10 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 79, § 9 en § 12, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 79, § 9, derde lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2002, wordt vervangen als volgt :
" Het agentschap moet uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op datgene waarop de inkomsten betrekking hebben, voldaan hebben aan de verplichting ten minste 25 percent van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, 2°, aangewend te hebben voor opleidingen. Het niet-gebruikte saldo van deze 25 percent is bestemd voor het globaal beheer van de sociale zekerheid en moet binnen dezelfde termijn aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gestort. Deze storting wordt gelijkgesteld met een uitgave voor opleiding. "
Art.2. In artikel 79, § 12, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " bedoeld in artikel 8 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders " ingevoegd tussen de woorden " het maatschappelijk doel van het agentschap " en de woorden " en of de in ";
2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : " Het boekjaar van het PWA loopt van 1 januari tot 31 december van elk jaar. ";
3° in het laatste lid worden in de laatste zin de woorden " 30 kalenderdagen " vervangen door de woorden " zestig kalenderdagen ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van artikel 2, 3° dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
In afwijking van de bepalingen van artikel 79, § 9, derde lid, van hetzelfde besluit, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, kan er voor de verplichting inzake de inkomsten die betrekking hebben op het jaar 2005 geen provisie meer gereserveerd worden voor een volgend dienstjaar.
Voor de beroepsschriften ontvangen vóór de datum van inwerkingtreding van artikel 2, 3°, van dit besluit, in toepassing van artikel 79, § 12, laatste lid, van hetzelfde besluit, en waarvoor de beroepsprocedure nog loopt op de datum van inwerkingtreding van artikel 2, 3°, van dit besluit, beslist het beheerscomité binnen een termijn van dertig kalenderdagen.
Art. 4. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.