Artikels:
Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 14 en 15, § 1, van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs worden in [de [3 bijlagen V tot en met IX en bijlage XIV]3] voor de modulaire structuur van het studiegebied Nederlands tweede taal, behorende tot het secundair onderwijs voor sociale promotie, de opleidingsprofielen als volgt vastgelegd: <BVR 2006-09-01/00, art. 1, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2006>
1° [2 ...]2
2° [2 ...]2
3° [2 ...]2
4° [2 ...]2
5° in bijlage V de modulaire opleiding " NT2 Professioneel Bedrijfsgericht richtgraad 2 ";
6° in bijlage VI de modulaire opleiding " NT2 Professioneel Bedrijfsgericht richtgraad 3 ";
7° in bijlage VII de modulaire opleiding " NT2 Professioneel Juridisch richtgraad 3 ";
8° in bijlage VIII de modulaire opleiding " Socio-Culturele Integratie richtgraad 1 ";
9° in bijlage IX de modulaire opleiding " Socio-Culturele Integratie richtgraad 2 ";
10° [3 ...]3;
11° [1 ...]1
12° [1 ...]1
13° [1 ...]1
[14° in bijlage XIV de modulaire opleiding " NT2 professioneel juridisch richtgraad 4.] <BVR 2006-09-01/00, art. 1, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2006>
----------
(1)<BVR 2009-07-24/23, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2010>
(2)<BVR 2014-02-28/15, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
(3)<BVR 2020-09-04/21, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.2. De opleidingsprofielen bedoeld in artikel 1 worden ten laatste drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geëvalueerd.
Art.3. Op grond van artikel 15, § 2, van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs wordt in de volgende modulaire opleidingen voor bijzondere doelgroepen afgeweken van het vastgestelde minimale aantal lestijden: " NT2 Verkort R 1 ", " NT2 Verlengd R 1 " en " NT2 Verkort R 2 ".
Art.4. De hierna vermelde, conform artikel 75 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, goedgekeurde structuurschema's, kunnen bij wijze van overgangsmaatregel nog gedurende één schooljaar gebruikt worden:
1° " Leertraject Nederlands richtgraad 1 ", goedgekeurd 31 mei 2002;
2° " Leertraject Nederlands richtgraad 2 ", goedgekeurd op 31 mei 2002;
3° " Leertraject Nederlands richtgraad 3 ", goedgekeurd op 31 mei 2002;
4° " Leertraject Nederlands richtgraad 4 ", goedgekeurd op 31 mei 2002;
5° " Socio-culturele integratie voor migranten richtgraad 2 ", goedgekeurd op 31 mei 2002.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2004.
Art.6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
<Opgeheven bij BVR 2014-02-28/15, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
Art. N2.
<Opgeheven bij BVR 2014-02-28/15, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
Art. N3.
<Opgeheven bij BVR 2014-02-28/15, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
Art. N4.
<Opgeheven bij BVR 2014-02-28/15, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
Art. N5. Bijlage V. - De modulaire opleiding " NT2 Professioneel Bedrijfsgericht richtgraad 2 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11176-11200).
Art. N6. Bijlage VI. - De modulaire opleiding " NT2 Professioneel Bedrijfsgericht richtgraad 3 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11201-11227).
Art. N7. Bijlage VII. - De modulaire opleiding " NT2 Professioneel Juridisch richtgraad 3 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11228-11247).
Art. N8. Bijlage VIII. - De modulaire opleiding " Socio-Culturele Integratie richtgraad 1 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11248-11256).
Art. N9. Bijlage IX. - De modulaire opleiding " Socio-Culturele Integratie richtgraad 2 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11257-11266).
Art. N10. Bijlage X. - De modulaire opleiding " Latijns Schrift richtgraad 1 ".
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-02-2006, p. 11267-11275).
Art.N10 TOEKOMSTIG RECHT.
