6 JULI 2006. - Koninklijk besluit houdende financiering van de opvang verleend aan de slachtoffers van mensenhandel in 2006.
Art. 1-4
Artikel 1. Een globaal bedrag van euro 153.530 aanrekenbaar op basisallocatie 55.12.3326.43 van de Algemene Uitgavenbegroting 2006, wordt gereserveerd voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel.
Dit bedrag heeft tot doel de kosten van de opvang te vergoeden verleend aan personen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben bekomen om in deze hoedanigheid ter beschikking van het gerecht te blijven. De opvang kan plaatsvinden in de opvanghuizen zelf, in gastgezinnen, of op plaatsen die om veiligheidsredenen geheim dienen te blijven.
Het vermelde bedrag is onder voorbehoud dat enkel het opvangcentrum " Pag-Asa " rechtstreeks kosten zal terugvorderen en de opvangcentra " Payoke " en " Sürya " respectievelijk via de openbare centra voor maatschappelijk welzijn werken.
Art.2. § 1. De uitbetaling van de Staatstussenkomst zal gebeuren in de vorm van maandelijkse stortingen na voorlegging van de verantwoordingsstukken van de uitgaven, die binnen de grenzen moeten blijven bepaald in artikel 11, par. 1, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de O.C.M.W.'s en in het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.
§ 2. Indien de organisaties de bedragen, waarvoor de Staat geheel of gedeeltelijk tussenkwam, teruggevorderd hebben, zullen deze organisaties de teruggevorderde bedragen die verschuldigd zijn aan de Staat, overschrijven op de postchequerekening van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie of zal de Staat de teruggevorderde bedragen afhouden van de volgende tussenkomst.
Art.3. Deze organisaties verbinden zich ertoe, ingeval zij een beroep doen op deze Staatstussenkomst, de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie maandelijks in te lichten over de naam, het aantal en de nationaliteit van de gesteunde personen evenals de modaliteiten van de toegekende steun en dit om een eventuele dubbele steunverlening te vermijden.
Wat de opvang van slachtoffers van mensenhandel betreft, zal een afschrift van de tijdelijke verblijfsvergunning toegevoegd worden. Na de periode van 45 dagen zal een afschrift van het bewijs dat een klacht werd ingediend eveneens aan de POD worden verzonden.
Art. 4. Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juli 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Maatschappelijke Integratie,
C. DUPONT.