12 OKTOBER 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegde diensten met het oog op de ontvangst van de aanvragen van de arbeidskaarten en de arbeidsvergunningen voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :
1° de wet : de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
2° de uitvoeringsbesluiten : het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, het koninklijk besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C, evenals het koninklijk besluit van 23 mei 2006 betreffende de modaliteiten van indiening van de aanvragen en aflevering van de arbeidskaarten en arbeidsvergunningen bedoeld in artikel 38quater, § 3, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
3° de arbeidsvergunning : het document zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;
4° de arbeidskaart : het document zoals bedoeld in artikel 5 van de wet.
Art.2. Wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de Directie Werkgelegenheidsbeleid en Meerwaardeneconomie van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd tot het in ontvangst nemen van de behoorlijk ingevulde aanvragen van arbeidsvergunningen, ingediend overeenkomstig de in de wet en haar uitvoeringsbesluiten bepaalde voorwaarden.
Art.3. Wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de Directie Werkgelegenheidsbeleid en Meerwaardeneconomie van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest gemachtigd tot het in ontvangst nemen van de behoorlijk ingevulde aanvragen van arbeidskaarten, ingediend overeenkomstig de in de wet en haar uitvoeringsbesluiten bepaalde voorwaarden.
Art.4. Onderhavig besluit treedt in werking op 1 december 2006.
Art. 5. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Tewerkstelling, is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, 12 oktober 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
B. CEREXHE.