Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van het directiebrevet dat vereist is voor de bevordering tot de graad van hoofdcommissaris van politie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-10-2006 en tekstbijwerking tot 25-10-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De kandidaatstelling.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - De toelatingsvoorwaarden.
Art. 5, 5/1
HOOFDSTUK IV. - De jury.
Art. 6-8
HOOFDSTUK V. - De selectieprocedure voor de toelating tot de promotieopleiding HCP.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art. 9-10, 10/1
Afdeling 1bis. [1 - De kennisproef.]1
Art. 11-15
Afdeling 2. - De professionele vaardigheden.
Art. 16
Afdeling 3. - De proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management.
Art. 16/1, 17-22
Afdeling 4. - Het interview.
Art. 23-24
HOOFDSTUK VI. - De toelating tot de promotieopleiding HCP.
Art. 25-27
HOOFDSTUK VII. - De promotieopleiding HCP.
Afdeling 1. - Algemene bepaling.
Art. 28
Afdeling 2. - Het opleidingsprogramma.
Art. 29-34
Afdeling 3. - Regels betreffende de examens en het slagen.
Onderafdeling 1. - De examens.
Art. 35-38
Onderafdeling 2. - Het slagen.
Art. 39-41
HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 42-45
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2009000541  2013000395  2017013277 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "de wet van 26 april 2002" : de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten;
  2° "HCP" : hoofdcommissaris van politie;
  3° "proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management" : het geheel van [2 proeven]2 waarmee wordt nagegaan in hoeverre een kandidaat geschikt is om een ambt van [2 hoofdcommissaris]2 in de politiediensten uit te oefenen;
  4° "promotieopleiding HCP" : de promotieopleiding tot het behalen van het directiebrevet;
  5° "kandidaat" : de officier die deelneemt aan de procedure betreffende de toelating tot de promotieopleiding HCP;
  6° "cursist" : de officier toegelaten tot de promotieopleiding HCP;
  7° "stagiair" : de officier die, in het raam van de promotieopleiding HCP, [1 een stage]1 uitvoert;
  8° "jury" : de in artikel 7 bedoelde jury;
  9° [2 "algemene directie": de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie bedoeld in artikel 93, § 1, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;]2
  10° "algemene inspectie" : de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie;
  11° "directiebrevet" : het in artikel 32, 3°, van de wet van 26 april 2002 bedoelde directiebrevet.
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>
  (2)<KB 2017-10-09/07, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.2. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het officierskader van het operationeel kader van de politiediensten.

HOOFDSTUK II. - De kandidaatstelling.
Art.3. De Minister van Binnenlandse Zaken draagt de algemene directie op om, in functie van de door hem goedgekeurde kaderbehoeften, de promotieopleiding HCP te organiseren.

Art.4.Ten minste vier maanden vóór de organisatie van de promotieopleiding HCP doet de algemene directie een oproep tot kandidaatstelling voor de promotieopleiding HCP met vermelding van :
  1° de uiterste datum van indiening van de kandidaatstellingen;
  2° de in artikel 5 bedoelde toelatingsvoorwaarden;
  [1 3° het selectie- en opleidingsreglement, opgesteld door de directeur van de directie van het personeel van de federale politie of het door hem aangewezen personeelslid en goedgekeurd door het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie.
   Het selectie- en opleidingsreglement bepaalt :
   a) de nadere regels betreffende de organisatie van de verschillende proeven;
   b) de manier waarop de punten voor de verschillende proeven en subproeven worden toegekend alsook, in voorkomend geval, de weging van die proeven met het oog op het bepalen van de rangschikking;
   c) de organisatieprincipes van de stage.]1
  [1 De kandidaatstellingen moeten worden ingediend bij de algemene directie. De kandidaten moeten hierin inzonderheid hun loopbaanevolutie vermelden.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