<Opgeheven bij BVR 2020-09-04/21, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art. N11.Bijlage XI. - De modulaire opleiding " NT2 Verkort richtgraad 1 ".
[1 opgeheven]1
----------
(1)<BVR 2009-07-24/23, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2010>
Art. N12.Bijlage XII. - De modulaire opleiding " NT2 Verlengd richtgraad 1 ".
[1 opgeheven]1
----------
(1)<BVR 2009-07-24/23, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2010>
Art. N13.Bijlage XIII. - De modulaire opleiding " NT2 Verkort richtgraad 2 ".
[1 opgeheven]1
----------
(1)<BVR 2009-07-24/23, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2010>
Art. N14. <Ingevoegd bij BVR 2006-09-01/00, art. 1, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2006> Bijlage XIV. - De modulaire opleiding " NT2 Professioneel Juridisch richtgraad 4
1. Deel 1. - Opleiding.
1.1. Korte beschrijving.
1.1.1. Inhoud.
De opleiding " NT2 Professioneel Juridisch R4 " hoort thuis in het Studiegebied NT2. NT2-opleidingen situeren zich op een bepaald niveau, in het decreet " richtgraad " genoemd.
Een richtgraad is " een specifieke graad binnen het secundair onderwijs voor sociale promotie voor studiegebieden die niet in graden, overeenstemmend met die van het secundair onderwijs, ingedeeld kunnen worden. " (art. 3,42°) (Decreet tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs (2 maart 1999).)
Met de opleiding " NT2 Professioneel Juridisch R4 " wordt een taalopleiding aangeboden binnen het professionele domein aan personen die beroepshalve binnen de juridische context moeten functioneren. Het gaat over hoger- en hooggeschoolden. We denken hierbij aan advocaten, bedrijfsjuristen, notarissen, magistraten, gerechtsdeurwaarders, griffiers, functionarissen in de welzijnssector, politiemensen, beëdigde vertalers, secretaressen...
In de opleiding is de juridische sector de context waarbinnen de doelstellingen van het professionele domein zijn uitgewerkt.
1.1.2. Modules.
De opleiding " NT2 Professioneel Juridisch R4 " bestaat uit 2 modules van telkens 60 lt. De totale opleiding omvat dus 120 lt. De modules zijn : " NT2 PJ 1 : mondelinge taalbeheersing ", en " NT2 PJ 2 : schriftelijke taalbeheersing ".
1.1.3. Niveau en soort vak.
Aangezien het een bij uitstek algemene opleiding betreft, werden alle lestijden als AV gekwalificeerd, richtgraad 4.
1.2. Plaats van de opleiding in het studiegebied.
De opleiding " NT2 Professioneel Juridisch R4 " is een opleiding uit het Studiegebied NT2. Ze komt alleen voor in het volwassenenonderwijs (SOSP).
Nr. | Opleidingen | Code | Lestijden | Niveau | GB* |
1 | NT2 | AO NT 001 | 240 | R1 | |
2 | NT2 | AO NT 002 | 480 | R2 | |
3 | NT2 | AO NT 003 | 240 | R3 | |
4 | NT2 | AO NT 004 | 240 | R4 | |
5 | NT2 Professioneel Bedrijfsgericht | AO NT 005 | 180 | R2 | |
6 | NT2 Professioneel Bedrijfsgericht | AO NT 006 | 180 | R3 | |
7 | NT2 Professioneel Juridisch | AO NT 007 | 120 | R3 | |
8 | NT2 Professioneel Juridisch | AO NT 008 | 120 | R4 | |
9 | Socio-culturele integratie | AP NT 009 | 180 | R1 | |
10 | Socio-culturele integratie | AO NT 010 | 240 | R2 | |
11 | Latijns Schrift | AO NT 011 | 40 | R1 | |
12 | NT2 verkort | AO NT 012 | 160 | R1 | |
13 | NT2 verlengd | AO NT 013 | 360 | R1 | |
14 | NT2 verkort | AO NT 014 | 320 | R2 | |
* GB = gereglementeerd beroep.
