Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

11 MEI 2006. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten met betrekking tot de erkenning en aanvaarding van de dienstverleners. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2006 en tekstbijwerking tot 02-03-2007)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Basis voor de erkenning.
Art. 2-6, 6bis
HOOFDSTUK III. - Procedure.
Art. 7-10
HOOFDSTUK IV. - Aanvullende voorwaarden.
Art. 11-20
HOOFDSTUK V. - Weigering, schorsing en uitsluiting.
Art. 21-26
HOOFDSTUK VI. - Delegatie.
Art. 27
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 28-29
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Art. 30



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006036885  2007035271  2007035318  2007035320 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
  2° besluit van de Vlaamse Regering : het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten;
  3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;
  4° (het Agentschap Economie : intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;) <MB 2007-01-19/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  5° onderneming : een onderneming als vermeld in artikel 3, 2° en 3°, van het decreet, en toegelicht in artikel 2, 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering;
  6° website : de website van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
  7° ondernemerschapsportefeuille : het elektronische betaalmiddel om het geheel van kennisoverdracht, mentorschap voor talentvolle ondernemers, adviezen of opleidingen die erop gericht zijn een ondernemer of onderneming te begeleiden, in zijn volledige levenscyclus te betalen;
  8° opleiding : het onderricht, gevolgd door de werkenden in de onderneming bij de dienstverlener, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering, dat uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of toekomstige bedrijfsfunctioneren van de onderneming;
  9° advies : schriftelijke, specifieke, waardevolle raadgevingen en aanbevelingen die verleend worden door de dienstverlener, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering, die bestaan uit een analyse van de probleemstelling, een eigenlijk advies en een implementatiegedeelte, eventueel gevolgd door een begeleiding bij de implementatie ervan, en zijn uitsluitend of hoofdzakelijk gericht op het verbeteren van het huidige of toekomstige bedrijfsfunctioneren van de onderneming;
  10° kennisoverdracht : overdracht van kennis door de dienstverlener, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering. Het betreft bestaande, toepassingsgerichte kennis die betrekking heeft op producten, diensten, processen of markten zodat de onderneming ze kan aanwenden voor de vernieuwing en innovatie van haar producten, diensten, processen of markten;
  11° mentorschap voor talentvolle ondernemers : een trajectbegeleidingsformule die verleend wordt door de dienstverlener, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering, voor talentvolle ondernemers die risicokapitaal verkrijgen van een risicokapitaalverschaffer, en die uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of toekomstige bedrijfsfunctioneren van de onderneming;
  12° e-mailverificatie : de controle van de juistheid van het e-mailadres bij registratie door het sturen van een mail naar het opgegeven e-mailadres.

HOOFDSTUK II. - Basis voor de erkenning.
Art.2. Ter uitvoering van artikel 13, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering komen de volgende dienstverleners in aanmerking voor de lijst van publieke dienstverleners in de pijler opleiding :
  1° universiteiten;
  2° hogescholen;
  3° Syntra (of de eventuele rechtsopvolger ervan);
  4° VDAB-competentiecentra;
  5° centra voor volwassenenonderwijs;
  6° centra voor basiseducatie.

Art.3. Ter uitvoering van artikel 13, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering dienen de volgende kwaliteitscertificaten als basis voor erkenning :
  1° ISO-certificaat, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling;
  2° CEDEO-certificaat;
  3° Q*FOR-certificaat;
  4° Recognised for Excellence;
  5° K2b-, of K2a-label voor opleiding;
  6° ESF-label voor opleiding.

Art.4. Ter uitvoering van artikel 13, § 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering dienen de volgende kwaliteitscertificaten als basis voor erkenning :
  1° ISO-certificaat, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling;
  2° CEDEO-certificaat;
  3° Q*FOR-certificaat;
  4° Recognised for Excellence.

Art.5. Ter uitvoering van artikel 13, § 2, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt een privaat arbeidsbemiddelingsbureau door de minister aangewezen om de procedure van de individuele screening uit te voeren op voorwaarde dat :
  1° het erkend is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest;
  2° het een samenwerkingsprotocol heeft gesloten met de minister.
  3° het lid is van Federgon;

Art.6. Ter uitvoering van artikel 14, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering kan de minister de lijst van de kennisinstellingen uitbreiden op voordracht van een innovatieadviseur bij het Vlaams Agentschap Ondernemen of van een dienstverlener erkend in de pijler advies, die gebruik maakt van de MERIT-methodologie van de Universiteit van Maastricht. De minister kan eventueel andere methodologieën aanvaarden.