HOOFDSTUK III. - De toelatingsvoorwaarden.
Art.5.[1 Om te worden toegelaten tot de promotieopleiding HCP moet de kandidaat :
   1° ten minste zeven jaar kaderanciënniteit in het officierskader hebben;
   2° houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de aanwerving in de betrekkingen van niveau A bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, of geslaagd zijn voor de door het selectiebureau van de federale overheid SELOR georganiseerde examens voor overgang naar het niveau A in het federaal openbaar ambt of houder zijn van het diploma bedoeld in artikel 142sexies, vierde lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, afgeleverd aan de laureaten van de basisopleiding van het officierskader of geslaagd zijn voor de in artikel 5/1 bedoelde aanvullende toelatingsproef;
   3° indien het een personeelslid van de federale politie betreft, ten minste gedurende zes maanden een betrekking van commissaris van politie binnen de lokale politie hebben uitgeoefend of, indien het een personeelslid van de lokale politie betreft, ten minste gedurende zes maanden een betrekking van commissaris van politie binnen de federale politie hebben uitgeoefend. Het volgen van de basisopleiding van het officierskader wordt niet beschouwd als de uitoefening van een betrekking van commissaris van politie;
   4° geslaagd zijn in de kennisproef bedoeld in artikel 11;
   5° door de jury geschikt zijn bevonden op grond van :
   a) de kennisproef bedoeld in artikel 11;
   b) het onderzoek van de professionele vaardigheden bedoeld in artikel 16;
   c) het resultaat van de in artikel 16/1 bedoelde proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management van de kandidaat;
   d) het interview bedoeld in artikel 23.
   De in het eerste lid, 1°, 2°, en 3°, bedoelde voorwaarden, moeten vervuld zijn op de uiterste datum van indiening van de kandidaatstellingen.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art. 5/1. [1 Om te worden toegelaten tot de aanvullende toelatingsproef moet de kandidaat benoemd zijn in de graad van commissaris van politie.
   De in het eerste lid bedoelde aanvullende toelatingsproef wordt door de directie van het personeel van de federale politie georganiseerd en beoogt de analytische, conceptuele en synthesevaardigheden van de kandidaten te beoordelen.
   De aanvullende toelatingsproef bestaat uit twee delen :
   1° een proef inzake de cognitieve vaardigheden;
   2° een syntheseoefening en een commentaarverhandeling.
   Enkel de kandidaten die ten minste 50 % voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden hebben behaald, worden toegelaten tot het deel "syntheseoefening en commentaarverhandeling".
   Onverminderd artikel 5, worden de kandidaten die ten minste 50 % voor het deel "syntheseoefening en commentaarverhandeling" hebben behaald, toegelaten tot de selectieprocedure bedoeld in de artikelen 9 en volgende.
   De kandidaat die ten minste 50 % heeft behaald voor het deel "syntheseoefening en commentaarverhandeling" is definitief vrijgesteld van de aanvullende toelatingsproef.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2017-10-09/07, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>


HOOFDSTUK IV. - De jury.
Art.6.De jury beslist over :
  1° de toelating tot de promotieopleiding HCP [1 van de kandidaten die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 5, eerste lid, 1°, 2° en 3°]1;
  2° het al dan niet slagen voor de promotieopleiding HCP.
  De jury beslist bij meerderheid van stemmen. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.7. De jury is als volgt samengesteld :
  1° de inspecteur-generaal van de algemene inspectie of één van de door hem aangewezen adjunct-inspecteurs-generaal, voorzitter;
  2° de directeur-generaal van de algemene directie of zijn door hem aangewezen plaatsvervanger;
  3° twee hoofdcommissarissen van de federale politie of hun plaatsvervangers aangewezen door de commissaris-generaal;
  4° drie hoofdcommissarissen van de lokale politie of hun plaatsvervangers, aangewezen door de vaste commissie van de lokale politie.
  De directeur-generaal van de algemene directie of zijn plaatsvervanger waakt er over dat het secretariaat van de jury wordt verzekerd.

Art.8. De kandidaat die meent dat hij een grond tot wraking in de zin van artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek kan inbrengen tegen een jurylid of die meent dat een jurylid hem onmogelijk onpartijdig kan beoordelen, moet dit jurylid wraken voordat de beslissing betreffende de toelating tot de promotieopleiding HCP wordt genomen, tenzij de reden tot wraking later is ontstaan.
  De wraking wordt op straffe van niet-ontvankelijkheid bij gemotiveerd verzoekschrift gevraagd aan de voorzitter van de jury of, wanneer de voorzitter van de jury wordt gewraakt, aan de Minister van Binnenlandse Zaken.
  Nadat het wrakende personeelslid en het gewraakte lid van de jury hun standpunt hebben uiteengezet, beslist de voorzitter van de jury of, in voorkomend geval, de Minister van Binnenlandse Zaken. Hij stelt de leden van de jury en het wrakende personeelslid in kennis van de beslissing. In voorkomend geval wijst hij de plaatsvervanger aan.

HOOFDSTUK V. - De selectieprocedure voor de toelating tot de promotieopleiding HCP.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art.9.De algemene directie gaat na of de kandidaat voldoet aan de in [1 artikel 5, eerste lid, 1°, 2° en 3°]1, bedoelde toelatingsvoorwaarden.
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.10. Aan de kandidaten die niet voldoen aan de in artikel 9 bedoelde voorwaarden, deelt de algemene directie schriftelijk de redenen van niet-ontvankelijkheid van hun kandidaatstelling mee.

Art. 10/1. [1 Behoudens in geval van overmacht bevestigd door de jury, wordt de kandidaat die niet deelneemt aan een selectieproef geacht niet te zijn geslaagd.
   De jury gaat na, in geval van een door haar bevestigde overmacht, of de aard van de betrokken proef toelaat om door de kandidaat op een latere datum te worden afgelegd. Indien dit niet het geval is, wordt de kandidaat geacht niet te zijn geslaagd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2017-10-09/07, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>


Afdeling 1bis. [1 - De kennisproef.]1   ----------   (1)
Art.11.[1 De kandidaten die aan de in artikel 9 bedoelde voorwaarden voldoen, nemen deel aan een kennisproef waarvoor de te kennen materie door de algemene directie wordt bepaald en voorafgaand aan de kandidaten wordt meegedeeld.
   De nationale politieacademie organiseert de kennisproef.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.12.[1 De kandidaat die ten minste 60% heeft behaald, is laureaat van de kennisproef.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.13.[1 De directeur van de directie van het personeel van de federale politie of het door hem aangewezen personeelslid bezorgt de resultaten van de kennisproef aan de voorzitter van de jury en brengt de kandidaten, elk wat hun resultaten betreft, ervan op de hoogte.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.14.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.15.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Afdeling 2. - De professionele vaardigheden.
Art.16. Het onderzoek van de professionele vaardigheden steunt op :
  1° het persoonlijk dossier van de kandidaat;
  2° zijn loopbaanverloop.

Afdeling 3. - De proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management.
Art. 16/1. [1 De directie van het personeel van de federale politie staat in voor de organisatie van de proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2017-10-09/07, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>


Art.17.[1 Een commissie meet het potentieel van de kandidaat om de functie van hoofdcommissaris uit te oefenen ten aanzien van de in bijlage 3 vastgestelde competenties.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.18.[1 De in artikel 17 bedoelde commissie wordt als volgt samengesteld :
   1° de directeur van de directie van het personeel van de federale politie of zijn door hem aangewezen plaatsvervanger van de federale politie, voorzitter;
   2° ten minste twee bijzitters.
   De directeur van de directie van het personeel van de federale politie wijst de bijzitters aan onder de leden van het operationeel kader van de politiediensten die bekleed zijn met de graad van hoofdcommissaris van politie en die de opleiding van bijzitter hebben gevolgd. Hij wijst een gelijk aantal bijzitters van de federale politie en van de lokale politie aan.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.19.[1 De laureaten bedoeld in artikel 12 nemen deel aan de proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management.
   Het resultaat van die proeven wordt opgenomen in een gemotiveerd verslag.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.20.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.21.De voorzitter van de commissie bezorgt [1 het gemotiveerde verslag]1 aan de voorzitter van de jury.
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.22.[1 De kandidaat die, bij een vorige selectieprocedure, deelgenomen heeft aan de proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management kan het resultaat van die proeven behouden in het raam van de twee bevorderingscycli tot de graad van HCP die volgen op die deelname.
   De kandidaat die opnieuw deelneemt aan de proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management, behoudt, in afwijking van het eerste lid, zijn voorafgaand behaalde resultaat niet. De jury houdt in het raam van artikel 25 rekening met het resultaat behaald bij zijn nieuwe deelname aan de proeven tot meting van de potentialiteit en de vaardigheid inzake management.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Afdeling 4. - Het interview.
Art.23.[1 De jury nodigt de kandidaat uit voor een interview gedurende hetwelk ze de elementen bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°, a) tot en met c) beoordeelt.
   Zij roept de kandidaat op om voor haar te verschijnen op de dag en de plaats die zij bepaalt.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.24.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

HOOFDSTUK VI. - De toelating tot de promotieopleiding HCP.
Art.25.[1 De jury stelt een rangschikking op, op basis van de door de kandidaten behaalde resultaten op de in artikel 5, eerste lid, 5°, bedoelde proeven.
   De algemene directie bezorgt haar daartoe de nodige dossiers van kandidaatstellingen.
   De jury gaat, in dalende orde van rangschikking en tot wanneer voldaan is aan de in artikel 3 bedoelde behoeften, na of de kandidaten geschikt zijn op basis van de resultaten voor de proeven bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°.
   Indien hun resultaten gelijkwaardig zijn, worden de kandidaten overeenkomstig de artikelen II.I.7 en II.I.8 RPPol gerangschikt.
   De jury verklaart of de kandidaat geschikt of ongeschikt is. De ongeschikt verklaarde kandidaat wordt niet toegelaten tot de promotieopleiding HCP.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.26.De voorzitter van de jury brengt de kandidaat en, naar gelang van het geval, de korpschef of de commissaris-generaal onverwijld en schriftelijk op de hoogte van de beslissing van de jury [1 , waaraan de resultaten van de in artikel 5, eerste lid, 5°, bedoelde proeven worden gevoegd]1.
  [1 De voorzitter van de jury bezorgt de in het eerste lid bedoelde resultaten van de laureaten aan de directeur van de nationale politieacademie.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.27.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

HOOFDSTUK VII. - De promotieopleiding HCP.
Afdeling 1. - Algemene bepaling.
Art.28. Tijdens de volledige duur van de promotieopleiding HCP wordt de cursist vrijgesteld van de verplichting tot het volgen van de voortgezette baremische opleiding.

Afdeling 2. - Het opleidingsprogramma.
Art.29.De promotieopleiding HCP is een opleiding gespreid over maximum twee academiejaren en omvat lessen aan de in artikel IV.II.27 RPPol bedoelde [1 nationale politieacademie]1 met een totale duur van ten minste 150 uur die betrekking hebben op de volgende domeinen :
  1° luik I : Leiding en beheer : de rol van de leider, integratie in de interne en externe politionele omgeving, de ontwikkeling van de strategie : minimum 75 uur;
  2° luik II : Leiding en coördinatie van politieoperaties inzake gerechtelijke politie en bestuurlijke politie : minimum 75 uur.
  De vaste commissie van de lokale politie geeft een voorafgaand advies over de inhoud van de in het eerste lid, 1° en 2° bedoelde luiken van de opleiding.
  [1 De opleiding omvat een groepswerk met een totale duur van maximum 76 uur.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.30.[1 De opleiding omvat eveneens één stage met een minimumduur van 100 uren in ofwel de federale politie, ofwel de lokale politie, ofwel een privéonderneming of een overheidsinstelling.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>