1.3 Studieduur.
120 lt.
Certificaat van de opleiding : " NT2 PROFESSIONEEL JURIDISCH R4 " : 120 lt.
1.4. Modules en leertraject.
1.4.1. Modules.
Naam | Code | Lestijden | Niveau | Vak* |
NT2 Effectiveness PJ 1 : mondelinge taalbeheersing | M NT 039 | 60 Lt AV | R4 | |
NT2 Effectiveness PJ 2 : schriftelijke taalbeheersing | M NT 040 | 60 Lt AV | R4 | |
* Vanuit onderwijskundig standpunt.
1.4.2. Leertraject. (Traject niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 06-12-2006, p. 67946).
2. Deel 2. Modules.
2.1. Module NT2 Effectiveness PJ 1 : mondelinge taalbeheersing (039).
2.1.1. Situering van de module in de opleiding.
In de module " NT2 Effectiveness PJ 1 : mondelinge taalbeheersing " leert de cursist mondeling geproduceerde teksten uit en over de juridische context, zoals een betoog, een relaas, een verhoor, een pleidooi, een vonnis, correct begrijpen en er zich een oordeel over vormen.
Hij/zij leert eveneens een aantal tekstsoorten van belang voor het professioneel functioneren binnen de juridische context correct produceren. Hij/zij kan een samenvatting geven van vb een dossier, een relaas. Hij/zij kan een instructie geven aan vb een confrater. Hij/zij leert bovendien mondeling een mening uiten over vb een verhoor.
2.1.2. Instapvereisten.
De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de opleiding NT2 Vantage R3.
2.1.3. Studieduur.
1 x 60 lt.
Een deelcertificaat.
2.1.4. Basiscompetenties.
Module NT2 Effectiveness PJ 1 : mondelinge | M NT 039 |
taalbeheersing | |
Luisteren | |
De cursist kan | |
op structurerend niveau | |
de hoofdgedachte achterhalen en specifieke informatie | M NT 039 BC L01 |
zoeken in | |
- informatieve teksten binnen het vakgebied zoals | |
een gesprek, een documentaire, een presentatie, | |
een lezing, een voordracht | |
- persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een | |
betoog, een discussie, een debat, een pleidooi | |
- narratieve teksten zoals een verhoor, een relaas | |
alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten | M NT 039 BC L02 |
zoals een vonnis | |
op het beoordelend niveau | |
zich een persoonlijke mening vormen over | M NT 039 BC L03 |
- informatieve teksten zoals een lezing, een gesprek, | |
een documentaire, een presentatie, een voordracht | |
- persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een | |
betoog, een discussie, een debat, een pleidooi | |
- narratieve teksten zoals een relaas, een verhoor | |
De cursist kan | |
de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om | M NT 039 BC L04 |
de luistertaak uit te voeren : | |
- woordenschat en grammatica/noties en functies | |
- uitspraak en intonatie | |
- taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, | |
bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond | |
van de zender) | |
- socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van | |
land en volk, sociale conventies en gebruiken; | |
ideologische en historische achtergronden, trends | |
en ontwikkelingen) | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de | M NT 039 BC L05 |
luistertaak probleemloos de volgende leerstrategieen | |
(cognitief en metacognitief) toepassen : | |
- het luisterdoel bepalen | |
- hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling | |
van de tekst | |
- relevante voorkennis oproepen en gebruiken | |
(ook via ICT) | |
- het luistergedrag afstemmen op het luisterdoel | |
(o.m. skimmen, scannen en intensief luisteren) | |
- onderliggende opvattingen onderkennen | |
- de structuuraanduiders interpreteren | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de | M NT 039 BC L06 |
luistertaak probleemloos de nodige | |
communicatiestrategieen (o.m. compenserende | |
