Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de depotvereisten voor de voorraden van APETRA (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2006 en tekstbijwerking tot 28-05-2010)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010011233 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° De wet : de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop;
  2° De voorraden van APETRA : de eigen voorraden van APETRA en de ter beschikking gestelde hoeveelheden die zij beheert.

Art.2.§ 1. Teneinde beschouwd te kunnen worden als een " in aanmerking komend depot " beantwoordt een depot aan de volgende voorwaarden :
  1° [1 het depot heeft een minimumcapaciteit van 5.000 m3;]1
  2° het depot kan bevoorraad worden met lichters en/of met zeeschepen en/of per spoorweg en/of tankwagens en/of per pijpleiding;
  3° het depot beschikt over faciliteiten die toelaten dat de voorraden van APETRA uit het depot kunnen gehaald worden. De beladingoperaties moeten binnen de 24 uur na vraag vanwege APETRA gestart kunnen worden;
  4° in geval van bevoorradingscrisis is het depot toegankelijk voor alle merken, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van het depot.
  § 2. Depoteigenaars die in aanmerking wensen te komen voor de opslag van de stocks van APETRA dienen per aangetekend schrijven een verzoek tot erkenning van het depot in bij de Algemene directie.
  § 3. De vraag tot erkenning wordt vergezeld van de volgende documenten :
  1° een plan van de opslagplaats met aanduiding van de ligging, de inhoud en de technische kenmerken (al dan niet verwarmd, onder- of bovengronds, al dan niet met vlottend dak) van de tanks;
  2° een nauwkeurige omschrijving van de laad- en losfaciliteiten van het depot;
  3° een nauwkeurige omschrijving van de toegangswegen van het depot;
  4° de voorschriften die dienen gevolgd te worden om toegang te hebben tot de opslagplaats.
  § 4. De Algemene directie beslist over de erkenning van de opslagplaats als in aanmerking komend depot en betekent haar beslissing binnen de maand na ontvangst van de vraag tot erkenning aan de aanvrager. Bij ontstentenis van een beslissing binnen deze termijn wordt de aanvraag geacht goedgekeurd te zijn.
  § 5. De depoteigenaar brengt de Algemene directie onverwijld op de hoogte van elke wijziging in de voorwaarden opgesomd in § 1, en in de documenten opgesomd in § 3.
  ----------
  (1)<KB 2010-05-10/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-06-2010>

Art.3. De depoteigenaar laat, indien in zijn depot voorraden van APETRA worden opgeslagen, het toezicht toe zoals bedoeld in artikel 16 van de wet. De depoteigenaar verstrekt, indien in zijn depot voorraden van APETRA worden opgeslagen, de informatie bedoeld in het koninklijk besluit van 15 juni 2006 betreffende de informatie- en administratieverplichtingen voor de geregistreerde aardoliemaatschappijen en APETRA in het kader van verplichte voorraden.

Art.4. De erkenning van een depot wordt ingetrokken indien :
  1° het depot niet langer aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2, § 1, voldoet;
  2° de depoteigenaar de bepalingen bedoeld in artikel 2, § 5, en artikel 3 niet naleeft.

Art.5. De in aanmerking komende depots worden ingeschreven in een openbaar register beheerd door de Algemene directie.

Art. 6. Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 16 november 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Energie,
  M. VERWILGHEN