Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen en houdende specifieke maatregelen voor de verwijdering van bliksemafleiders die radioactieve stoffen bevatten.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001000726 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Punt d) van artikel 64.1. van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen wordt vervangen als volgt :
  " d) radioactieve stoffen te gebruiken in de opvanginrichtingen van de bliksemafleiders. De opvanginrichtingen die radioactieve stoffen bevatten, moeten verwijderd worden met toepassing van de artikelen 35.1 en 37 van dit reglement en de andere reglementaire bepalingen betreffende radioactieve afvalstoffen.
  Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk II en VII kan het Agentschap de afbraak en de verwijdering van voormelde opvanginrichtingen aan bijkomende technische voorwaarden onderwerpen. "

Art.2. § 1. De opvanginrichtingen die radioactieve stoffen bevatten en die zowel regelmatig vergund zijn op datum van 26 oktober 1985 als het voorwerp uitmaken van een gunstig verslag van het Agentschap of van een erkende instelling die belast is met hun periodieke controle zoals voorzien in artikel 23 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, moeten uiterlijk zes maanden na de dag van inwerkingtreding van dit besluit verwijderd worden.
  § 2. De eigenaars van voornoemde opvanginrichtingen zijn ertoe gehouden zich uiterlijk twee maanden na de dag van inwerkingtreding van dit besluit aan te melden bij het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.
  § 3. De eigenaars van voornoemde opvanginrichtingen moeten het Federaal Agentschap voor nucleaire controle voor uiterlijk zeven maanden na de dag van inwerkingtreding van dit besluit een attest voorleggen, opgesteld door een door het Agentschap daartoe gemachtigde, waaruit blijkt dat de opvanginrichtingen overeenkomstig de terzake geldende instructies werden afgebroken en verwijderd.

Art. 3. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel op 24 januari 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  P. DEWAEL.