20 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot verhoging van de leeftijdstoeslagen bedoeld in de artikelen 44 en 44bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. (NOTA : Bekrachtigd bij W2006-12-27/30, art . 168; Inwerkingtreding : 01-07-2006) (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij DDG2018-04-23/18, art. 110,5°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-07-2006 en tekstbijwerking tot 12-06-2018)
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit is niet van toepassing op de personen die recht hebben op kinderbijslag ten laste van Gemeenschappen of Gewesten.
Art.2. De bij dit besluit ingevoerde verhoging van de leeftijdstoeslagen is bedoeld voor kinderen die in 2006 minstens 6 en hoogstens 17 jaar oud zijn.
Art.3. De bedragen bedoeld in artikel 44 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, worden als volgt verhoogd :
1° de in § 1, 1° en § 2, 1° bedoelde bedragen worden verhoogd met 44,40 euro bij de toekenning van de toeslag voor juli 2006;
2° de in § 1, 2° en § 2, 2° bedoelde bedragen worden met 62,16 euro verhoogd bij de toekenning van de toeslag voor juli 2006.
In afwijking van het eerste lid, 1° is de bedoelde verhoging verschuldigd bij de eerste toekenning van een toeslag als het recht op die toeslag ontstaat tussen 1 juli en 31 december 2006.
Art.4. De toeslagen verschuldigd op grond van artikel 44bis van dezelfde wetten, worden, bij de toekenning van de toeslag voor juli 2006, verhoogd met :
1° : 44,40 euro voor een kind van minder dan 12 jaar;
2° : 62,16 euro voor een kind van minstens 12 jaar.
Art.5. De verhoging op grond van de artikelen 1 tot 3 en de toeslag waarop die verhoging een aanvulling is, worden afzonderlijk betaald.
De in de artikelen 3 en 4 bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan spilindex 103,14 (basis 1996 = 100) en evolueren zoals bepaald in artikel 76bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.
Art.6. Artikel 8, § 2 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 juli 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 april 1985 en 31 maart 1987, de wet van 22 december 1989 en het koninklijk besluit van 18 december 1996, wordt als volgt aangevuld :
" evenals op de verhogingen, tegen de bedragen en volgens de regels bepaald op grond van artikel 75, 1° van dezelfde wetten. "
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.