Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 MEI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de inhoud en de algemene voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Inhoud en voorstelling van het Gemeentelijk ontwikkelingsplan.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Slot- en Overgangsbepalingen.
Art. 6-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003031349 



Uitvoeringsbesluit(en):

2006031287 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, moet men verstaan onder :
  1° "Minister" : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening.
  2° "plan": het gemeentelijk ontwikkelingsplan.

HOOFDSTUK II. - Inhoud en voorstelling van het Gemeentelijk ontwikkelingsplan.
Art.2. Het plan moet op zijn minst volgende thema's behandelen :
  1° de bevolking en de huisvesting, daarbij inbegrepen de woongelegenheden die tot het O.C.M.W. behoren of daarvan afhangen en in voorkomend geval, de woongelegenheden die door de Openbare Huisvestingsmaatschappijen beheerd worden;
  2° de tewerkstelling en de economische activiteiten;
  3° de voorzieningen van collectief belang en openbaar nut;
  4° het verkeer, de verplaatsingen, het parkeren en de verkeersveiligheid;
  5° het milieu : groenvoorzieningen, landschappen, fauna en flora, hinder en milieuverontreiniging, daarbij de bodemverontreiniging inbegrepen, zones aangeduid overeenkomstig de transpositiemaatregelen naar binnenlands recht voor de richtlijn 79/409/EG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand en richtlijn 92/43/EG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, alsook de risico's die verbonden zijn aan de aanwezigheid van ondernemingen of zones zoals bedoeld door de richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken;
  6° de openbare ruimtes, de stadsvernieuwing, het gemeentelijk patrimonium, het waardevol onroerend erfgoed en de algemene toestand van het vastgoedpark, daarbij inbegrepen de ongezonde, verlaten en onbewoonde gebouwen;
  7° de normatieve bepalingen, plannen en gemeentelijke programma's.

Art.3. Het plan wordt voorafgegaan door een methodologische nota die de lezer moet in staat stellen een snelle beoordeling van onder andere de structuur van het plan te maken en die tevens het voorwerp van het plan en zijn algemene doelstellingen moet bepalen, alsook zijn procedure voor de uitwerking ervan.

Art.4. Het plan bevat een schriftelijke en cartografische inleiding die de elementen hernemen die nodig zijn om de economische, sociale en culturele noden van de gemeente en haar behoeften inzake verplaatsingen en leefmilieu te begrijpen alsook deze van haar inwoners en gebruikers: troeven, gebreken en mogelijkheden, alsook, in voorkomend geval, de elementen of relevante wijzigingen van de toestand zowel feitelijk als rechtens, de grote lopende of ter studie liggende projecten, de inwerking van de situatie op de andere gemeenten, de gewestelijke context en de banden met de gewestelijke doelstellingen en plannen.

Art.5. Het plan bestaat uit een strategisch en een operationeel luik.
  Het strategisch luik bevat :
  1° de algemene, transversale en sectorale doelstellingen op grond van de behoeften zoals deze geanalyseerd werden in de inleiding bedoeld in artikel 4;
  2° de transversaal en sectoraal aan te wenden middelen.
  Het plan toont een inventaris en een verslag van het zoeken naar beschikbare middelen (met name menselijke en financiële, alsook van de erfpacht- of uitwisselingsmogelijkheden);
  3° de prioritaire interventiegebieden en -domeinen.
  Voor elk prioritair interventiegebied toont het plan de nagestreefde hoofddoelstellingen en de voornaamste geprogrammeerde maatregelen. Op dezelfde wijze toont het, voor elk prioritair interventiedomein, de nagestreefde hoofddoelstellingen, de voornaamste plaatsen van tussenkomst, de synthese van de geprogrammeerde acties en in voorkomend geval de hulp die werd toegekend aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen.
  Het operationeel luik omvat :
  1° de maatregelen die aangewend moeten worden, op transversale en sectorale wijze, om de omschreven doelstellingen en prioriteiten te bereiken, alsook hun haalbaarheidsstudie, daarbij inbegrepen de lopende maatregelen waarvan de voortzetting vraagt dat beroep wordt gedaan op nieuwe middelen (financiële middelen, partners, enz.).
  Voor elke maatregel voert het operationele luik een studie uit van de acties die ondernomen moeten worden en vestigt het de aandacht op :
  a) de aard van de acties (organisatorisch, op het vlak van de investeringen, van de voorschriften, algemeen of bijzonder);
  b) de betrokken actoren (gemeentelijk, gewestelijk, pararegionaal of andere), hun taak, de te bereiken akkoorden, de onderhandelingen die met hen gevoerd moeten worden;
  c) de middelen die moeten ontplooid worden om de acties uit te voeren, daarbij inbegrepen het vereiste budget en de eventuele toelagen;
  d) de graad van prioriteit;
  Om het onderscheid te kunnen maken tussen de maatregelen die uitsluitend van de gemeenteoverheid afhangen en deze die het akkoord van andere partners vooronderstellen, worden deze maatregelen afzonderlijk gehergroepeerd.
  2° in voorkomend geval omvat het plan een evaluatie van de normatieve bepalingen, plannen en gemeentelijke programma's in functie van de doelstellingen vastgelegd in het plan en van de beschikbare middelen, alsook voorstellen tot uitwerking, aanpassing of tot een gehele of gedeeltelijke intrekking van deze bepalingen;
  3° de samenvattende tabellen die de geprogrammeerde of aan de gang zijnde hoofdacties hernemen en die voor elke actie de hoofdactor en de andere betrokken actoren, de aard van de actie (organisatorische, algemene of bijzondere maatregel), de aan te wenden middelen, de graad van prioriteit en de financieringsbronnen aanwijzen.

HOOFDSTUK III. - Slot- en Overgangsbepalingen.
Art.6. Het besluit van 12 juni 2003 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de inhoud en de algemene voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan wordt ingetrokken.
  Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.

Art. 7. De Minister die ruimtelijke ordening onder zijn bevoegdheden heeft, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 18 mei 2006.
  Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
  Ch. PICQUE.