strategieen) toepassen : | |
- het luistergedrag differentieren volgens | |
verschillende luisterstrategieen | |
- van niet-gegeven of niet-gekende woorden de | |
betekenis achterhalen op basis van de context | |
- gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal | |
en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag | |
- in een gesprekssituatie vragen om te herhalen, | |
vragen om iets uit te leggen | |
De cursist heeft inzicht in de eigenheid van | M NT 039 BC L07 |
gesproken taal (o.m. onvolledige zinnen, herhalingen, | |
versprekingen en redundantie); hij kan de | |
verschillende tekstsoorten van elkaar onderscheiden; | |
hij kan uit het taalgebruik conclusies trekken in | |
verband met de intenties en emoties van de spreker | |
De cursist kan bij de voorbereiding en de uitvoering | M NT 039 BC L08 |
van de luistertaak reflecteren op de eigenheid van | |
de juridische woordenschat. Dit betekent dat hij | |
beseft dat hij de juridische terminologie correct | |
dient te interpreteren | |
De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak | M NT 039 BC L09 |
bereid : | |
- grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat | |
de gesprekspartner zegt | |
- zich in te leven in de socioculturele wereld van | |
de doeltaal | |
- zich niet te laten afleiden als hij in een tekst | |
niet alles begrijpt | |
- autonoom de eigen taalbeheersing volgens eigen | |
behoeften te verruimen | |
Tekstkenmerken voor luisteren : | |
De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken : | |
ze zijn authentiek | M NT 039 BC LT01 |
ze vallen binnen de interessesfeer van de cursist, of | M NT 039 BC LT02 |
ze houden verband met zijn professionele situatie, | |
maar hoeven niet enkel strikt professioneel van aard | |
te zijn | |
de onderwerpen die binnen het eigen competentiedomein | M NT 039 BC LT03 |
liggen zijn in toenemende mate complex | |
ze kunnen betekenisnuances, diverse registers, | M NT 039 BC LT04 |
idiomatische uitdrukkingen en impliciete | |
structurering bevatten | |
ze kunnen een complexe tekststructuur hebben | M NT 039 BC LT05 |
ze kunnen afwijken van de standaardnorm | M NT 039 BC LT06 |
ze kunnen courant regionaal taalgebruik bevatten | M NT 039 BC LT07 |
ze kunnen een normale hoeveelheid ruis bevatten | M NT 039 BC LT08 |
Spreken | |
De cursist kan | |
op structurerend niveau | |
een samenvatting geven van | M NT 039 BC S01 |
- informatieve teksten zoals een verslag of een | |
toelichting, een dossier | |
- persuasieve teksten zoals een gedachtewisseling, | |
een discussie, een pleidooi, een debat | |
- narratieve teksten zoals een relaas, een verhoor | |
een instructie geven in prescriptieve teksten zoals | M NT 039 BC S02 |
in contacten met medewerkers, deskundigen, confraters | |
of hoger geplaatsten | |
zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) | M NT 039 BC S03 |
verwoorden en vragen naar de beleving van een | |
gesprekspartner zoals in contacten met confraters, | |
clienten, magistraten, griffiers... | |
op het beoordelend niveau | |
een mening en een standpunt geven en ernaar vragen in | M NT 039 BC S04 |
- informatieve teksten zoals een verslag of een | |
toelichting, een dossier | |
- persuasieve teksten zoals gedachtewisseling, een | |
discussie, een pleidooi, een debat | |
- narratieve teksten zoals een relaas, een verhoor | |
De cursist kan | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de | M NT 039 BC S05 |
spreektaak de ondersteunende kennis gebruiken met | |
betrekking tot | |
- accurate woordenschat en grammatica/noties en | |
functies | |
- uitspraak en intonatie | |
- taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, | |
bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond | |
van de gesprekspartner) | |
- socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van | |
land en volk, sociale conventies en gebruiken; | |
ideologische en historische achtergronden, trends | |
en ontwikkelingen) | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de | M NT 039 BC S06 |
spreektaak probleemloos de nodige leerstrategieen | |
(cognitief en metacognitief) toepassen : | |
- een spreekplan opstellen | |
- relevante voorkennis oproepen en gebruiken | |
(ook via ICT) | |
- informatie verzamelen en gebruiken (gebruik maken | |
van referentiewerken en andere informatiebronnen | |
om de functionele kennis uit te breiden, onder | |
meer in het/de land(en) waar de doeltaal wordt | |
gesproken en via de instanties van dat/die | |
land(en)) | |
- een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken | |
en hanteren | |
bij de uitvoering van de spreektaak probleemloos de | M NT 039 BC S07 |
nodige communicatiestrategieen gebruiken : | |
- adequaat en effectief omgaan met talige middelen | |
- een minimaal beroep doen op compenserende strategieen | |
(zoals parafraseren en herformuleren voor zover dit | |
niet over de juridische terminologie gaat) | |
- indien nodig (bijv. bij een uiteenzetting) gebruik | |
maken van ondersteunend visueel materiaal en van | |
niet-verbaal gedrag (gepast gebruik van functionele | |
lichaamstaal) | |
- doelgerichte conversatiestrategieen gebruiken | |
(bv. om het woord te krijgen, te houden en door | |
te geven) | |
bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de | M NT 039 BC S08 |
spreektaak reflecteren op de eigenheid van de | |
juridische woordenschat. Dit betekent dat hij beseft | |
dat hij de juridische terminologie zeer accuraat | |
dient te gebruiken | |
De cursist geeft bij de uitvoering van de spreektaak | M NT 039 BC S09 |
blijk van volgende attitudes : | |
- contactbereidheid | |
- variatie en diversiteit in taalgebruik nastreven | |
- spreekdurf | |
- openheid voor culturele diversiteit | |
- autonoom verruimen van de eigen taalbeheersing | |
volgens eigen behoeften | |
Tekstkenmerken voor spreken : | |
De mondeling te produceren teksten vertonen volgende | |
kenmerken : | |
ze vallen binnen de interessesfeer van de cursist, of | M NT 039 BC ST01 |
ze houden verband met zijn professionele situatie, | |
maar hoeven niet enkel strikt professioneel van aard | |
te zijn | |
ze kunnen delicate of gevoelige onderwerpen omvatten | M NT 039 BC ST02 |
de onderwerpen die binnen het eigen competentiedomein | M NT 039 BC ST03 |
liggen zijn in toenemende mate complex | |
ze kunnen complex gestructureerd zijn | M NT 039 BC ST04 |
de spreker kan lang aan het woord blijven | M NT 039 BC ST05 |
het taalgebruik is vlot, nauwkeurig en genuanceerd en | M NT 039 BC ST06 |
benadert het taalgebruik van een native speaker met | |
vergelijkbare achtergrond; waar het juridische | |
terminologie betreft is het correct | |
ze getuigen van een gepaste en vlotte interactie | M NT 039 BC ST07 |
ze vertonen stilistische variatie | M NT 039 BC ST08 |
de uitspraak levert geen problemen op voor de spreker | M NT 039 BC ST09 |
van de doeltaal | |
de teksten vertonen vrijwel geen interferentie van | M NT 039 BC ST10 |
de moedertaal | |
2.2. Module NT2 Effectiveness PJ 2 : schriftelijke taalbeheersing (040).
2.2.1. Situering van de module in de opleiding.
In de module " NT2 Effectiveness PJ 2 : schriftelijke taalbeheersing " leert de cursist schriftelijk geproduceerde teksten uit en over de juridische context, zoals een proces-verbaal, een convocaat, een polis, een dagvaarding, een artikel uit een wetboek, correct begrijpen en er zich een oordeel over vormen.
Hij/zij leert eveneens een aantal tekstsoorten van belang voor het professioneel functioneren binnen de juridische context correct produceren. We denken dan aan teksten zoals besluiten. Hij/zij kan instructies schrijven zoals een contract en een verslag maken van vb een juridische voordracht. Eveneens kan hij/zij commentaar schrijven bij rechtspraak.
2.2.2. Instapvereisten.
De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de opleiding van de opleiding NT2 Vantage R3.
2.2.3. Studieduur.
1 x 60 lt.
Een deelcertificaat.
2.2.4. Basiscompetenties.
NT2 Effectiveness PJ 2 : schriftelijke taalbeheersing | M NT 040 |
Lezen | |
De cursist kan | |
op structurerend niveau : | |
alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals | M NT 040 BC R01 |
een polis, een overeenkomst, een contract, een | |
dagvaarding, rechtsplegingformulieren, rechtspraak, | |
een wetsartikel of artikel uit een wetboek | |
op het beoordelend niveau | |
zich een mening vormen over | M NT 040 BC R02 |
- persuasieve teksten zoals een zakelijke brief | |
(convocaat, afspraak, verzoek, klachtenbrief, | |
voorstel), besluiten | |
- narratieve teksten zoals een relaas, een | |
proces-verbaal | |
De cursist kan | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak | M NT 040 BC R03 |
de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot | |
- woordenschat en grammatica/noties en functies | |
- spelling/interpunctie | |
- taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, | |
bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond | |
van de zender) | |
- socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van | |
land en volk, sociale conventies en gebruiken; | |
ideologische en historische achtergronden, trends | |
en ontwikkelingen) | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak | M NT 040 BC R04 |
probleemloos de nodige leerstrategieen (cognitief en | |
metacognitief) toepassen : | |
- hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van | |
de tekst | |
- relevante voorkennis oproepen en gebruiken | |
(ook via ICT) | |
- onderliggende opvattingen onderkennen | |
- het leesgedrag afstemmen op het leesdoel | |
(o.m. skimmen, scannen en intensief lezen) | |
- de structuuraanduiders interpreteren | |
- gebruik maken van redundantie | |
bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak | M NT 040 BC R05 |
probleemloos volgende communicatiestrategieen | |
(o.m. compenserende strategieen) toepassen : | |
- het leesgedrag differentieren volgens verschillende | |
leesstrategieen | |
- de betekenis van ongekende woorden afleiden uit de | |
context en affixen | |
- gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal | |
- hulpbronnen raadplegen (traditionele en elektronische) | |
bij de voorbereiding en uitvoering van de leestaak | M NT 040 BC R06 |
reflecteren op de eigenheid van de schrijftaal. Dit | |
betekent dat hij : | |
- inzicht heeft in de eigenheid van geschreven taal | |
- het onderscheid kan maken tussen verschillende | |
tekstsoorten | |
bij de voorbereiding en uitvoering van de leestaak | M NT 040 BC R07 |
reflecteren op de eigenheid van de juridische | |
woordenschat. Dit betekent dat hij beseft dat hij | |
de juridische terminologie zeer correct dient te | |
interpreteren | |
De cursist is bij de uitvoering van de leestaak bereid : | M NT 040 BC R08 |
- zich in te leven in de socioculturele wereld van | |
de tekst | |
- moeilijkheden in complexe teksten niet uit de weg | |
te gaan | |
