Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de erkenning van en de controle op de diagnosecentra in de zin van artikel 23sexies, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-11-2006 en tekstbijwerking tot 25-08-2015)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5 Vlaams Gewest
Art. 6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7
Art. 7 Vlaams Gewest
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2015035962 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder " diagnosecentrum " verstaan, een instelling die de staat van een voertuig onderzoekt om aan de eigenaar ervan een juiste beschrijving te geven door middel van een rapport. Dit rapport heeft ten minste betrekking op de in bijlage 22 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, hierna het koninklijk besluit van 15 maart 1968, opgesomde punten.

Art.1_VLAAMS_GEWEST.   [1 In dit besluit wordt verstaan onder:   1° diagnosecentrum: een instelling die de staat van een voertuig onderzoekt om aan de eigenaar ervan een juiste beschrijving te geven met een rapport dat ten minste betrekking heeft op de in bijlage 22 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, hierna het koninklijk besluit van 15 maart 1968 te noemen, opgesomde punten;   2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het verkeersveiligheidsbeleid;   3° Departement: het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 138, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.2. Om te worden erkend als diagnosecentrum in de zin van artikel 23sexies, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, dient het diagnosecentrum, op het ogenblik van de erkenning, aan de volgende voorwaarden te voldoen:
  1° beschikken over de vereiste beroeps- en technische bekwaamheid en de gebruikers diensten van optimale kwaliteit verzekeren;
  2° ten minste over de nodige uitrusting beschikken om de in bijlage 22 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 vermelde punten te controleren;
  3° garanties bieden inzake onafhankelijkheid: noch het diagnosecentrum, noch de personen die het diagnosecentrum vertegenwoordigen, noch zijn directeurs, noch zijn personeel mogen een bedrijvigheid uitoefenen in een onderneming die auto's uitbaat of in een onderneming voor de bouw, herstelling, uitgezonderd pechverhelping, of levering van voertuigen, toebehoren of onderdelen ervan;
  4° zich ertoe verbinden zich te schikken naar de richtlijnen die hem door de Minister die de autokeuring onder zijn bevoegdheid heeft worden verstrekt, inzonderheid over de vorm en de inhoud van het door hem afgeleverde rapport.

Art.2_VLAAMS_GEWEST.   Om te worden erkend als diagnosecentrum in de zin van artikel 23sexies, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, dient het diagnosecentrum, op het ogenblik van de erkenning, aan de volgende voorwaarden te voldoen:  1° beschikken over de vereiste beroeps- en technische bekwaamheid en de gebruikers diensten van optimale kwaliteit verzekeren;  2° ten minste over de nodige uitrusting beschikken om de in bijlage 22 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 vermelde punten te controleren;  3° garanties bieden inzake onafhankelijkheid: noch het diagnosecentrum, noch de personen die het diagnosecentrum vertegenwoordigen, noch zijn directeurs, noch zijn personeel mogen een bedrijvigheid uitoefenen in een onderneming die auto's uitbaat of in een onderneming voor de bouw, herstelling, uitgezonderd pechverhelping, of levering van voertuigen, toebehoren of onderdelen ervan;  4° zich ertoe verbinden zich te schikken naar de richtlijnen die hem door de [1 minister]1 worden verstrekt, inzonderheid over de vorm en de inhoud van het door hem afgeleverde rapport.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 139, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.3. De erkenningsaanvraag wordt ingediend bij de Minister die de autokeuring onder zijn bevoegdheid heeft. Bij de aanvraag tot erkenning moet minstens de informatie worden meegedeeld waaruit blijkt dat op het ogenblik van de erkenning zal voldaan zijn aan elk van de in artikel 2 vermelde voorwaarden.
  Het onderzoek over de beroeps- en technische bekwaamheid van de aanvrager alsook het onderzoek naar het bezit van de nodige uitrusting, worden uitgevoerd door de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Art.3_VLAAMS_GEWEST.   De erkenningsaanvraag wordt ingediend bij de [1 minister]1. Bij de aanvraag tot erkenning moet minstens de informatie worden meegedeeld waaruit blijkt dat op het ogenblik van de erkenning zal voldaan zijn aan elk van de in artikel 2 vermelde voorwaarden.  Het onderzoek over de beroeps- en technische bekwaamheid van de aanvrager alsook het onderzoek naar het bezit van de nodige uitrusting, worden uitgevoerd door de [1 personeelsleden van het Departement]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 140, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.4. Het diagnosecentrum dat een erkenningsaanvraag heeft ingediend en voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden wordt erkend voor een periode van vier jaar.
  Een nieuwe erkenning wordt aangevraagd drie maand vóór de vervaldatum van de verleende erkenning. De nieuwe erkenning wordt toegekend voor een periode van vier jaar, voor zover het diagnosecentrum het bewijs levert dat het blijvend voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 2.
  Aan elk erkend diagnosecentrum wordt een erkenningsnummer verleend. De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer houdt een register bij van alle erkende diagnosecentra. Dit register kan de vorm van een geïnformatiseerde gegevensbank aannemen.

