14 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan [ambtenaren] van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap (VERTALING).
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 5 van het besluit van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan beambten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van 25 oktober 2002 en 23 december 2004, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt :
" De delegatie bedoeld in het eerste lid kan worden uitgeoefend door de ambtenaren die gezamenlijk door het betrokken afdelingshoofd en de secretaris-generaal worden aangewezen. "
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 25 oktober 2002 en 23 december 2004, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
" De delegatie bedoeld in het eerste lid kan worden uitgeoefend door de ambtenaren die gezamenlijk door het betrokken afdelingshoofd en de secretaris-generaal worden aangewezen. "
Art.3. Artikel 12.1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 23 december 2004 wordt aangevuld met de volgende paragrafen 9 en 10 :
" § 9 - Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om, met toepassing van artikel 31 van het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand, te beslissen over de handhaving van de hulpverlening na het bereiken van de meerderjarigheid.
§ 10 - Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om, met toepassing van artikel 113, § 1, 3°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, het attest m.b.t. de aftrekbaarheid van de uitgaven voor de opvang van kinderen van minder dan 12 jaar te ondertekenen. "
Art.4. Artikel 14, § 4, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
" De delegatie bedoeld in het eerste lid kan worden uitgeoefend door de ambtenaren die gezamenlijk door het bevoegde afdelingshoofd en de secretaris-generaal worden aangewezen. "
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art. 6. De Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 14 september 2006.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,
K.-H. LAMBERTZ
De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme,
B. GENTGES
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
O. PAASCH
De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport,
Mevr. I. WEYKMANS.