Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

22 JUNI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikelen 54 en 55 van en tot invoeging van een artikel 54ter in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969112813 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt een artikel 54ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 54ter. § 1. Onverminderd de burgerlijke sancties bedoeld in de artikelen 54 en 54bis, is de werkgever bij gebrek aan aangifte of in geval van onvolledige of onjuiste aangifte een forfaitaire vergoeding van 50 euro verschuldigd voor de ambtshalve opmaak door de ambtenaren bedoeld in artikel 31 van de wet of de ambtshalve rechtzetting van de kwartaalaangifte door de ambtenaren bedoeld in artikel 31 van de wet of door de binnendiensten van de Rijksdienst. Deze forfaitaire vergoeding wordt vermeerderd met een vergoeding van 4 euro per ontbrekende tewerkstellingslijn of per tewerkstellingslijn waarvoor het in aanmerking te nemen loon is gewijzigd.
  Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 55 wordt verstaan onder :
  1° onvolledige aangifte : een aangifte waarvoor, zes maanden na het einde van het betrokken kwartaal, één of meerdere tewerkstellingslijnen ontbreken en waarvoor het aantal natuurlijke personen waarvoor deze tewerkstellingslijnen ontbreken ten minste 5 % vertegenwoordigt van het totaal aantal natuurlijke personen vermeld in de aangifte;
  2° onjuiste aangifte : een aangifte waarvoor zes maanden na het einde van het betrokken kwartaal elementen ontbreken van het loon dat in aanmerking dient te worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen, waarbij deze ontbrekende elementen van het in aanmerking te nemen loon minstens 5 % vertegenwoordigen van de totale loonmassa vermeld in de aangifte;
  3° " ambtshalve " : elke opmaak of rechtzetting die niet worden uitgevoerd door, op het initiatief van of op vraag van de werkgever of zijn lasthebber.
  § 2. Wanneer de kwartaalaangifte en de vereiste bijlagen niet binnen de termijn bedoeld in het artikel 33 of in artikel 35bis worden ingediend bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, is de werkgever een forfaitaire vergoeding van 495,79 euro verschuldigd, vermeerderd met 247,89 euro per schijf van 24.789,35 euro aan bijdragen boven 49.578,70 euro.
  Het vorige lid is van toepassing op de werkgever die de verplichting opgelegd bij artikel 41, § 1, tweede lid, niet naleeft.
  Dezelfde bedragen zijn van toepassing als de Rijksdienst voor sociale zekerheid vaststelt dat de werkgever of zijn mandataris gewoonlijk een onvolledige of onjuiste aangifte overmaakt. Hij zal de werkgever of zijn mandataris per aangetekende brief verwittigen en zal vervolgens de forfaitaire vergoeding toepassen voor het of de volgende kwartalen als de werkgever of zijn mandataris in dezelfde fout vervalt.

Art.2. In artikel 55, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 november 1971, 23 januari 1974, 1 juli 1999 en 18 juli 2000, worden de volgende wijziging aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, de woorden " bij artikel 54, tweede lid " worden vervangen door de woorden " bij artikel 54ter, § 2 ";
  2° in § 2 wordt het volgende lid toegevoegd :
  " Insgelijks, indien de werkgever het bewijs levert van uitzonderlijke omstandigheden, dat het laattijdig indienen van de aangifte of het indienen van een onvolledige of onjuiste aangifte rechtvaardigt, kan de Rijksdienst voor sociale zekerheid het bedrag van de forfaitaire vergoedingen bedoeld in artikel 54ter met ten hoogste 50 p.c. verminderen. De uitoefening van deze mogelijkheid is weliswaar onderworpen aan het indienen en voorafgaande betaling door de werkgever van alle vervallen sociale zekerheidsbijdragen. ";
  3° een § 4 wordt toegevoegd luidende :
  " § 4. De voornoemde vermindering met 50 p.c. van het bedrag van de forfaitaire vergoedingen bedoeld in artikel 54ter kan door de Rijksdienst voor sociale zekerheid op 100 p.c. worden gebracht wanner zijn Beheerscomité bij een met eenparigheid van stemmen getroffen gemotiveerde beslissing, aanvaardt dat zulke vermindering, wegens dwingende redenen van billijkheid, bij wijze van uitzondering, verantwoord is. "

Art.3. Het tweede, het derde en het laatste lid van artikel 54 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 22 juni 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN.