Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

5 SEPTEMBER 2006. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere erkenningscriteria voor artsen, houders van een bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde, evenals voor stagemeesters en stagediensten in de arbeidsgeneeskunde.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Criteria voor de erkenning van de geneesheren-specialisten in de arbeidsgeneeskunde.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Criteria voor het behouden van de erkenning.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de arbeidsgeneeskunde.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Criteria voor de erkenning van de stagediensten.
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen.
Art. 5
HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding.
Art. 6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995025173 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Criteria voor de erkenning van de geneesheren-specialisten in de arbeidsgeneeskunde.
Artikel 1. Wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde te mogen voeren, volgt met vrucht een opleiding die overeenstemt met ten minste vier voltijdse jaren. De opleiding bestaat uit een specifieke theoretische opleiding van twee jaar en stages in één of meer stagediensten of bij een stagemeester die erkend zijn volgens hoofdstukken III en IV
  Met instemming van zijn coördinerende stagemeester mag de kandidaat zijn opleiding in bijzondere gebieden van de arbeidsgeneeskunde aanvullen met stages, in gespecialiseerde en daartoe door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen erkende diensten, zonder dat het totaal van deze stages één jaar mag overschrijden.
  Tijdens de stages neemt hij deel aan de wetenschappelijke activiteiten in de arbeidsgeneeskunde die in onderlinge samenwerking georganiseerd worden door de universiteiten, de wetenschappelijke verenigingen en de stagemeesters. Hij legt een wetenschappelijk en persoonlijk werk voor.

HOOFDSTUK II. - Criteria voor het behouden van de erkenning.
Art.2. Om erkend te blijven, oefent de geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde de arbeidsgeneeskunde uit en levert het bewijs dat hij zijn kennis, bevoegdheden en medische prestaties in de arbeidsgeneeskunde onderhoudt en ontwikkelt.

HOOFDSTUK III. - Criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de arbeidsgeneeskunde.
Art.3. De stagemeester is voltijds aan een erkende stagedienst verbonden en besteedt ten minste 80 % van zijn tijd aan activiteiten die betrekking hebben op zijn specialiteit.
  De stagemeester kan instaan voor de opleiding van kandidaat-specialisten naar rata van maximaal één kandidaat per voltijds aan de erkende stagedienst verbonden geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde.
  De stagemeester is sedert acht jaar als geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde erkend.
  De stagemeester ziet erop toe dat de kandidaat zijn opleidingsstage voltijds verricht.

HOOFDSTUK IV. - Criteria voor de erkenning van de stagediensten.
Art.4. De afdeling of het departement belast met het medisch toezicht binnen de externe of interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, bedoeld in artikels 33 en 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, om erkend te worden als stagedienst :
  1° beschikt over een erkenning toegekend door de Gemeenschappen;
  2° staat in voor de permanente opleiding van al het aan hem verbonden personeel;
  3° beschikt over een erkend stagemeester.

HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen.
Art.5. Het ministerieel besluit van 11 mei 1995 houdende speciale erkenningscriteria voor artsen, houders van een bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde, evenals voor stagemeesters en stagediensten voor arbeidsgeneeskunde, wordt opgeheven.
  De erkenningen die op basis van dit ministerieel besluit van 11 mei 1995 aan de stagemeesters en aan de stagediensten werden toegekend blijven geldig totdat hun oorspronkelijk vastgestelde termijn is verlopen.

HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Brussel, 5 september 2006.
  R. DEMOTTE.