13 APRIL 2006. - Besluit tot vaststelling van de procedure inzake inhouding en terugvordering van werkingsmiddelen in uitvoering van artikel 7.11 van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool (VERTALING).
Onderzoeksbevoegdheid.
Art. 1
Inhoudingsprocedure.
Art. 2
Terugvorderingsprocedure.
Art. 3
Inwerkingtreding.
Art. 4
Uitvoering.
Art. 5
Onderzoeksbevoegdheid.
Artikel 1. Binnen de perken bepaald door de wet kan het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap alle handelingen verrichten om één der overtredingen opgenomen in artikel 7.9, § 1, en artikel 7.10, § 1, van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool op te sporen.
Inhoudingsprocedure.
Art.2. § 1. Heeft het Ministerie één der overtredingen opgenomen in artikel 7.9, § 1, van hetzelfde decreet vastgesteld, dan zendt het een verslag aan de Regering.
De Regering beslist of een overtreding al dan niet bestaat. Zo ja, spreekt zij met toepassing van artikel 7.9, § 2, lid 1, van het decreet een waarschuwing uit. Het Ministerie betekent de waarschuwing aan de autonome hogeschool per aangetekende brief, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.
De autonome hogeschool beschikt over 60 dagen om een rechtvaardiging schriftelijk in te dienen of om de noodzakelijke maatregelen te nemen opdat aan de overtreding een einde wordt gemaakt. Zij zendt het Ministerie alle nodige documenten toe. Stelt het Ministerie na afloop van deze termijn vast dat een overtreding nog altijd bestaat, dan zendt het een verslag aan de Regering. Tegelijk informeert het Ministerie de autonome hogeschool per aangetekende brief, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.
De autonome hogeschool beschikt over 30 dagen om een rechtvaardiging schriftelijk in te dienen of om de noodzakelijke maatregelen te nemen opdat aan de overtreding een einde wordt gemaakt. Binnen die termijn kan zij erom verzoeken, door de Regering gehoord te worden over de overtredingen die haar ten laste worden gelegd.
Zich baserend op de met toepassing van voorafgaand lid schriftelijk en desgevallend mondelings door de autonome hogeschool afgelegde rechtvaardigingen beslist de Regering of een overtreding al dan niet bestaat. Zo ja, dan worden de nog niet uitbetaalde werkingsmiddelen met toepassing van artikel 7.9, § 2, van hetzelfde decreet ingehouden.
§ 2. Zodra de Regering vaststelt dat er geen overtreding meer bestaat, worden de ingehouden werkingsmiddelen uitbetaald.
Terugvorderingsprocedure.
Art.3. Heeft het Ministerie één der overtredingen opgenomen in artikel 7.10 van hetzelfde decreet vastgesteld, dan zendt het een verslag aan de Regering. Tegelijk informeert het Ministerie de autonome hogeschool per aangetekende brief, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.
De autonome hogeschool beschikt over 30 dagen om een rechtvaardiging schriftelijk in te dienen of om de noodzakelijke maatregelen te nemen opdat aan de overtreding een einde wordt gemaakt. Binnen die termijn kan zij erom verzoeken, door de Regering gehoord te worden over de overtredingen die haar ten laste worden gelegd. Zij zendt het Ministerie alle nodige documenten toe.
Zich baserend op de met toepassing van voorafgaand lid schriftelijk en desgevallend mondelings door de autonome hogeschool afgelegde rechtvaardigingen beslist de Regering of een overtreding al dan niet bestaat. Zo ja, dan verzoekt ze de autonome hogeschool per aangetekende brief, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt, de werkingsmiddelen met toepassing van artikel 7.10, § 2, van hetzelfde decreet op de ontvangstenrekening van de Duitstalige Gemeenschap te storten.
Binnen de 60 dagen betaalt de autonome hogeschool terug, binnen de door de Regering bepaalde perken.
Inwerkingtreding.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt.
Uitvoering.
Art. 5. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 13 april 2006
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
O. PAASCH.