- te reflecteren op zijn leesgedrag | |
- andere teksten in de doeltaal te lezen | |
- autonoom de eigen taalbeheersing volgens eigen | |
behoeften te verruimen | |
Tekstkenmerken voor lezen : | |
De te lezen teksten vertonen volgende kenmerken : | |
ze zijn authentiek | M NT 040 BC RT01 |
ze vallen binnen de interessesfeer van de cursist, | M NT 040 BC RT02 |
of ze houden verband met zijn professionele situatie, | |
maar hoeven niet enkel strikt professioneel van aard | |
te zijn | |
de onderwerpen die binnen het eigen competentiedomein | M NT 040 BC RT03 |
liggen zijn in toenemende mate complex | |
ze zijn gevarieerd wat het tekstaanbod betreft | M NT 040 BC RT04 |
ze kunnen op een hoog abstractieniveau geformuleerd zijn | M NT 040 BC RT05 |
ze kunnen een complexe structuur hebben | M NT 040 BC RT06 |
ze kunnen betekenisnuances, diverse registers, | M NT 040 BC RT07 |
idiomatische uitdrukkingen en impliciete | |
structurering bevatten | |
Schrijven | |
De cursist kan | |
op structurerend niveau | |
informatie vragen en geven in | M NT 040 BC W01 |
- informatieve teksten zoals courante zakelijke brieven | |
(zoals aan een confrater, de griffie, de procureur, | |
enz.), juridische kroniek | |
- persuasieve teksten zoals besluiten | |
instructies geven in prescriptieve teksten zoals een | M NT 040 BC W02 |
zakelijke brief aan een deskundige, een contract, | |
rechtsplegingformulieren | |
een uitvoerig verslag schrijven van bijvoorbeeld een | M NT 040 BC W03 |
juridische voordracht | |
op het beoordelend niveau : | |
een mening en een standpunt geven in persuasieve | M NT 040 BC W04 |
teksten zoals besluiten, commentaar bij rechtspraak | |
De cursist kan | |
bij de uitvoering van de schrijftaak de nodige | M NT 040 BC W05 |
ondersteunende kennis toepassen : | |
- accurate woordenschat en grammatica/noties en | |
functies | |
- spelling, interpunctie en lay-out | |
- taalregister (rekening houden met medium, leeftijd, | |
bedoelingen, sociale en intellectuele achtergrond | |
van de ontvanger) | |
- socioculturele aspecten (genuanceerde kennis van | |
land en volk, sociale conventies en gebruiken; | |
ideologische en historische achtergronden, trends | |
en ontwikkelingen) | |
bij de voorbereiding en uitvoering van de schrijftaak | M NT 040 BC W06 |
probleemloos de volgende leerstrategieen (cognitief | |
en metacognitief) toepassen : | |
- een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie | |
uitwerken | |
- relevante voorkennis oproepen en gebruiken | |
(ook via ICT) | |
- informatie verzamelen (ook via informatie- en | |
communicatietechnologie) | |
- een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken | |
en hanteren | |
bij de uitvoering van de schrijfopdracht probleemloos | M NT 040 BC W07 |
de nodige communicatiestrategieen toepassen : | |
- onmiddellijk in de doeltaal formuleren | |
- door een duidelijke structuur de leesbaarheid van de | |
tekst bevorderen | |
- minimaal gebruik maken van compenserende strategieen | |
bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de | M NT 040 BC W08 |
schrijftaak reflecteren op schrijfproces en | |
schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en | |
formulering te reviseren | |
De cursist streeft bij de voorbereiding en de | M NT 040 BC W09 |
uitvoering van de schrijftaak een heldere | |
communicatiestijl na | |
De cursist kan bij de voorbereiding, uitvoering en | M NT 040 BC W10 |
evaluatie van de schrijftaak reflecteren op de | |
eigenheid van de juridische woordenschat. Dit | |
