Details





Titel:

4 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-10-2006 en tekstbijwerking tot 12-06-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1
Berekening van de bijdrage.
Art. 2-3
Inning van de bijdragen
Art. 4
Toezicht op de gestorte bijdragen.
Art. 5-8
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007011128  2020010405 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° De wet : de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop;
  2° Ontvanger : de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen aangeduid door de administrateur-generaal van de Centrale Administratie der Douane en Accijnzen;
  3° Accijnzen : de accijns, de bijzondere accijns, de controleretributie op huisbrandolie en de bijdrage op de energie.

Berekening van de bijdrage.
Art.2.§ 1. De bijdrage bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet wordt ten laatste vijftien kalenderdagen voor de eerste dag van elk kwartaal door de Algemene directie bepaald op basis van een automatische formule gebaseerd op :
  1° de kost voor het huren en/of afschrijven van opslagcapaciteit,
  2° de kost voor het vernieuwen van het product,
  3° de kost voor de financiële lasten op de waarde van het product,
  4° de kost voor het toezicht, georganiseerd door de Algemene directie, op de voorraden bij de voorraadplichtigen,
  5° de kost voor interne voorraadcontrole georganiseerd door APETRA en de werkingskosten van APETRA.
  [2 Vanaf het derde kwartaal 2020 en in voorkomend geval in afwijking van het eerste lid en in afwijking van § 2, bedraagt de bijdrage bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet steeds minimaal :
   1° voor de categorie 1 : 7.22 euro/1000 liter;
   2° voor de categorie 2 : 7.61 euro/1000 liter;
   3° voor de categorie 3 : 6.60 euro / ton.]2
  § 2. Deze berekening vindt plaats volgens de volgende formule :
  CSi = C1 + Cr,i + Cc,i + Cm,i + Cf,i
  waarbij
  CSi =de bijdrage voor de verplichte voorraad voor categorie i;
  C1 = de kost voor het huren en/of afschrijven van opslagcapaciteit in euro/1000 liter voor de categorieën 1 en 2 of in euro/ton voor de categorie 3;
  Cr,i = de kost voor het vernieuwen van het product van categorie i in euro/1000 l of in euro/T;
  Cc,i = de kost van de controle van de voorraden van de voorraadplichtigen en die toegewezen wordt aan categorie i
  Cm,i = de kost van de interne voorraadcontrole door APETRA en de werkingskosten van APETRA, dat toegewezen wordt aan categorie i;
  Cf,i = de kost voor de financiële lasten op de waarde van het product i in euro/1000 liter voor de categorieën 1 en 2 of in euro/ton voor de categorie 3 en bepaald op de volgende wijze :
  Cf,i = CPi x It x OS/365 x densi
  Met de termen in deze subformule wordt wat volgt bedoeld :
  * CPi = de gemiddelde CIF-prijs, in euro/T, van het kwartaal, gevormd door de gemiddelde prijzen van de 2de, 3de en 4de maand voorafgaand aan de herziening van de referentieproducten van de drie categorieën, met name :
  - Categorie I = super benzine zonder lood;
  - Categorie II = gasolie;
  - Categorie III = Extra zware stookolie 1 % S;
  * It = de financiële lasten, in %, in het midden van het kwartaal, gevormd door de 2de, 3de en 4de maand voorafgaand aan de 1ste van de herzieningsmaand, gepubliceerd door de financiële instelling erkend door de Minister onder de naam "Afficherentevoeten voor Investeringskredieten" met een looptijd van 3 jaar;
  * OS = het aantal dagen in te dekken door de verplichte voorraad;
  * Densi = de dichtheden van het product i voor de categorieën 1 en 2 gedefinieerd in de technische bijlage tot de programmaovereenkomst.
  De waarden van deze termen zijn deze zoals vastgesteld in de tabel in bijlage.
  § 3. [1 De bijdrage voor de kerosine met GN code 2710 19 21 gebruikt door de luchtvaart bedraagt de helft van de bijdrage bepaald overeenkomstig §§ 1 en 2.]1
  (§ 3bis. Op gasolie van de goederencodes 2710 19 41, 2710 19 45 en 2710 19 49 is de APETRA bijdrage van toepassing, behoudens indien het bewijs wordt geleverd dat deze gasolie bestemd is voor bevoorrading van de binnenvaartschepen waarvoor een vrijstelling van accijnzen bekomen werd en waarvoor de benodigde douaneformaliteiten voor het bekomen van een accijnsvrijstelling werden vervuld. De Koning bepaalt de praktische modaliteiten voor deze regeling.) <W 2007-12-21/38, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 10-01-2008>
  § 4. De nieuwe berekeningswijze dient ten laatste 15 dagen voor de aanvang van een kwartaal gepubliceerd te zijn en geldt vanaf de eerste dag van dat nieuw kwartaal.
  ----------
  (1)<W 2013-06-13/03, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
  (2)<KB 2020-06-12/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 12-06-2020>

Art.3. De geldende bijdragen worden door de Algemene directie ten minste vijftien dagen voor het begin van het kwartaal vermeld op de website van de Algemene directie Energie. Op eenvoudig verzoek kunnen de accijnsplichtige ondernemingen een kopij per fax of per mail van deze bijdragen bekomen.

Inning van de bijdragen
Art.4.Ter inning van de bijdrage stort de accijnsplichtige onderneming, op het moment van de indiening van een aangifte ten verbruik bij de ontvanger [1 of, in geval van een aangifte met elektronische AC4, op datum van validatie van de aangifte door de douanediensten]1 ? de bijdragen die betrekking hebben op de hoeveelheden van deze aangifte op de rekening van APETRA.
  ----------
  (1)<W 2013-06-13/03, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 25-06-2013>

Toezicht op de gestorte bijdragen.
Art.5. § 1. Teneinde het toezicht op de door de accijnsplichtige bedrijven gestorte bijdragen mogelijk te maken, heeft de Algemene directie inzicht in de door APETRA ontvangen bijdragen en de overeenstemmende in verbruik gestelde hoeveelheden.
  § 2. Vanaf 1 januari 2007 dienen de accijnsplichtige bedrijven het vak A van de maandelijkse petroleumbalans binnen de maand volgend op de maand waarin de producten in verbruik werden gesteld in te vullen en te bezorgen aan de Algemene Directie.
  § 3. Indien de Algemene Directie, bij de verificatie van de in verbruik gestelde hoeveelheden, niet op tijd over de benodigde gegevens van de maandelijkse petroleumbalans beschikt, kunnen de hoogste gegevens van de laatste drie geconsolideerde maanden gebruikt worden.

Art.6. § 1. Indien de Algemene directie vaststelt, dat het door een accijnsplichtig bedrijf gestort bedrag niet overeenstemt met de hoeveelheden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een aangifte voor in verbruikstelling gemeld door de Administratie der Douane en Accijnzen of met de gegevens van de maandelijkse petroleumbalans, dan brengt zij het betrokken bedrijf hiervan schriftelijk op de hoogte binnen de twee weken nadat deze vaststelling.
  § 2. Het accijnsplichtig bedrijf heeft twee weken de tijd om met een gemotiveerd schrijven op het bezwaar vanwege de Algemene directie te reageren, die op haar beurt binnen de week de definitieve bijdrage vastlegt.
  § 3. Te veel betaalde bijdragen zullen in mindering worden gebracht van de eerstvolgende bijdrage.
  § 4. Te weinig betaalde bedragen moeten binnen de week na de definitieve vastlegging vereffend worden. Indien deze bedragen niet vereffend worden, zal een verwijlinterest gelijk aan de wettelijke interest aangerekend worden.

Art.7. De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 2, § 3.
  (NOTA : Inwerkingtreding van art. 2, § 3 vastgesteld op 30-03-2007 door KB 2007-03-26/31, art. 1)

Art.8. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie en Energie zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  (NOTA : het onderhavig besluit wordt bekrachtigd door de W 2006-12-27/32, art. 62.)

BIJLAGE.
Art. N.Bijlage.
  C1 = 2,48 euro per 1000 liter of per ton
  Cr,i = 0,5 euros per 1000 liter of per ton
  Cc,i = 0 euros per 1000 liter of per ton
  Cm,i = 0 euros per 1000 liter of per ton
  [1 OS = 90]1
  Voor de categorieën 1 en 2 worden de bijdragen uitgedrukt per 1 000 liter, voor de categorie 3 per ton.
  ----------
  (1)<W 2013-06-13/03, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>