17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht.
Art. 1-5
Artikel 1. In het kader van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een dienst internationaal humanitair recht opgericht.
Art.2. De dienst internationaal humanitair recht is tenminste samengesteld uit :
1° twee personeelsleden van niveau A met minstens een diploma van licentiaat in de rechten, waaronder het diensthoofd dat is bekleed met de graad van adviseur en bovendien houder is van een diploma houdende specialisatie in het internationaal recht;
2° een personeelslid van niveau B of C.
De samenstelling van de dienst bedoeld in het eerste lid kan worden uitgebreid op grond van de behoeften ervan.
Art.3. De dienst internationaal humanitair recht is inzonderheid belast met :
§ 1. het beheer en de follow-up van de dossiers die ressorteren onder de bevoegdheid van de Minister van Justitie in de hoedanigheid van centrale autoriteit naar luid van de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen.
§ 2. de voorbereiding van de follow-up en de tenuitvoerlegging van de grondwettelijke, wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake het internationaal humanitair recht en de internationale straftribunalen;
§ 3. de follow-up van de Belgische gerechtelijke dossiers inzake de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht;
§ 4. de tenuitvoerlegging en de follow-up van de dossiers inzake gerechtelijke samenwerking met de internationale straftribunalen;
§ 5. de voorbereiding, de follow-up en de deelneming aan de onderhandelingen en andere internationale werkzaamheden inzake het internationaal humanitair recht en de werkzaamheden van de internationale straftribunalen;
§ 6. de voorbereiding, de follow-up en de tenuitvoerlegging van de verdragen en andere bilaterale en multilaterale internationale instrumenten inzake de samenwerking met de internationale straftribunalen;
§ 7. het voorzitterschap en de coördinatie van de Belgian Task Force - ICC-ICT (International criminal Court - International criminal Tribunals);
§ 8. de opleiding, de voorlichting en de samenwerking met betrekking tot de bestraffing van de ernstige schendingen van het internationaal recht en de werkzaamheden van de internationale straftribunalen;
§ 9. de vertegenwoordiging van de Minister van Justitie in de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht;
§ 10. het overleg in het kader van de follow-up van de dossiers inzake internationale gerechtelijke samenwerking met de nationale strafgerechten en in het bijzonder met het federaal parket;
§ 11. de behandeling en het beheer van alle vertrouwelijke documenten die verband houden met aangelegenheden die onder haar bevoegdheid ressorteren.
Art.4. Dit koninklijk besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.