betekent dat hij beseft dat hij de juridische | |
terminologie zeer accuraat dient te gebruiken | |
De cursist is bereid : | M NT 040 BC W11 |
- bronnen in de doeltaal te raadplegen | |
- maximale correctheid in formulering en vormgeving | |
na te streven | |
- flexibel, open en verdraagzaam te reageren op de | |
socioculturele realiteit | |
- autonoom de eigen taalbeheersing volgens eigen | |
behoeften te verruimen | |
Tekstkenmerken voor schrijven : | |
De schriftelijk te produceren teksten vertonen | |
volgende kenmerken : | |
ze vallen binnen de interessesfeer van de cursist, | M NT 040 BC WT01 |
of ze houden verband met zijn professionele situatie, | |
maar hoeven niet enkel strikt professioneel van aard | |
te zijn | |
ze kunnen delicate of gevoelige onderwerpen omvatten | M NT 040 BC WT02 |
de onderwerpen die binnen het eigen competentiedomein | M NT 040 BC WT03 |
liggen zijn in toenemende mate complex | |
ze geven blijk van een goede beheersing van | M NT 040 BC WT04 |
woordconnotatie | |
de teksten hebben een duidelijke structuur en samenhang | BC WT05 |
de formulering benadert die van de moedertaalgebruiker | M NT 040 BC WT06 |
van een vergelijkbaar opleidingsniveau | |
de formulering is adequaat en aangepast aan de | M NT 040 BC WT07 |
communicatiesituatie (juiste keuze van perspectief en | |
stijldimensies) | |
de formulering getuigt van variatie en genuanceerd | M NT 040 BC WT81 |
taalgebruik | |
ze kunnen onder een zekere tijdsdruk tot stand komen | M NT 040 BC WT09 |
3. Bijlagen.
3.1. Teksttypologie.
1. Informatieve tekst (overbrengen van informatie).
vb. zakelijke brief, rechtsleer, juridische kroniek.
2. Narratieve tekst (verhalend weergeven van gebeurtenissen).
vb. proces-verbaal, relaas, verhoor, getuigenis.
3. Persuasieve tekst (probeert de ontvanger van iets te overtuigen).
vb. uitnodiging, excuus, convocaat, afspraak, verzoek, klacht, voorstel, besluiten.
4. Prescriptieve teksten (probeert het gedrag van de ontvanger rechtstreeks te sturen).
vb. rechtspraak, rechtsplegingformulieren.
3.2. Samenstelling Commissie Modulaire NT2- en Vreemdetalenopleidingen voor Specifieke Doelgroepen.
De commissie is netoverschrijdend samengesteld.
Leden :
Marcia Coertjens, Adjunct-Directeur CVO LBC-NVK Antwerpen, Vrij Onderwijs.
Erika De Crom, Projectverantwoordelijke talenopleidingen Cevora (Sectoraal Vormingscentrum van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden).
Chantal Delmotte, Inspecteur Volwassenenonderwijs.
René De Ryck, Directeur CVO Merchtem Sint-Donatus en CVO Kruikenburg Ternat, Vrij Onderwijs.
Stefaan Herschap, Adjunct-Directeur, PCVO Meetjesland.
Danny Jacquy, Adjunct-Directeur, GLTT Sint-Genesius-Rode, Gemeenschapsonderwijs.
Christiane Janssen, Docente Juridisch Frans, PCVO Moderne Talen Hasselt, Provinciaal Onderwijs.
Irène Paulissen, Directeur PCVO Moderne Talen Hasselt, Provinciaal Onderwijs.
Eddy Plancke, pedagogisch adviseur Gemeenschapsonderwijs.
Herman Reynaert, Directeur PCVO Meetjesland, Provinciaal Onderwijs.
Nicole Raes, Dienst voor Onderwijsontwikkeling.
Véronique Sanctobin, Coördinator Frans-Italiaans, Docente Juridisch Frans, Hitek, Kortrijk, Vrij Onderwijs.
Carine Steverlynck, Inspecteur Volwassenenonderwijs.
Dirk Trappers, Inrichtende Macht CVO LBC-NVK Antwerpen, Vrij Onderwijs.
Vinciane Vanderheyde, Adjunct-Directeur CVO KHN Brussel, Vlaams Onderwijs Overieg Platform (VOOP).
Christine Van Kerckhove, Adjunct-Directeur PCVO Gent, Provinciaal Onderwijs.