Art.31.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.32.[1 Op het einde van de stage]1 stelt de stagiair een activiteitenverslag op volgens het model gevoegd als bijlage 1.
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>

Art.33.[1 Op het einde van de stage]1 maakt de stagiair het voorwerp uit van een evaluatie door een stagemeester die daartoe wordt aangewezen in de stageplaats. Hiertoe stelt de stagemeester een stageverslag op volgens het model gevoegd als bijlage 2 en bezorgt het vervolgens [2 aan de directeur van de nationale politieacademie. Die beoordeelt, op basis van dit verslag, in welke mate gedurende de stage rekening werd gehouden met de resultaten van de in artikel 5, eerste lid, 5°, bedoelde proeven]2.
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>
  (2)<KB 2017-10-09/07, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.34.De directeur van [1 de nationale politieacademie staat in]1 voor de organisatie van de promotieopleiding HCP.
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Afdeling 3. - Regels betreffende de examens en het slagen.
Onderafdeling 1. - De examens.
Art.35.De cursisten leggen op het einde van de promotieopleiding HCP een examen af [2 ...]2. Dat examen omvat :
  1° een geïntegreerde schriftelijke proef met betrekking tot de in artikel 29, eerste lid, 1° en 2° bedoelde luiken van de opleiding;
  2° een mondelinge proef [2 afgelegd voor de jury,]2 bestaande uit :
  a) de verdediging van de in 1° bedoelde geïntegreerde schriftelijke proef;
  b) [2 bijkomende vragen betreffende de materie opgenomen in het opleidingsprogramma, betreffende het activiteitenverslag en het stageverslag evenals betreffende het verloop van de stage.]2
  [1 Het examen bestaat uit twee zittijden. Deelneming aan de eerste zittijd is verplicht.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>
  (2)<KB 2017-10-09/07, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.36.[1 De jury bepaalt, binnen de door het selectie- en opleidingsreglement voorziene beperkingen, de tijd waarover elke cursist beschikt]1 voor het afleggen van de in artikel 35, 1° en 2°, bedoelde schriftelijke en mondelinge proef. Zij beslist of de cursisten documentatie mogen raadplegen en onder welke voorwaarden.
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.37.[1 De nationale politieacademie staat in voor de voorbereiding van de vragen van de schriftelijke proef. Zij stelt de vragen aan de voorzitter van de jury voor.
   De voorzitter van de jury bekrachtigt de voorgestelde vragen.
   De nationale politieacademie staat in voor de organisatie en de verbetering van de schriftelijke proef. Zij bezorgt de resultaten van deze proef evenals de in artikel 33 bedoelde evaluaties aan de voorzitter van de jury.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.38.[1 Behoudens in geval van overmacht bevestigd door de jury, wordt de cursist die niet deelneemt aan het examen geacht niet te zijn geslaagd.
   In geval van een door de jury bevestigde overmacht, wordt het examen ambtshalve uitgesteld. De cursist wordt hiervan onverwijld op de hoogte gebracht.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-10-09/07, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Onderafdeling 2. - Het slagen.
Art.39.Na deliberatie beslist de jury over het al dan niet geslaagd zijn voor de promotieopleiding HCP.
  Voor de beslissing over het al dan niet geslaagd zijn, baseert de jury zich op een globale evaluatie van de schriftelijke en mondelinge proef alsmede op [1 het activiteitenverslag en het stageverslag]1 [2 en op een raadpleging van het persoonlijk dossier van de cursist door de jury voorafgaand aan de deliberatie]2.
  [2 Om te slagen moeten de cursisten ten minste 50% behalen voor het totaal van de proeven van het in artikel 35 bedoelde examen.]2
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>
  (2)<KB 2017-10-09/07, art. 29, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.40. De voorzitter van de jury brengt ten hoogste 14 kalenderdagen na de deliberatie de deelnemers schriftelijk op de hoogte van hun resultaat.

