18 MEI 2006. - Besluit van de regering betreffende het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs (VERTALING).
Art. 1-5
Artikel 1. Aantal werkende en plaatsvervangende leden.
Het aantal werkende en plaatsvervangende leden die vermeld zijn in artikel 101, lid 3, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra wordt voor elke categorie op 4 vastgelegd.
Art.2. Duur van de mandaten.
§ 1. Het mandaat van de voorzitter, van de ondervoorzitter en van alle werkende en plaatsvervangende leden duurt 5 jaar. Het is hernieuwbaar.
§ 2. Het mandaat van de voorzitter, van de ondervoorzitter en van alle werkende en plaatsvervangende leden neemt voortijdig een einde in geval van :
1° ontslagneming,
2° overlijden.
Het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid neemt ook een einde wanneer de inrichtende machten of de vakorganisaties die ditzelfde lid hebben voorgesteld om vervanging vragen.
Een plaatsvervangend lid beëindigt het mandaat. Er wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd.
Art.3. Secretaris en adjunct-secretaris.
De Regering wijst de secretaris en de adjunct-secretaris aan onder de ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Art.4. Vergoedingen.
De voorzitter en de ondervoorzitter alsmede alle leden verkrijgen per zitting een reiskostenvergoeding, toegekend overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.
De voorzitter en de ondervoorzitter verkrijgen per zitting een presentiegeld van euro 37.
Art. 5. Uitvoering. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 25 mei 2006.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
O. PAASCH.