Art. 6bis. <inséré par AM 2006-11-13/31, art. 1, Inwerkingtreding : 13-11-2006> De kwaliteitscertificaten, vermeld in artikelen 3 en 4, moeten de volgende vermeldingen bevatten :
  1° de naam van de certificatie-instelling;
  2° de naam van de dienstverlener die het certificaat verkrijgt;
  3° het toepassingsgebied van het toegekende certificaat;
  4° begin- en einddatum van het certificaat.

HOOFDSTUK III. - Procedure.
Art.7. § 1. De dienstverlener, vermeld in artikel 13 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering, kan zich alleen via de website registreren. De registratie wordt afgerond na e-mailverificatie met positief resultaat. Er wordt een log-in en paswoord toegekend dat elektronisch aan de dienstverlener wordt verstuurd.
  § 2. De dienstverlener kan met behulp van de log-in en het paswoord een erkenning in een pijler aanvragen via de website.
  § 3. De erkenning wordt toegekend na een verklaring op erewoord van de dienstverlener dat hij de bepalingen van het decreet, van het besluit van de Vlaamse Regering, de uitvoeringsbesluiten zal naleven en nadat één van de volgende activiteiten is uitgevoerd :
  1° controle van het voorkomen op de lijst, vermeld in artikel 13, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering;
  2° controle van de erkenning als peterschapsorganisator, vermeld in artikel 13, § 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering;
  3° voorlegging van een kopie van het kwaliteitscertificaat, vermeld in artikel 3 en 4;
  4° voorlegging van de positieve beoordeling na een screening, vermeld in artikel 13, § 2, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering;
  5° voorlegging van het bewijs van de erkenning, verleend door de Vlaamse overheid, vermeld in artikel 13, § 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering;
  6° controle van het lidmaatschap van het Vlaams innovatienetwerk, vermeld in artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering;
  7° controle van het voorkomen op de lijst van kennisinstellingen, vermeld in artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering.
  § 4. De erkenningsperiode begint te lopen vanaf de publicatie op de website. De dienstverlener wordt hiervan elektronisch op de hoogte gebracht.
  Er wordt aan de erkende dienstverlener per erkenningsperiode en per pijler een erkenningsnummer toegekend.

Art.8. Als een erkende dienstverlener niet langer wil functioneren binnen het systeem van de ondernemerschapsportefeuille, moet hij via de website zijn erkenning stopzetten.

Art.9. De natuurlijke persoon en de risicokapitaalverschaffer, vermeld in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering, kunnen zich alleen via de website registreren. De registratie wordt afgerond na e-mailverificatie met positief resultaat.
  De aanvaarding als dienstverlener in de pijler kennisoverdracht en als risicokapitaalverschaffer wordt toegekend na ontvangst van een kopie van de identiteitskaart van de mentor en van een kopie van de identiteitskaart of het bewijs van het ondernemingsnummer van de risicokapitaalverschaffer en na een verklaring op erewoord dat zij de bepalingen van het decreet, van het besluit van de Vlaamse Regering, de uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen zullen naleven.
  De aanvaarding geldt zolang het systeem van de ondernemerschapsportefeuille loopt, onverminderd de bepalingen in artikel 19, 21, 22 en 23.
  De aanvaardingsperiode begint te lopen vanaf de kennisgeving aan de mentor en de risicokapitaalverschaffer. De mentor en risicokapitaalverschaffer worden hiervan elektronisch op de hoogte gebracht.

Art.10. Als een mentor of risicokapitaalverschaffer niet langer wil functioneren binnen het systeem van de ondernemerschapsportefeuille, moet hij (het Agentschap Economie) hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. Die zal de aanvaarding binnen de veertien kalenderdagen na de ontvangstdatum stopzetten. De postdatum geldt als ontvangstdatum. <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>

HOOFDSTUK IV. - Aanvullende voorwaarden.
Art.11. De natuurlijke persoon, vermeld in artikel 13, § 2, 2°, en 15 van het besluit van de Vlaamse Regering moet verbonden zijn aan een facturatie-instantie die beschikt over een ondernemingsnummer en een Belgisch rekeningnummer.
  Onverminderd de bepaling in het eerste lid beschikt de dienstverlener, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering, over een ondernemingsnummer en over een Belgisch rekeningnummer.

