10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 houdende maatregelen voor de toepassing van bepaalde verlaagde tarieven inzake accijnzen.
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 3 juli 2005, houdende maatregelen voor de toepassing van bepaalde verlaagde tarieven inzake accijnzen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid wordt de tekst van het derde streepje vervangen als volgt :
" - voor vloeibaar petroleumgas, aan het hoogste tarief dat overeenstemt met het gebruik als verwarmingsbrandstof zoals bepaald in artikel 419, letter h) van de programmawet van 27 december 2004. ";
2° het derde lid wordt opgeheven;
3° in het vijfde lid wordt de tekst van het tweede streepje vervangen als volgt :
" - de aanvraag dient vergezeld te gaan van een lijst die per type van het geleverde product het volgende vermeldt :
- de hoeveelheid;
- het hoogste tarief inzake accijnzen bedoeld in artikel 4, § 3 (zoals vermeld op de inkomende facturen) en het daarmee gepaard gaande bedrag inzake accijnzen;
- het tarief inzake accijnzen dat overeenstemt met het reële gebruik van het product (zoals vermeld op de uitgaande facturen) en het daarmee gepaard gaande bedrag inzake accijnzen;
- het nummer van de "vergunning energieproducten en elektriciteit" die werd afgeleverd aan de eindgebruiker;
- de "productcode", zoals opgenomen in de "vergunning energieproducten en elektriciteit" die werd afgeleverd aan de eindgebruiker;
- het verschil tussen de bedragen bedoeld onder het 2e en 3e streepje. "
Art. 2. Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS.