Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 2006. - Koninklijk besluit houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost. (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2017-05-19/03, art. 8,1°, 002; Inwerkingtreding : 16-06-2017)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-07-2006 en tekstbijwerking tot 06-06-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2017012334 



Artikels:

Artikel 1. Tot de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost behoren :
  1° De personen die aan de voorwaarden voldoen om een verhoogde tegemoetkoming te genieten als bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994;
  2° De personen die niet tot de in 1° bedoelde categorie behoren en wier jaarlijks bruto-inkomen van hun huishouden het bedrag van 11.763,02 euro, verhoogd met 2.177,65 euro per persoon ten laste niet overschrijdt.;
  3° De personen die een schuldbemiddeling overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of een collectieve schuldenregeling overeenkomstig de artikelen 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, genieten en die bovendien niet in staat zijn hun verwarmingsfactuur te betalen;
  4 ° De personen als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.

Art.2. De in artikel 1, 2° vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 103,14 geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100) van de consumptieprijzen.
  Zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld

Art. 3. Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Onze Staatsecretaris voor Duurzame Ontwikkeling zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.