Art.12. Een certificatie-instelling die een van de certificaten, vermeld in artikel 3 en 4 uitreikt, en een arbeidsbemiddelingsbureau als vermeld in artikel 5, kunnen niet erkend worden als dienstverlener.

Art.13. De dienstverlener mag de prijs van eenzelfde dienst niet laten variëren omdat hij via de ondernemerschapsportefeuille wordt betaald.

Art.14. Bij elke communicatie als erkende dienstverlener in het systeem van de ondernemerschapsportefeuille vermeldt de erkende dienstverlener zijn erkenningsnummer, vermeld in artikel 7, § 4, en de pijler waarvoor hij erkend is.

Art.15. Pas vanaf de erkenning of de aanvaarding, die begint te lopen vanaf het tijdstip, vermeld in artikel 7, § 4 en 9, vierde lid, mag de dienstverlener zich, voor de pijler waarvoor hij erkend of aanvaard is, op de markt profileren als erkend of aanvaard in het systeem van de ondernemerschapsportefeuille.

Art.16. De erkende dienstverlener kan een beroep doen op onderaanneming op voorwaarde dat hij de verantwoordelijkheid blijft dragen voor :
  1° initiatief en organisatie van de dienstverlening;
  2° communicatie;
  3° facturatie;
  4° kwaliteitsbewaking, waar hij ook de eindverantwoordelijkheid voor draagt.

Art.17. De overeenkomst, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering, is een schriftelijk en gedateerd document dat de volgende vermeldingen bevat :
  1° de handtekening van de dienstverlener en de onderneming;
  2° het erkenningsnummer van de erkende dienstverlener;
  3° de beschrijving en de prijs van de dienstverlening, met een aparte vermelding van de niet in aanmerking komende kosten, vermeld in artikel 18, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering.
  Er wordt een overeenkomst afgesloten in de pijler advies, kennisoverdracht en mentorschap voor talentvolle ondernemers.

Art.18. De inschrijving, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering, is een schriftelijk document dat de volgende vermeldingen bevat :
  1° het erkenningsnummer van de erkende dienstverlener;
  2° de beschrijving en de prijs van de opleiding met een aparte vermelding van de niet in aanmerking komende kosten, vermeld in artikel 18, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering.
  Er gebeurt een inschrijving in de pijler opleiding.

Art.19. De erkende dienstverlener deelt de wijziging van de naam van de onderneming, de juridische vorm, het rekeningnummer en het ondernemingsnummer schriftelijk binnen vijftien kalenderdagen mee aan (het Agentschap Economie). Alle andere wijzigingen aan registratiegegevens deelt de erkende dienstverlener binnen vijftien kalenderdagen mee via de website. Bij gebrek hieraan is (het Agentschap Economie) niet aansprakelijk voor de eventuele nadelige gevolgen voor de erkenning en de subsidieaanvragen van de ondernemingen. <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  De aanvaarde mentor en de risicokapitaalverschaffer delen elke wijziging aan de registratiegegevens schriftelijk binnen dertig kalenderdagen mee aan (het Agentschap Economie). Bij gebrek hieraan is (het Agentschap Economie) niet aansprakelijk voor de eventuele nadelige gevolgen voor de aanvaarding en de subsidieaanvragen van de ondernemingen. <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>

Art.20. Als de organisatie of de structuur van een erkende dienstverlener grondig wijzigt, moet de erkende dienstverlener in eerste instantie de certificatie-instelling of de Vlaamse overheid, vermeld in artikel 13, § 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering, hiervan op de hoogte brengen. De certificatie-instelling of deze Vlaamse overheid zal vervolgens op basis van haar procedures onderzoeken wat de gevolgen van de wijziging van de organisatie of structuur zijn voor de toekenning van het kwaliteitscertificaat of de erkenning, verleend door de Vlaamse overheid, vermeld in artikel 13, § 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering. Op basis van de conclusie van de certificatie-instelling of deze Vlaamse overheid beslist de administratie over de gevolgen voor de erkenning.

