15 JUNI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de analytische componenten van de algemene boekhouding.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van het onderhavig besluit, wordt verstaan onder :
1° ordonnantie : de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
2° gewestelijke entiteit : de gewestelijke entiteit bepaald in artikel 2, 2°, van de ordonnantie;
3° boekhoudkundige entiteit : de entiteit bepaald in artikel 2, 3° van de ordonnantie;
4° resultatenrekening : het overzicht van voor een boekhoudkundige entiteit de kosten en de opbrengsten voor een bepaalde periode. De kosten worden geboekt op de rekeningen van klasse 6 en de opbrengsten worden geboekt op de rekeningen van klasse 7. De saldi van de rekeningen van klasse 6 en 7 voor het beschouwde boekjaar leveren de elementen voor de resultatenrekeningen.
5° operationele elementen : de kosten en opbrengsten van een kostenplaats of opbrengstenplaats representatief voor een perimeteractiviteit, gedefinieerd in de analytische structuur, die een besturingsdienst in het kader van een overheidsmissie uitvoert;
6° indirecte elementen : de kosten en opbrengsten van een kostenplaats representatief voor een administratieve eenheid of een perimeteractiviteit, gedefinieerd in de analytische structuur, die een ondersteuning voor één of meerdere andere administratieve eenheden of operationele perimetersactiviteiten biedt.
§ 2. Onderhavig besluit is van toepassing op de gewestelijke entiteit.
Art.2. § 1. De analytische boekhouding is een hulpboekhoudsysteem bij de algemene boekhouding, waarbinnen de boekingen van de opbrengsten en de kosten van de algemene boekhouding herwerkt worden teneinde specifieke aspecten van de activiteiten van de boekhoudkundige entiteit te kunnen analyseren, de samenstelling van haar globale resultatenrekening te kunnen bepalen en de bijdrage van de verschillende activiteiten tot deze resultaten te kunnen onderscheiden.
§ 2. In functie van de door het geïnformatiseerde boekhoudsysteem geboden mogelijkheden, kunnen in de analytische boekhouding andere elementen van de boekhouding worden aangewend.
Art.3. De analytische boekhouding wordt gelijktijdig met de algemene boekhouding gevoerd.
Art.4. § 1. De analytische boekhouding omvat drie assen :
1° de kostenplaatsas;
2° de projectas;
3° de sectoriële as.
De kostenplaatsas wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die de boekhoudkundige entiteit opdeelt in administratieve eenheden volgens hun hiërarchische structuur. Die as is verplicht voor de diensten van de Regering en facultatief voor de andere boekhoudkundige entiteiten.
De projectas wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die de boekhoudkundige entiteit opdeelt in projecten teneinde de opvolging van specifieke projecten mogelijk te maken. Die as is facultatief.
De sectoriële as wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die de boekhoudkundige entiteit opdeelt in geografische of functionele sectoren. Die as is facultatief.
§ 2. De Minister van Financiën bepaalt, voor de diensten van de Regering en na advies van de directieraad, de omslagmethodes volgens dewelke de indirecte elementen voor de bepaling van de analytische resultaten omgeslagen dienen te worden naar de operationele elementen.
Art. 5. Onderhavig besluit treedt in werking op 1 januari 2006 voor de diensten van de Regering en op 1 januari 2008 voor de autonome bestuursinstellingen.
Brussel, 15 juni 2006.
Voor de Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL.