Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 DECEMBER 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-12-2005 en tekstbijwerking tot 15-04-2009)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Bouw.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Exploitatie.
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie.
Art. 7, 7bis
HOOFDSTUK V. - Controle, autocontrole, zelftoezicht.
Art. 8
HOOFDSTUK VI. - Bij de aanvraag te voegen documenten.
Art. 9
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2009201609 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van het algemeen reglement op de elektrische installaties zijn deze sectorale voorwaarden van toepassing op statische transformatoren met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer zoals bedoeld in de rubriek 40.10.01.01.02 van bijalge I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art.2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
  1° bestaande inrichting : de inrichtingen die behoorlijk vergund zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit of waarvan de exploitatie gedekt is door een vergunning verleend naar aanleiding van een aanvraag ingediend vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en de inrichtingen waarvan de vergunningsaanvragen ingediend worden tussen de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en de inwerkingtreding van dit besluit;
  2° permanente blootstelling : blootstelling [1 van het publiek]1 aan elektromagnetische velden tijdens een continu periode van meer dan acht uur;
  3° f : frequentie uitgedrukt in hertz (Hz), zoals bepaald bij de Europese norm EN 50160 betreffende de spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten, hetzij de gemeten gemiddelde waarde in een tijdsinterval van tien seconden, onder normale omstandigheden, van de herhalingsgraad van de fundamentele curve van de distributiespanning;
  4° A.R.E.I. : het algemeen reglement op de elektrische installaties;
  5° systeem voor het beheer van de belasting : controlesysteem [1 lokaal of afstands-]1per meting of per bescherming d.m.v. een voorziening gevoelig voor de thermische lading van de transformator die de mogelijkheid biedt de nodige maatregelen te nemen teneinde een overbelasting te beletten die schadelijk is voor personen en goederen;
  6° transformator : statische transformator van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer;
  7° [1 ...]1
  8° elektrische veiligheidszone : zone van de inrichting rondom de transformator(en) die, eventueel d.m.v. een omheining, ontoegankelijk is gemaakt voor het publiek en uitsluitend bestemd is voor de elektrische dienst in de zin van het A.R.E.I.
  ----------
  (1)<BWG 2009-02-12/71, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 25-04-2009>

HOOFDSTUK II. - Bouw.
Art.3. Onverminderd de artikelen R. 90 en R. 153 tot R. 173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de bepalingen van het decreet van 6 december 2001 betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden, wordt elke transformator uitgerust met een vast systeem voor het beheer van de belasting.

Art.4.[1 Onverminderd de artikelen R.90 en R.153 tot R.173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de bepalingen van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, is elke transformator met een vloeibare diëlektrische isolatie uitgerust met een voorziening voor de opvang van het gezamenlijke volume van de vloeibare diëlektrische isolatie in de transformator in geval van lekkage of elektrisch ongeval. Als de retentievoorziening een kuip is, is ze vervaardigd uit materialen die lekvrij en scheikundig inert zijn t.o.v. de vloeibare diëlektrische isolatie.
   Als de inrichting wordt uitgerust met kuipen voor meer dan een transformator, is de nuttige opvangcapaciteit van elk van de kuipen minstens gelijk aan de capaciteit van de grootste container van vloeibare diëlektrische isolatie die ingezameld zou kunnen worden.
   Als de kuip geschikt is voor de retentie van regen- of afvloeiend water, wordt ze uitgerust met een passief systeem dat het wegvloeien van elektrolytische stoffen in openbare riolen of in het milieu voorkomt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2009-02-12/71, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 25-04-2009>

HOOFDSTUK III. - Exploitatie.
Art.5. In de zones waar een permanente menselijke blootstelling te voorzien is buiten de elektrische veiligheidszone, moet de waarde van het niet-verstoorde elektrische veld die door de transformator gegenereerd wordt onder een niet-verstoord regime, lager zijn dan 5 kV/m (kilovolt per meter) als f = 50 Hz + 1 %, of dan 250/f kV/m als f niet gelijk is aan 50 Hz.

Art.6. In de zones waar een permanente menselijke blootstelling te voorzien is buiten de elektrische veiligheidszone, moet de magnetische inductiewaarde die door de transformator gegenereerd wordt, lager zijn dan 100 'mu'T (micro tesla) als f = 50 Hz + 1 %, of lager zijn dan 5 000/f 'mu'T als f niet gelijk is aan 50 Hz.

HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie.
Art.7.Vóór de tenuitvoerlegging van het project en vóór elke wijziging van de bedrijfslocatie en/of -omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot een wijziging van het gevaar voor brand of brandverspreiding, [1 stelt de exploitant de territoriaal bevoegde brandweerdienst in kennis van]1 de [1 getroffen]1 maatregelen en de inzake brand- en ontploffingspreventie en -bestrijding [1 aangebrachte]1 apparatuur, met inachtneming van de bescherming van publiek en milieu.
  ----------
  (1)<BWG 2009-02-12/71, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 25-04-2009>

Art.7bis. [1 De exploitant zorgt voor een regelmatige visuele controle om elke roestvorming op het hulsel van de transformator op te sporen en te verwijderen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2009-02-12/71, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 25-04-2009>

HOOFDSTUK V. - Controle, autocontrole, zelftoezicht.
Art.8.De volgende gegevens worden door de exploitant meegedeeld op gewoon verzoek van de toezichthoudende ambtenaar :
  1° het afschrift van het proces-verbaal van gelijkvormigheid vóór de indienstneming van de inrichting, overeenkomstig het A.R.E.I. opgesteld door een erkend controleorganisme;
  2° het afschrift van het laatste proces-verbaal van de periodieke controle op de inrichting, overeenkomstig het A.R.E.I. opgesteld door een erkend controleorganisme;
  3° de gegevens betreffende de transformatoren (lokalisatie, vermogen, aanwezigheid of niet van een [1 retentievoorziening overeenkomstig artikel 4]1);
  4° [1 ...]1
  5° de interventieprocedure in geval van olielekkage en de lijst van de desbetreffende incidenten.
  ----------
  (1)<BWG 2009-02-12/71, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 25-04-2009>

HOOFDSTUK VI. - Bij de aanvraag te voegen documenten.
Art.9. Het algemeen formulier tot vergunningsaanvraag wordt aangevuld met de documenten bedoeld in artikel 8, indien beschikbaar. Als dit niet het geval is, vermeldt de exploitant de beschikbaarheidstermijn in zijn aanvraag.

HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.10. Dit besluit is van toepassing op de bestaande inrichtingen zodra het in werking treedt.
  In afwijking van het eerste lid, is artikel 4 uiterlijk 31 december 2015 van toepassing op de bestaande inrichtingen.
  Artikel 4 is evenwel van toepassing op elke op de datum van inwerkingtreding van dit besluit bestaande transformator met een vloeibare diëlektrische isolatie die in een preventiegebied in de nabijheid of op afstand van water gelegen is overeenkomstig de artikelen R. 153 tot R. 173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. Het wordt toegepast binnen twee jaar na de bekendmaking van de aanwijzing van het preventiegebied in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 1 december 2005.
  De Minister-President,
  E. DI RUPO
  De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
  B. LUTGEN.