Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

14 FEBRUARI 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden inzake subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001035978 



Uitvoeringsbesluit(en):

2012022228  2012A22228 



Artikels:

Artikel 1. In het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden inzake subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang wordt hoofdstuk II, bestaande uit artikel 3 tot en met artikel 7bis, vervangen door wat volgt :
  " HOOFDSTUK II. - Aanvraag en uitkering van de subsidiëring
  Art. 3. § 1. Een initiatief kan een aanvraag tot subsidiëring indienen.
  § 2. Daartoe dient het initiatief een dossier in volgens de richtlijnen van K&G waarin per vestigingsplaats de aanvraag geformuleerd wordt.
  § 3. K&G beslist voor hoeveel erkende plaatsen subsidie wordt toegekend en de startdatum waarop de subsidiëring ingaat.
  § 4. Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats is vastgelegd op 1883,99 euro per plaats voor de eerste 21 plaatsen van een nieuw initiatief,1239,47 euro per extra plaats vanaf 22 plaatsen en 1090,73 euro per extra plaats vanaf 232 plaatsen. Die bedragen gelden voor een initiatief met een openingsduur van minstens 230 dagen, waarvan 50 volle (vakantie)dagen.
  Art. 4. § 1. Een initiatief kan een vergoeding ontvangen van 78,09 euro per erkende plaats voor de vestigingsplaatsen waarbij minstens 33 % van de ingeschreven kinderen uit een achtergesteld gebied in Vlaanderen of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad komt. De bepaling van de achtergestelde gebieden gebeurt door K&G.
  § 2. Daartoe dient het initiatief een dossier in volgens de richtlijnen van K&G waarin per vestigingsplaats de aanvraag geformuleerd wordt.
  Art. 5. Het forfaitaire subsidiebedrag wordt verhoudingsgewijs verlaagd voor initiatieven waarvoor in de erkenningsbeslissing afgeweken werd van op te nemen functies zoals bepaald in artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, en voor initiatieven waarvan de erkende capaciteit varieert naar gelang van het opvangmoment.
  Art. 6. Een initiatief kan, met ingang van 1 januari 2002, met de ontvangen subsidies van K&G een provisie voor specifieke investeringen aanleggen, met dien verstande dat de reserves die op het ogenblik van het afsluiten van het boekjaar 25 % van de subsidie van K&G voor dat boekjaar overtreffen, worden teruggestort aan K&G. "

Art.2. In hetzelfde ministerieel besluit wordt hoofdstuk III, bestaande uit artikel 8 tot en met artikel 10, vervangen door wat volgt :
  " HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
  Art. 7. De forfaitaire bedragen, vermeld in dit besluit, worden elk jaar op 1 januari verhoogd met de procentuele stijging van de index van de consumptieprijzen tussen 1 november van het vorige kalenderjaar en 1 november van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.
  Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. "

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.
  Brussel, 14 februari 2006.
  I. VERVOTTE.