26 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf [Proximus] in het kader van het verwezenlijken van het elektronisch werkgeversdossier en het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening <Opschrift gewijzigd bij W2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB2015-09-11/02, art. 1)>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2006 en tekstbijwerking tot 01-09-2015)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Begripsbepaling.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor het inzetten.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Administratief en geldelijk statuut van de ingezette personeelsleden.
Afdeling I. - De OISZ.
Art. 4-5
Afdeling II. - [1 Proximus]1.
Art. 6-8
HOOFDSTUK V. - Vaste benoeming van de ingezette personeelsleden.
Art. 9
HOOFDSTUK VI. - Regeling betreffende de weddenkost van de ingezette personeelsleden.
Art. 10
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 11-12
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de statutaire personeelsleden van [1 Proximus]1 die ingezet worden voor het project bedoeld in artikel 2, 3°, van dit besluit.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK II. - Begripsbepaling.
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
1° " de OISZ " : de Openbare Instelling van Sociale Zekerheid - Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
2° " stafdienst HR " : de dienst belast met Human Resources van de OISZ;
3° " het project " : het verwezenlijken van het elektronisch werkgeversdossier en het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening waaronder de kwalitatieve herziening van de werkprocessen bij de controlediensten;
4° " het personeelslid " : het statutair personeelslid van [1 Proximus]1 dat overeenkomstig de interne reglementering zich kandidaat heeft gesteld voor het project;
5° " SELOR " : het Selectiebureau van de Federale Overheid;
6° " de dienst " : de dienst waar het personeelslid effectief tewerkgesteld wordt. Het betreft de dienst Logistiek of Controle.
7° " collectieve overeenkomst " : de Collectieve overeenkomst met betrekking tot de regels van het beheer van het personeel van [1 Proximus]1 met het oog op de uitvoering van de eerste fase van de Topconferentie over de organisatie van het werk, gesloten in het paritair comité van [1 Proximus]1 op 8 december 2005.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor het inzetten.
Art.3.§ 1. Voor de personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf [1 Proximus]1 die zich vrijwillig kandidaat gesteld hebben voor het project bedoeld in artikel 2, 3° van dit besluit wordt een vergelijkende selectie georganiseerd door SELOR in samenwerking met de stafdienst HR. De inhoud van deze vergelijkende selectie zal afgestemd worden op het competentieprofiel en de functiebeschrijving, opgemaakt door de stafdienst HR. Het gunstig gerangschikte personeelslid wordt benoemd als stagiair bij de OISZ. Voor elke selectie wordt een specifieke lijst opgesteld van de laureaten die door [1 Proximus]1 in disponibiliteit werden gesteld in overeenstemming met de collectieve overeenkomst. De laureaten op die specifieke lijst worden bij voorrang benoemd als stagiair bij de OISZ overeenkomstig artikel 4. Onverminderd deze afwijking is het statuut van het rijkspersoneel van toepassing via het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
§ 2. Het inzetten van een personeelslid eindigt tijdens de stage, mits een opzeg van 1 maand, op verzoek van dit personeelslid.
In afwijking van artikel 3, § 2, van het reglement van de afwezigheden van de personeelsleden van [1 Proximus]1, behoudt het personeelslid in reconversie dat [1 Proximus]1 herintegreert tijdens de stage of bij het einde van het verlof wegens opdracht, zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. De stafdienst HR deelt aan [1 Proximus]1 bij het einde van inzetting het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK IV. - Administratief en geldelijk statuut van de ingezette personeelsleden.
Afdeling I. - De OISZ.
Art.4.De personeelsleden worden met minstens het behoud van hun geldelijke anciënniteit bij [1 Proximus]1 benoemd tot stagiair en, na de stage, tot ambtenaar, in overeenstemming met hun diploma of indien ze het vereiste diploma niet bezitten, hun vergelijkbaar niveau bij het autonoom overheidsbedrijf [1 Proximus]1.
Het gaat om 6 personeelsleden van niveau D die zullen ingezet worden voor het verwezenlijken van het elektronisch werkgeversdossier en 15 personeelsleden van niveau C en 9 van niveau D die zullen ingezet worden voor het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening. In afwijking van artikelen 64 en 65, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel komen voor de berekening van de niveauanciënniteit in aanmerking de werkelijke diensten gepresteerd in de hoedanigheid van vastbenoemd personeelslid van het autonoom overheidsbedrijf [1 Proximus]1. De bedoelde niveauanciënniteit wordt bepaald naar aanleiding van prestaties verricht als titularis van een betrekking in het vergelijkbare of hogere niveau in het autonoom overheidsbedrijf [1 Proximus]1.
Het vergelijkbaar niveau in het autonoom overheidsbedrijf [1 Proximus]1 is :
1° niveau 4 voor een betrekking van niveau D, weddenschaal DA1;
2° niveau 3 voor een betrekking van niveau D, weddenschaal DA3;
3° niveau 2a voor een betrekking van niveau C, weddenschaal CA1.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.5.In afwijking van artikel 12, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, behoudt het personeelslid in reconversie zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. [1 Proximus]1 deelt aan de stafdienst HR bij de start van het project het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee.
Het kapitaal ziektedagen van het personeelslid wordt tevens overgedragen bij de definitieve benoeming.
Het kapitaal ziektedagen waar het personeelslid in disponibiliteit over beschikte vóór de in disponibiliteitstelling wordt tevens overgedragen bij de definitieve benoeming.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Afdeling II. - [1 Proximus]1.
----------
(1)
Art.6.Het personeelslid bedoeld in artikel 3 wordt voor de duur van zijn stage door [1 Proximus]1 in non-activiteit geplaatst wanneer het een personeelslid in disponibiliteit betreft of in verlof wegens opdracht gesteld wanneer het een personeelslid in reconversie betreft.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.7.[1 Proximus]1 betaalt in de maand volgend op de benoeming van het personeelslid tot ambtenaar bij de OISZ, aan het personeelslid in reconversie jaarlijks een in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon uit om voor drie jaar het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als stagiair of ambtenaar bij de OISZ en zijn brutoverloning bij [1 Proximus]1.
[1 Proximus]1 betaalt aan het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst, gedurende twaalf maanden een volgens de modaliteiten bepaald in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon om voor twaalf maanden het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als stagiair of ambtenaar bij de OISZ en zijn brutoverloning bij [1 Proximus]1 voorafgaandelijk aan de in disponibiliteitstelling.
Deze premie wordt maandelijks betaald per twaalfde.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.8.In de maand volgend op de benoeming van het personeelslid tot ambtenaar bij de OISZ, zal [1 Proximus]1 aan het personeelslid de in haar paritair comité overeengekomen eenmalige premie uitbetalen, verschillend naargelang het personeelslid bij [1 Proximus]1 in reconversie of in disponibiliteit was vóór de aanvang van de stage bij de OISZ.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK V. - Vaste benoeming van de ingezette personeelsleden.
Art.9.Het personeelslid dat zijn stage met gunstig gevolg volbracht heeft, wordt overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid benoemd bij de OISZ. Vanaf dat ogenblik neemt de statutaire rechtsverhouding tussen het personeelslid en [1 Proximus]1 van rechtswege een einde.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK VI. - Regeling betreffende de weddenkost van de ingezette personeelsleden.
Art.10.De personeelskosten van bovenvermelde personeelsleden worden gedragen door de begroting van de OISZ. [1 Proximus]1 zal de maand van de benoeming tot stagiair eenmalig de tussen hen en de Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven overeengekomen financiële tegemoetkoming in deze personeelskosten storten op de rekening van de OISZ.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 12.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven worden belast met de uitvoering van dit besluit.