12 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen bXtreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 25 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 3°, a), worden de woorden " dat cursussen volgt " vervangen door de woorden " dat onderwijs volgt ";
2° het eerste lid, 3°, wordt aangevuld als volgt :
" e) ten gunste van het kind dat een vorming doorloopt waarvoor in het " bachelor-master " systeem studiepunten worden toegekend en geen lessen dienen te worden gevolgd ";
3° in het tweede lid worden de woorden " evenals de vormingen die voor de in 3°, e), beoogde kinderen in aanmerking komen " ingevoegd tussen de woorden " om er aanspraak op te maken, " en de woorden " worden nader bepaald door Ons ".
Art.2. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1976 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997, worden de woorden " het koninklijk besluit van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt " vervangen door de woorden " het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 2003, wordt vervangen als volgt :
" Art. 4. De in het artikel 25, eerste lid, 3° van hetzelfde besluit bedoelde kinderbijslag ten voordele van de rechtgevende kinderen die een stage doormaken om benoemd te kunnen worden in een openbaar ambt, wordt toegekend onder de volgende voorwaarden :
1° de kinderbijslag wordt over de stageperiode verleend indien het kind voor die stage geen vergoeding of loon geniet; de toekenningsperiode mag evenwel de normaal vereiste duur van de stage niet overschrijden;
2° de winstgevende activiteit van het kind brengt geen schorsing van de toekenning van de kinderbijslag met zich mee indien ze niet meer bedraagt dan 240 uren per kwartaal.
Een winstgevende activiteit in de zin van dit artikel is elke beroepsbezigheid uitgeoefend in het kader van een dienstbetrekking of als zelfstandige met een inkomen als oogmerk.
Het genot van een sociale uitkering bij toepassing van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen of beroepsziekten, brengt geen schorsing van de toekenning van de kinderbijslag met zich mee als die uitkering voortvloeit uit een toegelaten winstgevende activiteit.
Het genot van een sociale uitkering bij toepassing van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende werkloosheid of van een loopbaanonderbrekingsuitkering bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, schorst de toekenning van kinderbijslag. "
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.
Art. 5. Onze Minister van Middenstand is beslast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
R. DEMOTTE
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE.