3 APRIL 2006. - Ministerieel besluit tot bepaling van het model van de inlichtingenformulieren betreffende sommige handelingen door veiligheidsagenten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2006 en tekstbijwerking tot 05-05-2015)
Art. 1-2
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Veiligheidsagenten die handelingen stellen zoals bedoeld in de artikelen 13.12 tot 13.14 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid, ingevoegd bij de wet 27 december 2004, overhandigen de betrokkene een inlichtingenformulier, waarvan het model als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art.2.[1 Veiligheidsagenten die handelingen stellen zoals bedoeld in artikel 13.5 van dezelfde wet, overhandigen de betrokkene een inlichtingenformulier waarvan het model als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd of een inlichtingenformulier waarin de gegevens van de modellen in bijlage 1 en bijlage 2 van dit besluit zijn samengevoegd.]1
----------
(1)<MB 2015-01-21/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-05-2015>
BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - Vatting, veiligheidscontrole, handboeien
OPENBARE VERVOERSMAATSCHAPPIJ (naam) :
VATTING :
1. Naam van de betrokken persoon (indien gekend) :
2. Omschrijving van de feiten die aan de basis van de vatting liggen.
- In geval van een gemeenrechtelijk wanbedrijf/misdaad :
- In geval van gedrag dat de veiligheid van de betrokkene of derden ernstig in het gevaar bracht :
- In geval van weigering zich te identificeren of opgave van een valse identiteit :
3. Plaats feit :
4. Tijdstip feit (datum/uur) :
5. Plaats vatting :
6. Tijdstip vatting (datum/uur) :
7. Nr. identificatiekaart of naam personeelslid die getuige was van het feit :
8. Nr. identificatiekaart of naam veiligheidsagent(en) die de vatting uitvoerde(n) :
9. Veiligheidscontrole uitgevoerd (ja/neen) :
10. Opgeroepen politiedienst :
11. Tijdstip oproep politiedienst (datum/uur) :
12. Tijdstip aankomst politie (datum/uur) :
13. Tijdstip einde vatting (datum/uur) :
14. Reden einde vatting :
o Politie liet weten niet ter plaatse te komen;
o Politie liet weten niet ter plaatse te komen :
o binnen 2 uur (gemeenrechtelijk wanbedrijf/misdaad - gedrag dat veiligheid betrokkene/derden ernstig in gevaar brengt)
o binnen 30' (weigering identificatie - opgave valse identiteit)
o Politie was niet ter plaatse binnen
o binnen 2 uur (gemeenrechtelijk wanbedrijf/misdaad - gedrag dat veiligheid betrokkene/derden ernstig in gevaar brengt)
o binnen 30' (weigering identificatie - opgave valse identiteit)
o Politie kwam ter plaatse en nam betrokkene over;
o Andere.
HANDBOEIEN : (indien handboeien werden gebruikt)
1. Beschrijving fysiek geweld door betrokkene uitgeoefend :
2. Tijdstip aanleggen handboeien (datum/uur) :
3. Handboeien ontdaan door (veiligheidsagent/politie) :
4. Tijdstip ontdoen handboeien (datum/uur) :
5. Reden ontdoen handboeien :
o Politie liet weten niet ter plaatse te komen binnen 2 uur;
o Politie was niet ter plaatse binnen 2 uur;
o Politie kwam ter plaatse en nam betrokkene over;
o Gezondheidstoestand betrokkene;
o Andere.
WETTELIJKE BEPALINGEN :
Veiligheidsagenten van openbare vervoersmaatschappijen kunnen een persoon vatten indien aan alle volgende voorwaarden voldaan is :
1° de betrokkene heeft
o of een gemeenrechtelijk wanbedrijf of misdaad begaan of als hij minderjarig is, een als gemeenrechtelijk wanbedrijf of misdaad omschreven feit gepleegd;
o of een inbreuk gepleegd op de vigerende regelgeving inzake openbaar vervoer waarbij hij de veiligheid van derden of zijn eigen veiligheid ernstig in het gedrang bracht;
o of geweigerd zich met alle middelen te identificeren of een identiteit opgegeven heeft die, na contact met de bevoegde diensten, vals is gebleken.
2° de vattende veiligheidsagent of een personeelslid van de openbare vervoersmaatschappij of vijf personen van wie de identiteit onmiddellijk door de veiligheidsagent of een personeelslid van de vervoersmaatschappij wordt opgenomen zijn ooggetuigen geweest van deze inbreuk of dit feit;
3° de vatting doet zich voor onmiddellijk na het plegen van het misdrijf;
4° onmiddellijk na de vatting wordt een politiedienst ingelicht; indien de vatting gebeurt op een rijdend voertuig, dient de verwittiging te gebeuren uiterlijk op het ogenblik dat de betrokkene uit het voertuig wordt verwijderd;
5° de betrokkene wordt zo vlug mogelijk aan het zicht van het publiek onttrokken.
Tot de aankomst van de politieambtenaren blijft de betrokkene onder het rechtstreekse toezicht van de veiligheidsdienst. Het is verboden om de betrokkene op te sluiten of hem door enig middel ergens aan vast te maken.
De vatting dient onmiddellijk te worden beëindigd :
o indien de verwittigde politiedienst laat weten dat hij niet ter plaatse zal komen;
o indien de verwittigde politiedienst te kennen geeft dat hij achteraf niet ter plaatse zal komen :
o binnen 2 uur te rekenen vanaf de verwittiging in geval van gemeenrechtelijk wanbedrijf of misdaad of gedrag dat de veiligheid van derden of van de betrokkene ernstig in het gedrang brengt;
o binnen 30 minuten vanaf de verwittiging in geval van klaarblijkelijke weigering zich te identificeren of het aangeven van een identiteit die, na contact met de bevoegde dienst, vals bleek;
o indien de politiedienst aangeeft dat hij ter plaatse zal komen maar dat de opgeroepen politieambtenaren achteraf niet ter plaatse zijn binnen de hierboven vermelde termijnen.
Veiligheidsagenten kunnen bij een vatting overgaan tot een veiligheidscontrole om op te sporen of de betrokkene wapens of gevaarlijke voorwerpen op zich draagt die de veiligheid van personen in het gedrang brengen of materiaal van de vervoersmaatschappij kunnen beschadigen. Deze veiligheidscontrole bestaat uit een oppervlakkige betasting van de kleding van de persoon en de controle van zijn handbagage.
Het gebruik van handboeien is slechts toegelaten bij vatting en indien aan alle volgende voorwaarden voldaan is :
1° betrokkene werd rechtmatig gevat;
2° hij is kennelijk meerderjarig;
3° hij heeft fysiek geweld gebruikt voor of tijdens de vatting;
4° hij werd door de veiligheidsagent voorafgaand gewaarschuwd dat hij zal geboeid worden indien hij het fysiek geweld verder uitoefent;
5° niettegenstaande deze waarschuwing kan hij slechts door het gebruik van handboeien in bedwang worden gehouden.
De handboeien kunnen slechts door de ter plaatse gekomen politieambtenaren worden losgemaakt. Dit kan ook door de veiligheidsagenten indien hij niet langer kan worden gevat of indien zijn gezondheidstoestand dit vereist.
Indien U meent dat deze regelgeving niet gevolgd is, kunt U klacht neerleggen bij :
FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid
Adres : Waterloolaan 76, 1000 Brussel
Tel : 02-557 34 81
Fax : 02-557 34 90
e-mail : private.veiligheid@ibz.fgov.be
of bij :
Comité P
Adres : Drukpersstraat 35/1, 1000 Brussel
Tel : 02-286 28 11
Fax : 02-286 28 99
E-mail : info@comitep.be]1
----------
(1)<MB 2015-01-21/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-05-2015>
Art. N2. Bijlage 2. - Inlichtingenformulier gebruik spuitbus.
OPENBARE VERVOERSMAATSCHAPPIJ (naam) :
OMSTANDIGHEDEN :
1. Naam betrokken persoon (indien gekend) :
2. Omschrijving incident dat aanleiding was voor gebruik spuitbus :
3. Plaats feit :
4. Tijdstip feit (datum/uur) :
5. Nr. identificatiekaart of naam personeelslid die getuige was van het feit :
6. Nr. identificatiekaart of naam veiligheidsagent die spuitbus gebruikte :
7. Nummer gebruikte spuitbus :
8. Beschrijving toegepaste nazorg :
9. Opgeroepen politiedienst :
10. Tijdstip oproep politiedienst (datum/uur) :
11. Tijdstip aankomst politie (datum/uur) :
WETTELIJKE BEPALINGEN :
Het gebruik van de spuitbus is voor een veiligheidsagent enkel toegelaten indien dit ogenblikkelijk noodzakelijk is voor de verdediging tegen een actueel en direct gevaar van zijn fysieke integriteit, terwijl dit gevaar niet met een minder drastisch middel kan vermeden of gestopt worden.
De spuitbus mag niet gebruikt worden tegen personen die kennelijk jonger zijn dat 14 jaar, ouder zijn dan 65 jaar, zwanger zijn, leiden aan gezondheidsstoornissen of wonden vertonen aan het aangezicht. Ze mag evenmin gebruikt worden in voertuigen, tenzij op de platforms in de voertuigen op de momenten dat deze stil staan en de deuren geopend zijn, in kleine ruimtes of daar waar geen nazorg kan worden verstrekt. Ze mag ook niet gebruikt worden op plaatsen waar de persoon tegen wie de spuitbus gebruikt wordt, op de sporen of onder een voertuig kan terechtkomen of op een andere wijze in gevaar kan komen.
Aan het gebruik gaat volgende procedure vooraf :
- de betrokken persoon wordt gewaarschuwd dat, indien hij het geweld dat hij uitoefent niet staakt, de spuitbus zal gebruikt worden;
- indien hij het geweld niet staakt, wordt de spuitbus getoond;
- de betrokken persoon zet het geweld niettemin voort.
Het bespuiten van de persoon gebeurt maximum één seconde en van op een afstand van minimum één meter.
Een politiedienst wordt steeds opgeroepen.
De bespoten persoon heeft branderige ogen en huid. Hij kan tijdelijk niet meer zien en zijn ogen niet open krijgen. Hij is gedesoriënteerd. Hij kan opwinding of paniek ervaren en heftige hoestbuien hebben. Hij moet daarom onmiddellijk met toewijding worden verzorgd. De veiligheidsagent begeleidt hem constant, stelt hem gerust en maant hem aan niet in de ogen te wrijven. Hij brengt hem in contact met frisse lucht en uit het zonlicht. De persoon moet het gezicht kunnen spoelen met stromend water. Indien zijn kledij doordrongen is, wordt hij in de gelegenheid gesteld om zijn hele lichaam af te spoelen. Hij krijgt dan ook vervangingskledij. Indien hij contactlenzen draagt, moet hij deze zo snel mogelijk zelf wegnemen. Hij wordt daarbij geholpen door de veiligheidsagent die de oogleden opentrekt. De verzorging wordt verstrekt tot op het ogenblik dat de betrokkene volledig normaal reageert, de ogen blijvend kan openhouden en zich normaal en onafhankelijk kan verplaatsen.
Het is verboden de bespoten persoon tijdens de besmettingsperiode te boeien, op de buik te leggen of op een dusdanige wijze fysiek vast te houden dat de ademhaling kan worden bemoeilijkt of beperkt. De buik en de borstkas worden alleszins altijd vrijgelaten zodanig dat de ademhaling niet wordt belemmerd.
Indien U andere dan de hierboven beschreven symptomen ervaart, is het aangeraden een dokter te raadplegen.
Indien U meent dat deze regelgeving niet gevolgd is, kunt U klacht neerleggen bij :
FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid,
Adres : Waterloolaan 76, 1000 Brussel,
Tel : 02-557 34 81,
Fax : 02-557 34 90,
E-mail : private.veiligheid@ibz.fgov.be
of bij :
Comité P,
Adres : Wetstraat 52, 1040 Brussel,
Tel : 02-286 28 11,
Fax : 02-286 28 95,
E-mail : info@comitep.be.