Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

19 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst ", de aansprakelijkheid bedoeld in artikel 5 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers.
  De verzekeringsovereenkomst gesloten in het kader van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers geeft aan de verzekerden ten minste een dekking overeenkomstig de minimumgarantievoorwaarden bij dit besluit vastgelegd.

Art.2. Het bedrag van de dekking wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, eerste en derde lid, van het koninklijk besluit van 12 januari 1984 tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privé-leven.
  De partijen kunnen een vrijstelling bedingen.

Art.3. De partijen mogen het in artikel 2 bedoeld bedrag toepasselijk verklaren per verzekeringsjaar en niet per schadegeval voor de schade voortvloeiend uit de beschadiging en de vernietiging van informatiedragers van elektronische apparatuur met inbegrip van de opgeslagen informatie en de onstoffelijke schade die hieruit voortvloeit, indien deze beschadiging of vernietiging rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt wordt of het gevolg is van het elektronisch verkeer van gegevens van datatransmissiesystemen zoals internet, intranet, extranet of andere gelijkaardige systemen, de verspreiding van een virus of de inbraak in deze systemen.

Art.4. De dekking strekt zich uit tot alle landen van geografisch Europa en die welke aan de Middellandse zee grenzen. Deze landen moeten met naam in de verzekeringsovereenkomst opgesomd worden.

Art.5. Onverminderd de bepalingen van de wet van 25 juni 1992 betreffende de landverzekeringsovereenkomst, mogen van de dekking worden uitgesloten :
  1. de schade veroorzaakt aan de organisatie;
  2. de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van een wijziging van de atoomkern, van de radioactiviteit of van de voortbrenging van ioniserende stralingen;
  3. schade veroorzaakt door personen- of goederenliften;
  4. de stoffelijke schade veroorzaakt door vuur, door een brand, door een ontploffing of door rook ingevolge vuur of een brand die ontstaat of meegedeeld wordt door het gebouw waarvan de verzekerde eigenaar of huurder is, met uitzondering evenwel van schade veroorzaakt in hotels of gelijkaardige logementhuizen door de verzekerden betrokken tijdens een tijdelijk of toevallig verblijf;
  5. schade veroorzaakt door gebouwen ter gelegenheid van de opbouw, wederopbouw of de aanpassingswerken eraan;
  6. stoffelijke schade veroorzaakt door grondverschuivingen;
  7. schade veroorzaakt door het gebruik van zeilboten van meer dan 200 kg of motorboten die aan de verzekerde toebehoren of door hem gehuurd worden;
  8. schade veroorzaakt door het gebruik van luchtvaartuigen die aan de verzekerde toebehoren of door hem in huur genomen worden;
  9. schade veroorzaakt door het beoefenen van de jacht alsmede de wildschade;
  10. alle schade welke rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit asbest en/of zijn schadelijke eigenschappen, alsmede uit elk ander materiaal dat asbest bevat onder om het even welke vorm;
  11. de schade voortvloeiend uit het verlies, de verdwijning of de diefstal van informatiedragers van elektronische apparatuur, met inbegrip van de opgeslagen informatie en de onstoffelijke schade die hieruit voortvloeien;
  12. de schade veroorzaakt aan derden door de verontreiniging van de bodem, het water of de atmosfeer. Deze uitsluiting is niet van toepassing indien deze schade het rechtstreeks gevolg is van een ongeval;
  13. de gerechtelijke minnelijke, administratieve of economische boeten, dwangsommen en de schadevergoedingen als strafmaatregel of afschrikkingmiddel in sommige buitenlandse rechtstelsels, evenals de gerechtskosten inzake strafvervolgingen;
  14. de schade als gevolg van de aansprakelijkheid van de bestuurders van rechtspersonen betreffende fouten begaan in hun hoedanigheid van bestuurder.

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
  De bepalingen van dit besluit zijn toepasselijk op de lopende verzekeringsovereenkomsten vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
  De verzekeringsondernemingen brengen de tekst van de verzekeringsovereenkomsten die lopen op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit daarmee in overeenstemming op de eerste jaarlijkse vervaldag die volgt op de periode van zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7. Onze minister bevoegd voor economie en Onze minister bevoegd voor sociale zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 19 december 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE.