Details





Titel:

13 FEBRUARI 2006. - [Koninklijk besluit tot vastlegging van de opdrachten, de samenstelling en de werkingsregelen van het strategisch comité van de Kruispuntbank van Ondernemingen.] <KB2015-10-11/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-02-2006 en tekstbijwerking tot 26-07-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3/1, 4-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007011437  2007A11437  2015011392  2017030929  2017A30929 



Artikels:

Artikel 1.[1 ...]1
  Het [1 strategisch comité van de Kruispuntbank van Ondernemingen, hierna "het Comité"]1 is ermee belast om, in overleg met de beheerders van de betrokken gegevens, de nodige maatregelen te treffen of te bezorgen om de kwaliteit en de betrouwbaarheid te waarborgen van de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en om de werking en het gebruik ervan te optimaliseren en, in het bijzonder :
  1° het onderzoeken en volgen van de strategische projecten aangaande de KBO, wanneer ze een interdepartementale [1 en/of interfederale]1 draagwijdte hebben;
  2° het sturen van de coördinatie tussen de gegevensbeheerders en tussen de initiatiefnemers [1 ...]1;
  3° het verzekeren van de betrekkingen met de andere authentieke bronnen.
  [1 Het comité is eveneens belast met het geven van advies over de ontwerpen van koninklijke besluiten genomen in uitvoering van het artikel III.19 van het Wetboek van economisch recht.]1
  ----------
  (1)<KB 2015-10-11/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>

Art.2.Naast de Voorzitter ervan bestaat het Comité uit de volgende effectieve leden :
  1° [1 één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën;]1
   2° [1 één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Justitie;]1
   3° [1 één vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;]1
  [1 4° [3 ...]3
   5° één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
   6° één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
   7° één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst [3 Beleid en Ondersteuning]3;
   8° één vertegenwoordiger van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;
   9° [3 ...]3
   10° één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken;
  [2 10° /1 een vertegenwoordiger van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;]2
   11° één vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap;
   12° één vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap;
   13° één vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap;
   14° één vertegenwoordiger van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
   15° één vertegenwoordiger van het Vlaamse Gewest;
   16° één vertegenwoordiger van het Waalse Gewest;
   17° één vertegenwoordiger van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
   18° één vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschapscommissie;
   19° twee vertegenwoordigers van de lokale en provinciale besturen.]1
  ----------
  (1)<KB 2015-10-11/01, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>
  (2)<KB 2024-06-21/10, art. 1,d, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
  (3)<KB 2024-06-21/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 05-08-2024>

Art.3. Een plaatsvervangend lid wordt aangewezen voor elk effectieve lid.

Art. 3/1.[1 [2 Uitgezonderd de voorzitter en de vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap]2 telt het comité evenveel Nederlandstalige als Franstalige effectieve leden, alsook evenveel Nederlandstalige als Franstalige plaatsvervangende leden.
   De effectieve leden, bedoeld in artikel 2, 14° en 17° mogen niet tot dezelfde taalgroep behoren. Hetzelfde geldt voor de plaatsvervangende leden.
   De effectieve leden, bedoeld in artikel 2, 19°, mogen niet tot dezelfde taalgroep behoren. Hetzelfde geldt voor de plaatsvervangende leden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2015-10-11/01, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>
  (2)<KB 2024-06-21/10, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 05-08-2024>

Art.4. De Minister die de Economische Zaken in zijn bevoegdheid heeft benoemt de effectieve en de plaatsvervangende leden bedoeld in de artikelen 2 en 3, op voorstel van de overheid waarvan zij deel uitmaken.

Art.5. De effectieve en plaatsvervangende leden worden voor een duur van 6 jaar benoemd. Hun mandaat kan worden vernieuwd.
  Bij vervroegde vervanging van een lid loopt het mandaat van zijn vervanger tot het einde van het mandaat van het te vervangen lid.

Art.6. Het Comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of door zijn gedelegeerde.

Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2015-10-11/01, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>

Art.8.[1 De leidende ambtenaar van de beheersdienst van de Kruispuntbank van de Ondernemingen woont de vergaderingen van het comité bij.
   De directeur van de Stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, woont de vergaderingen van het comité bij na daartoe te zijn opgeroepen.]1
  ----------
  (1)<KB 2015-10-11/01, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>

Art.9.De Dienst die belast is met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen verzekert het secretariaat van het Comité [1 ...]1.
  ----------
  (1)<KB 2015-10-11/01, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>

Art.10.[1 De door het comité genomen maatregelen, bedoeld in het eerste lid van artikel 1, worden door middel van aanbevelingen overgemaakt aan de betrokken diensten, zoals gedefinieerd in het artikel I.4, 2°, van het Wetboek van economisch recht.]1
  De aanbevelingen worden ondertekend door de Voorzitter.
  Elke in eerste lid bedoelde dienst is, binnen de dienst, verantwoordelijk voor de toepassing van de aanbevelingen van het Comité.
  ----------
  (1)<KB 2015-10-11/01, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 21-01-2016>

Art.11. Wanneer de complexiteit van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor het garanderen van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen een overheidsbeslissing vergen, legt het Comité aan de bevoegde Ministers een volledig dossier voor waarin het probleem wordt uiteengezet samen met de verschillende voorstellen voor een oplossing, zodat ze een beslissing kunnen nemen.

Art.12. Het Comité kan in zijn middenwerkgroepen oprichten waaraan het bijzondere taken toevertrouwt.

Art.13. Het Comité kan, wanneer het dat nuttig acht, vertegenwoordigers van andere overheden of diensten uitnodigen.

Art.14. Het Comité stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister die de Economische Zaken in zijn bevoegdheid heeft.

Art.15. De mandaten worden niet bezoldigd.

Art.16. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 17.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.