Art.4_VLAAMS_GEWEST.   Het diagnosecentrum dat een erkenningsaanvraag heeft ingediend en voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden wordt erkend voor een periode van vier jaar.  Een nieuwe erkenning wordt aangevraagd drie maand vóór de vervaldatum van de verleende erkenning. De nieuwe erkenning wordt toegekend voor een periode van vier jaar, voor zover het diagnosecentrum het bewijs levert dat het blijvend voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 2.  Aan elk erkend diagnosecentrum wordt een erkenningsnummer verleend. [1 Het Departement]1 houdt een register bij van alle erkende diagnosecentra. Dit register kan de vorm van een geïnformatiseerde gegevensbank aannemen.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 141, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.5. De hiertoe gemachtigde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer kunnen te allen tijde en overal de erkende diagnosecentra controleren.

Art.5_VLAAMS_GEWEST.   De hiertoe gemachtigde [1 personeelsleden van het Departement]1 kunnen te allen tijde en overal de erkende diagnosecentra controleren.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 142, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.6. Het erkende diagnosecentrum kan de verleende erkenning slechts behouden, indien het te allen tijde voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden.
  De Minister die de autokeuring onder zijn bevoegdheid heeft kan overgaan tot tijdelijke, gehele of gedeeltelijke opschorting van de erkenning als diagnosecentrum, na de betrokkenen te hebben gehoord, indien, al dan niet in het kader van de controles bedoeld in artikel 5, wordt vastgesteld dat het erkende diagnosecentrum niet meer voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden.

Art.6_VLAAMS_GEWEST.   Het erkende diagnosecentrum kan de verleende erkenning slechts behouden, indien het te allen tijde voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden.  De [1 minister]1 kan overgaan tot tijdelijke, gehele of gedeeltelijke opschorting van de erkenning als diagnosecentrum, na de betrokkenen te hebben gehoord, indien, al dan niet in het kader van de controles bedoeld in artikel 5, wordt vastgesteld dat het erkende diagnosecentrum niet meer voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 143, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.7. De retributie voor de afgifte van een erkenning als diagnosecentrum in de zin van artikel 23sexies, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 bedraagt 250 EUR.
  Elk erkend diagnosecentrum is daarenboven een jaarlijkse retributie van 125 EUR verschuldigd om de kosten van administratie, controle en toezicht te dekken. De jaarlijkse retributies worden uiterlijk op 31 maart van het betrokken jaar betaald. De retributies worden geïnd door de Administratie Ontvangsten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Art.7_VLAAMS_GEWEST.   De retributie voor de afgifte van een erkenning als diagnosecentrum in de zin van artikel 23sexies, § 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 bedraagt 250 EUR.  Elk erkend diagnosecentrum is daarenboven een jaarlijkse retributie van 125 EUR verschuldigd om de kosten van administratie, controle en toezicht te dekken. De jaarlijkse retributies worden uiterlijk op 31 maart van het betrokken jaar betaald. De retributies worden geïnd door [1 het Departement]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 144, 002; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 15 november 2006.

Art. 9. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.