HOOFDSTUK V. - Weigering, schorsing en uitsluiting.
Art.21. Een erkenning of aanvaarding kan geweigerd worden indien :
  1° de dienstverlener of risicokapitaalverschaffer niet voldoet aan de voorwaarden, opgelegd in het decreet, het besluit van de Vlaamse Regering, de uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen;
  (1°bis de dienstverlener de voorwaarden van de opgeheven besluiten van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering, niet heeft nageleefd;) <MB 2007-01-22/43, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  2° bij een eerdere erkenning of aanvaarding misbruiken werden vastgesteld bij een inspectie door (het agentschap Economie); <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006> <MB 2007-01-22/43, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  3° (de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek met betrekking tot een misdrijf dat de dienstverlening in het gedrang brengt;) <MB 2007-01-22/43, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  (4° indien er op basis van klachten of onregelmatigheden een vermoeden is dat er door de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer van de erkenning of aanvaarding of het systeem in het algemeen mogelijks misbruik wordt gemaakt, of bij niet-naleving van de deontologische code.) <MB 2007-01-22/43, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  De dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de weigering.

Art.22. Een erkenning of aanvaarding kan geschorst worden indien :
  1° de dienstverlener of risicokapitaalverschaffer niet meer voldoet aan de voorwaarden, opgelegd in het decreet, het besluit van de Vlaamse Regering, de uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen;
  (1°bis de dienstverlener de voorwaarden van de opgeheven besluiten van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering, niet heeft nageleefd;) <MB 2007-01-22/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  2° bij een eerdere of huidige erkenning of aanvaarding misbruiken werden vastgesteld bij een inspectie door (het agentschap Economie); <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006> <MB 2007-01-22/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  3° (de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek met betrekking tot een misdrijf dat de dienstverlening in het gedrang brengt;) <MB 2007-01-22/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  (4° indien er op basis van klachten of onregelmatigheden een vermoeden is dat er door de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer van de erkenning of aanvaarding of het systeem in het algemeen mogelijks misbruik wordt gemaakt, of bij niet-naleving van de deontologische code.) <MB 2007-01-22/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  De schorsing van een erkenning of aanvaarding geldt minstens voor één maand en wordt opgeheven zodra de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer aantoont dat de oorzaken waardoor de schorsing is ontstaan, niet meer aanwezig zijn. De datum van opheffing van de schorsing is de publicatiedatum van de hernieuwde erkenning op de website. De dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer wordt hiervan op de hoogte gebracht.

Art.23. Een dienstverlener of risicokapitaalverschaffer kan uitgesloten worden indien :
  1° (de dienstverlener en de risicokapitaalverschaffer niet meer voldoet aan de voorwaarden, opgelegd in het decreet, het besluit van de Vlaamse Regering, de uitvoeringsbesluiten en de latere wijzigingen;) <MB 2007-01-22/43, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  (1°bis de dienstverlener de voorwaarden van de opgeheven besluiten van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering, niet heeft nageleefd;) <MB 2007-01-22/43, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  2° (bij een eerdere of huidige erkenning of aanvaarding misbruiken werden vastgesteld bij een inspectie door het agentschap Economie;) <MB 2007-01-22/43, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  3° (de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek met betrekking tot een misdrijf dat de dienstverlening in het gedrang brengt;) <MB 2007-01-22/43, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  (4° indien er op basis van klachten of onregelmatigheden een vermoeden is dat er door de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer van de erkenning of aanvaarding of het systeem in het algemeen mogelijks misbruik wordt gemaakt, of bij niet-naleving van de deontologische code.) <MB 2007-01-22/43, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  De uitsluiting van de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer blijft minstens één jaar geldig. Voor de dienstverlener geldt die voor alle pijlers. Na dat jaar wordt de uitsluiting opgeheven zodra de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer aantoont dat de oorzaken waardoor de uitsluiting is ontstaan, niet meer aanwezig zijn. De dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer kan vervolgens een nieuwe aanvraag tot erkenning of aanvaarding indienen.