Art.41.[1 De directeur-generaal van de algemene directie]1 kent het directiebrevet toe aan de geslaagde kandidaten.
  ----------
  (1)<KB 2013-07-18/14, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2012>

HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.42.
  <Opgeheven bij KB 2017-10-09/07, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art.43.Voor de personeelsleden die toegelaten zijn tot de promotieopleiding HCP binnen de [1 drie jaar]1 na de inwerkingtreding van dit besluit, omvat de opleiding, in afwijking van artikel 30, slechts één stage, namelijk de stage in privé-ondernemingen en/of overheidsinstellingen.
  ----------
  (1)<KB 2009-10-07/07, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2005>

Art.44. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2005.

Art.45. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.Bijlage 1. - Model van het activiteitenverslag van de stagiair.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-10-2006, p. 57697).

  Gewijzigd door:

  <KB 2017-10-09/07, art. 31, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>

Art. N2. Bijlage 2. - Model van het stageverslag van de stagemeester.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-10-2006, p. 57698).


Art. N3.[1 Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006 tot bepaling van het directiebrevet dat vereist is voor de bevordering tot de graad van hoofdcommissaris van politie


COMPETENTIEMODEL
MANAGEN VAN INFORMATIE
Organisatie-inzicht
Een brede kijk over de diverse functies/entiteiten heen ontwikkelen en de implicaties van de genomen beslissingen op andere domeinen juist inschatten. Met het oog op het optimaliseren van processen de interne organisatieparameters bepalen in functie van de visie en de strategie.
Conceptualiseren
Conceptualiseren door op een globale manier te denken over waarden, systemen en processen. Uit deze abstracte concepten concrete aanbevelingen en werkbare oplossingen afleiden.
MANAGEN VAN TAKEN
Managen van de organisatie
De procedures en de structuur over verschillende entiteiten/functies heen ontwikkelen en implementeren. In functie van de omstandigheden de nodige veranderingen introduceren en begeleiden, de budgetten opvolgen en beheren.
Beheren
Doeltreffend mensen, middelen, budgetten en tijd inschatten, beheren, met regelmaat opvolgen en bijsturen in functie van de te bereiken doelstellingen.
Organiseren
De beleidslijnen vertalen in concreet meetbare doelstellingen. Uitwerken van overzichtelijke plannen, de vereiste middelen correct inzetten en de nodige acties ondernemen om mogelijke toekomstige hindernissen te nemen.
MANAGEN VAN MENSEN
Inspireren
Anderen op lange termijn inspireren door een voorbeeld binnen de organisatie te zijn. De visie en waarden van de entiteit en de organisatie verspreiden en uitdragen.
Teams aansturen
(Multidisciplinaire) teams aansturen in de richting van de organisatiedoelstellingen, door de groepsactiviteiten te coördineren en door de competenties van mensen correct en objectief in te schatten en in te zetten.
MANAGEN VAN INTERPERSOONLIJKE RELATIES
Relaties leggen
Het opbouwen en in stand houden van formele en informele relaties binnen en buiten de organisatie, op hetzelfde niveau en doorheen de verschillende organisatieniveaus en met mensen uit verschillende culturen. Op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Beïnvloeden
Een vooropgesteld doel bereiken door een positieve indruk te maken, door ideeën te doen aanvaarden, door overtuigende argumenten te gebruiken, door een "win-win" situatie te realiseren. Inspelen op het publiek door zijn eigen communicatiestijl aan te passen.
MANAGEN VAN ZICHZELF
Organisatiebetrokkenheid
Zich persoonlijk verantwoordelijk weten voor de verwachte resultaten en daarvoor de eindverantwoordelijkheid aanvaarden. Op de hoogte blijven van het vakgebied waarbinnen de organisatie actief is. De organisatiestructuur, -politiek en -doelstellingen ontwikkelen en in stand houden.
]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2017-10-09/07, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2017>