30 JUNI 2006. - Koninklijk besluit tot invoeging van een artikel 19ter in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 1-3
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt een artikel 19ter ingevoegd, luidende :
" Art. 19ter. § 1. Het voordeel toegekend onder de vorm van een sport/cultuurcheque wordt als loon beschouwd.
Indien een sport/cultuurcheque werd of wordt verleend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of van enig ander voordeel of van een aanvulling bij het voorgaande, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid, is § 2 niet van toepassing.
§ 2. Opdat zij niet als loon worden beschouwd, moeten sport/cultuurcheques terzelfder tijd aan alle volgende voorwaarden voldoen :
1° de toekenning van de sport/cultuurcheque moet vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak of in een geschreven individuele overeenkomst voorzover de werkgever de cheques aan het geheel van werknemers of aan een categorie van werknemers toekent. Indien de werkgever niet valt onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten, dan moet de toekenning geregeld worden door, naargelang het geval, een protocolakkoord afgesloten op het niveau van het bevoegde Onderhandelingscomité of door de regeling vastgesteld door het paritair comité bedoeld hetzij in artikel 30 hetzij in artikel 31 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven of door schriftelijke individuele overeenkomst;
2° de sport/cultuurcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd; deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens (aantal sport/cultuurcheques, bedrag van de sport/cultuurcheque) voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten;
3° op de sport/cultuurcheque staat duidelijk vermeld dat zijn geldigheid tot 15 maanden beperkt is, van 1 juli van dat jaar tot 30 september van het volgende jaar en dat hij slechts aanvaard mag worden door de culturele operatoren die culturele activiteiten organiseren die behoren tot de in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bedoelde aangelegenheden en die zijn erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de bevoegde overheid, of door sportverenigingen voor wie een federatie, erkend of gesubsidieerd door de gemeenschappen, bestaat of behoren tot een van de nationale hockey, boks, voetbal en golffederaties. De bevoegde autoriteiten kunnen een lijst opstellen met de operatoren die onder het toepassingsgebied van dit artikel vallen. Deze lijst wordt overgemaakt aan de uitgevers van de cheque.
Alle sport/cultuurcheques waar deze informatie niet op voorkomt, worden als loon beschouwd;
4° het totale bedrag van de sport/cultuurcheques door de werkgever toegekend mag per werknemer niet groter zijn dan 100 euro per jaar;
5°de sport/cultuurcheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2006.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Cannero Riviera, 30 juni 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
R. DEMOTTE
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.