende delegaties of subdelegaties geheel op gedeeltelijk intrekken en individuele dossiers naar zich toetrekken.
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen.
Art.15. Worden opgeheven :
1° het ministerieel besluit van 1 juli 2003 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake leefmilieu, landinrichting, natuurbehoud en waterbeleid aan ambtenaren van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
2° het besluit van de leidend ambtenaar van 10 december 2003 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de administratie Milieu-, Natuur- Land- en Waterbeheer;
3° de besluiten van de directeur-generaal van 9 februari 2004, 5 maart 2004 en 22 december 2004 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van het directoraat-generaal;
4° het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Natuur van 29 september 2003 houdende subdelegaties met betrekking tot het Minafonds;
5° het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Land van 2 oktober 2003 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Land;
6° het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Water van 1 oktober 2003 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Water;
7° het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Europa en Milieu van 10 oktober 2003 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Europa en Milieu;
8° het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Milieu-inspectie van 15 oktober 2003 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Milieu-inspectie;
9° de besluiten van het afdelingshoofd van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van 6 oktober 2003 en 1 oktober 2004 houdende subdelegatie van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid.
Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.
Brussel, 5 april 2006.
K. PEETERS.