19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikelen 55 en 56 van de programmawet van 11 juli 2005(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-05-2006 en tekstbijwerking tot 01-09-2015)
Art. 1-3
Artikel 1.§ 1. De bijdrage van 17,5 pct. bedoeld in artikel 55 van de programmawet van 11 juli 2005 wordt door [1 Proximus]1 eenmalig gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector ten laatste op 31 december van het jaar volgend op de reïntegratie van het personeelslid bij [1 Proximus]1 na afloop van het verlof wegens opdracht of ten laatste tijdens de maand volgend op het in artikel 2, § 2 van dit besluit bepaalde schriftelijke akkoord van de Pensioendienst voor de overheidssector, indien dit akkoord na voormelde datum zou zijn bezorgd.
De bijdrage van 10 pct. bedoeld in artikel 56, § 1 van dezelfde programmawet wordt door [1 Proximus]1 eenmalig gestort aan de Belgische openbare overheid ten laatste op 31 december van het jaar volgend op het definitieve vertrek bij [1 Proximus]1 van het personeelslid ten gevolge van een vaste benoeming van het ingezette personeelslid bij een Belgische openbare overheid, of ten laatste tijdens de maand volgend op het in artikel 2, § 2 van dit besluit bepaalde schriftelijke akkoord van de Pensioendienst voor de overheidssector, indien dit akkoord na voormelde datum zou zijn bezorgd.
De bijdrage van 17,5 pct. bedoeld in artikel 56, § 2 van dezelfde programmawet wordt door [1 Proximus]1 eenmalig gestort aan de Belgische openbare overheid ten laatste op 31 december van het jaar volgend op het definitieve vertrek bij [1 Proximus]1 van het personeelslid ten gevolge van een vaste benoeming van het ingezette personeelslid bij een Belgische openbare overheid, of ten laatste tijdens de maand volgend op het in artikel 2, § 2 van dit besluit bepaalde schriftelijke akkoord van de Pensioendienst voor de overheidssector, indien dit akkoord na voormelde datum zou zijn bezorgd.
§ 2. Indien [1 Proximus]1 niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in § 1 is [1 Proximus]1 van rechtswege nalatigheidinteresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan de Pensioendienst voor de overheidssector of aan de Belgische openbare overheid. Deze interesten, waarvan de rentevoet op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke rentevoet, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in § 1. Indien [1 Proximus]1 het bewijs levert dat het niet-storten van de bijdragen binnen een bepaalde termijn toe te schrijven is aan uitzonderlijke omstandigheden, kan de Minister van Pensioenen een vrijstelling verlenen voor de betaling van deze nalatigheidsinteresten. De aanvraag tot vrijstelling moet bij de Minister van Pensioenen toekomen binnen de maand die volgt op de dag waarop [1 Proximus]1 door de Pensioendienst voor de overheidssector of de Belgische openbare overheid die de bijdragen ontvangen, op de hoogte werd gebracht van het feit dat ze in gebreke is gebleven te voldoen aan voormelde verplichtingen.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.2.§ 1. [1 Proximus]1 maakt voor elk betrokken personeelslid en voor elke storting een document op dat ter berekening van de bijdrage zal dienen. Dit document bevat minimaal de volgende gegevens : identificatie van de betrokkene, periodes van tewerkstelling waarvoor in een betaling wordt voorzien, salarissen op basis waarvan de berekeningen worden gemaakt, tewerkstellingsregime waarmede werd gerekend, actuariële basissen waarmee is gerekend, identificatie van het begunstigde organisme, type project, resultaat van de bijdrageberekening.
§ 2. Het document waarvan sprake in § 1 zal door [1 Proximus]1 voor akkoord aan de Pensioendienst voor de overheidssector overgemaakt worden ten laatste twee maanden vóór de in artikel 1, § 1 bepaalde betaaldatum van de bijdragen.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris van Overheidsbedrijven zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.