17 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot bepaling van de regels inzake de organisatie en de werking van de beroepsinstituten die voor de dienstverlenende intellectuele beroepen zijn opgericht.
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot bepaling van de regels inzake de organisatie en de werking van de beroepsinstituten die voor de dienstverlenende intellectuele beroepen zijn opgericht, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 november 2004 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Elke Uitvoerende Kamer bestaat uit een voorzitter en drie werkende leden. Er worden tevens zes plaatsvervangende leden verkozen, die slechts worden opgeroepen om het quorum bepaald bij artikel 44 te bereiken. "
Art.2. Er wordt een artikel 26bis ingevoegd, luidende ais volgt :
" Art. 26bis. De stemprocedure bepaald in de artikelen 18 tot 26 van dit besluit, mag elektronisch georganiseerd worden op voorwaarde dat deze procedure dezelfde controleerbare waarborgen biedt zoals voorzien in voormelde artikelen van dit besluit. ".
Art.3. Artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000, wordt aangevuld met het volgende lid :
" De quorums, zoals voorzien in dit artikel, moeten enkel bereikt worden bij de aanvang van de vergadering. "
Art.4. In artikel 40 van hetzelfde besluit wordt het woord " volstrekte " geschrapt.
Art.5. In artikel 48 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 oktober 1995, 12 augustus 2000 en 19 november 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen ais volgt :
" Elke bevestigende beslissing aangaande de inschrijving of weglating of de toelating om het beroep occasioneel uit te oefenen, wordt per gewone brief of via e-mail ter kennis gebracht van de betrokkene binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van het volledig aanvraagdossier. ";
2° tussen het eerste en tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd, luidende ais volgt :
" Een afwijzende beslissing betreffende de aanvraag in het eerste lid moet binnen dezelfde termijn ter kennis worden gebracht bij ter post aangetekend schrijven. "
Art.6. De artikelen 4 en 5 van dit besluit treden in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Voor de beroepsinstituten, die geïnstalleerd zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, treden de artikelen 1, 2 en 3 in werking vanaf de eerstvolgende verkiezingen, bedoeld in artikel 12 van het voornoemd koninklijk besluit van 27 november 1985.
Art. 7. Onze Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 oktober 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE.