27 JANUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
HOOFDSTUK I. - Woningen.
Art. 1-7
HOOFDSTUK II. - Kamerwoningen.
Art. 8-12
HOOFDSTUK III. - Heffingsbesluit.
Art. 13-15
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 16-17
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
HOOFDSTUK I. - Woningen.
Artikel 1. In artikel 3, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen, wordt het cijfer " 18 " vervangen door het cijfer " 15 ".
Art.2. Aan artikel 3 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt :
" Als een controleverslag van de brandweer uitwijst dat er ernstige brandveiligheidsproblemen zijn, wordt dit opgenomen en meegerekend in het technisch verslag. Als er nog geen controleverslag van de brandweer is opgemaakt, maar er zijn vermoedens dat de woning ernstige brandveiligheidsproblemen vertoont of dat de woning wegens brandveiligheidsproblemen ontruimd moet worden, vermeldt de gewestelijke ambtenaar dat in zijn advies aan de burgemeester. Die kan hiermee rekening houden bij de opmaak van zijn besluit. ".
Art.3. Aan artikel 9, eerste lid van hetzelfde besluit, worden de woorden " en de wooninspecteur " toegevoegd.
Art.4. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt :
" § 2 Het beroep werkt schorsend voor de opname op de inventaris, zoals bedoeld in artikel 28 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996. "
Art.5. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 26. § 1. De volgende woningen zijn onderworpen aan de toepassing van hoofdstuk II van titel III van de Vlaamse Wooncode en aan de toepassing van dit hoofdstuk :
1° elke woning die gerealiseerd werd voor 1 november 1998 en meer dan 20 jaar voor de aanvraag van het conformiteitsattest;
2° elke woning, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode.
§ 2. Voor de woningen, gerealiseerd voor 1 november 1998 en minder dan 20 jaar voor de aanvraag van het conformiteitsattest, kan een dergelijk attest verkregen worden zonder het voorafgaande conformiteitsonderzoek, vermeld in artikel 18.
De procedure voor de aanvraag, bedoeld in het vorige lid, is dezelfde als de procedure voor de aanvraag van het conformiteitsattest voor woningen, bedoeld in § 1, met uitzondering van de specifieke bepalingen betreffende het conformiteitsonderzoek, en met dien verstande dat de volgende stukken moeten worden bijgevoegd :
1° een verklaring dat de woning voldoet aan de normen, opgenomen in artikel 5 van de Vlaamse Wooncode;
2° een schema van de indeling van de woning, waarbij de functies van de lokalen opgenomen zijn. "
Art.6. In artikel 41 van hetzelfde besluit worden de woorden " leidend ambtenaar " vervangen door het woord " minister ".
Art.7. Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I die bij dit besluit gevoegd is.
HOOFDSTUK II. - Kamerwoningen.
Art.8. Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 3. Als een controleverslag van de brandweer uitwijst dat er ernstige brandveiligheidsproblemen zijn, wordt dat opgenomen en meegerekend in het technisch verslag.
Als er nog geen controleverslag van de brandweer is opgemaakt, maar er zijn vermoedens dat de kamerwoning ernstige brandveiligheidsproblemen vertoont of dat de kamerwoning wegens brandveiligheidsproblemen ontruimd moet worden, vermeldt de gewestelijke ambtenaar dat in zijn advies aan de burgemeester. Die kan hiermee rekening houden bij de opmaak van zijn besluit. "
Art.9. Artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt :
" 1° de (studenten)kamer volgens deel E van het technisch verslag een eindscore van minstens 15 punten behaalt; ".
Art.10. In artikel 5, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" De (studenten)kamer wordt niet conform bevonden :
1° als ze volgens deel E van het technisch verslag een eindscore van minstens 15 punten behaalt;
2° als ze volgens deel F niet aangepast is aan de vereisten inzake woonbezetting;
3° als ze minder dan 12 m2 bedraagt, met behoud van de toepassing van artikel 8, § 1, van het kamerdecreet. "
Art.11. Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage II die bij dit besluit is gevoegd.
Art.12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, bepaalt de wijze waarop de eindscore, vermeld in artikel 4, § 1, 1°, en in artikel 5, tweede lid, 1°, van vermeld besluit berekend wordt.
HOOFDSTUK III. - Heffingsbesluit.
Art.13. In artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/ of woningen, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
" De gewestelijke ambtenaar, bedoeld in artikel 24, 3° van het decreet, is de ambtenaar die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 2, § 3 van dit besluit. Hij beoordeelt of de woning voldoet aan de vereisten van stabiliteit, bouwfysica, veiligheid en minimaal comfort aan de hand van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen.
Kamers beoordeelt hij aan de hand van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. "
Art.14. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden het tweede en het derde lid opgeheven.
Art.15. Bijlage II en IIbis van hetzelfde besluit worden opgeheven.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de negentiende maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Y. LETERME
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
M. KEULEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Technisch verslag van het onderzoek van de kwaliteit van de woningen.
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-07-2006, p. 35387-35391).
Art. N2. Bijlage 2. - Technisch verslag van het onderzoek van de kwaliteit van kamerwoningen.
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-07-2006, p. 35392-35401).