Art.24. Als de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer het voorwerp is van een procedure (...) aanvaarding of tot uitsluiting, wordt de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. <MB 2007-02-09/34, art. 1, 1°, 004; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  Als de dienstverlener of risicokapitaalverschaffer een schriftelijk verzoek indient binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na kennisgeving van de procedure (...) tot uitsluiting, wordt hij gehoord. De postdatum geldt als datum van kennisgeving. <MB 2007-02-09/34, art. 1, 2°, 004; Inwerkingtreding : 09-02-2007>
  Er wordt een gemotiveerde beslissing genomen en de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer wordt schriftelijk op de hoogte gebracht binnen zestig kalenderdagen na kennisgeving van de procedure (...) tot uitsluiting. <MB 2007-02-09/34, art. 1, 3°, 004; Inwerkingtreding : 09-02-2007>

Art.25. In geval van weigering, schorsing of uitsluiting van een erkenning of een aanvaarding kan de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer in beroep gaan. Hij dient dat beroep schriftelijk en uiterlijk dertig kalenderdagen na de datum van de betwiste beslissing in bij de minister en ingeval het beroep betrekking heeft op de pijler opleiding eveneens bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsomscholing en - bijscholing.
  Het beroep bevat de volgende elementen, op straffe van onontvankelijkheid :
  1° de naam, het adres en eventueel het ondernemingsnummer van de dienstverlener of risicokapitaalverschaffer;
  2° de handtekening van de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer;
  3° de pijler;
  4° een uitvoerige motivering van het beroep.

Art.26. De minister en ingeval het beroep betrekking heeft op de pijler opleiding eveneens de Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsomscholing en - bijscholing, beslissen over de ontvankelijkheid van het beroep en brengen de dienstverlener of risicokapitaalverschaffer schriftelijk op de hoogte van de beslissing binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na ontvangst van het beroepschrift. De postdatum geldt als ontvangstdatum.
  Als de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer een schriftelijk verzoek indient binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na de kennisgeving van de ontvankelijkheid van het beroep, wordt hij gehoord. De postdatum geldt als datum van kennisgeving.
  De minister en ingeval het beroep betrekking heeft op de pijler opleiding eveneens de Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsomscholing en - bijscholing, nemen een gemotiveerde beslissing over de gegrondheid van het beroep en brengen de dienstverlener of de risicokapitaalverschaffer schriftelijk op de hoogte van de beslissing binnen zestig kalenderdagen na ontvangst van het beroepschrift. De postdatum geldt als ontvangstdatum.

HOOFDSTUK VI. - Delegatie.
Art.27. § 1. Onverminderd het evocatierecht van de minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsomscholing en - bijscholing hebben (het Agentschap Economie) en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding delegatie om : <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  1° een erkenning in de pijler opleiding toe te kennen, te weigeren of te schorsen;
  2° een erkende dienstverlener in de pijler opleiding uit te sluiten;
  § 2. Onverminderd het evocatierecht van de minister heeft (het Agentschap Economie) delegatie om : <MB 2007-01-19/40, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
  1° een erkenning in de pijler advies en kennisoverdracht toe te kennen, te weigeren of te schorsen;
  2° een erkende dienstverlener in de pijler advies en kennisoverdracht uit te sluiten;
  3° een dienstverlener in de pijler mentorschap voor talentvolle ondernemers of risicokapitaalverschaffer te aanvaarden, te weigeren of te schorsen;
  4° een dienstverlener in de pijler mentorschap voor talentvolle ondernemers of risicokapitaalverschaffer uit te sluiten.

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.28. Ter uitvoering van artikel 34, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt met de aanvaarding van de cheques tot en met 30 september 2006 bedoeld dat de in aanmerking komende kosten van de opleidingen die starten in de periode tussen de inwerkingtreding van dit besluit en 30 september 2006, betaald kunnen worden met nog geldige elektronische opleidingscheques.

Art.29. De registratie en de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 7, § 1 en § 2, en de registratie, vermeld in artikel 9, eerste lid, kunnen via de website gebeuren vanaf de datum, die de minister vaststelt.

HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Art. 30. Dit besluit en hoofdstuk I, III en VIII van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten treden voor de toepassing van dit besluit in werking op 18 maart 2006.
  Brussel, 11 mei 2006.
  De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,
  F. MOERMAN
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE.