9 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid [,gecoördineerd op 15 juni 2018]. <BVR2019-04-26/48, art.48 , 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-12-2005 en tekstbijwerking tot 12-05-2023)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De geografische indeling van watersystemen.
Afdeling I. - De stroomgebieden en de stroomgebiedsdistricten.
Art. 2
Afdeling II. - De bekkens.
Art. 3
Afdeling III. - De deelbekkens.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - De organisatie van het integraal waterbeleid.
Afdeling I. - Het Vlaamse Gewest.
Art. 5-10
Afdeling II. - Het bekkenniveau.
Onderafdeling I. - Werking van het bekkenbestuur.
Art. 11-14, 14/1, 14/2
Onderafdeling II. - Samenstelling en werking van het bekkensecretariaat.
Art. 15-18
Onderafdeling III. - Samenstelling en werking van de bekkenraad.
Art. 19-20
Afdeling III.
Art. 21-22
HOOFDSTUK IV. - Voorbereiding en opvolging van het integraal waterbeleid.
Art. 23, 23/1
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 24-25
BIJLAGEN.
Art. N1-N2, N3.Bijlage III
2008035055 2008035323 2008035556 2009035244 2009035825 2012036004 2014202497 2015036465 2016035805 2018030797 2021042059
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1°de CIW : de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid, bedoeld in artikel [3 1.5.2.2 ]3, § 1 van het decreet;
2° het decreet : het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid [3 , gecoördineerd op 15 juni 2018]3 ;
3° de minister : de Vlaamse minister, die overeenkomstig artikel 5 belast is met de coördinatie en de organisatie van de planning van het integraal waterbeleid;
4° de VMM : de Vlaamse Milieumaatschappij, (...); <BVR 2008-03-07/41, art. 408, 003; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
5° [1 stroomgebiedbeheerplan: het stroomgebiedbeheerplan, vermeld in artikel [3 1.6.2.1]3 van het decreet en de bekkenspecifieke delen, vermeld in artikel [3 1.6.2.4]3, § 1, derde lid van het decreet;]1
[1 6° wateruitvoeringsprogramma: het wateruitvoeringsprogramma, vermeld in artikel [31.7.4.4 ]3 van het decreet;]1
[1 7° het bekkenbestuur: [2 het bestuur]2 vermeld in artikel [3 1.5.3.1]3, eerste lid, van het decreet.]1
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2018-03-23/07, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
(3)<BVR 2019-04-26/48, art. 49, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK II. - De geografische indeling van watersystemen.
Afdeling I. - De stroomgebieden en de stroomgebiedsdistricten.
Art.2.De grenzen van de stroomgebieden, bedoeld in artikel [1 1.4.1.1]1 van het decreet en van de stroomgebiedsdistricten, bedoeld in artikel [1 1.4.1.2]1 van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 50, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling II. - De bekkens.
Art.3.De grenzen van de bekkens, bedoeld in artikel [1 1.4.2.1]1, § 1, van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage II bij dit besluit is gevoegd.
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 51, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling III. - De deelbekkens.
Art.4.De grenzen van de deelbekkens, bedoeld in artikel [1 1.4.3.1]1, § 1, van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage III bij dit besluit is gevoegd.
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 52, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK III. - De organisatie van het integraal waterbeleid.
Afdeling I. - Het Vlaamse Gewest.
Art.5. De Vlaamse minister bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid is belast met de coördinatie en de organisatie van de planning van het integraal waterbeleid.
Art.6.De CIW heeft tot taak :
1° het voorbereiden van de waterbeleidsnota en van de herziening ervan;
2° het voorbereiden op het niveau van het Vlaamse Gewest van de opmaak van de stroomgebiedbeheersplannen en van de herziening ervan;
3° het organiseren van het openbaar onderzoek met betrekking tot de documenten, bedoeld in artikel [3 1.6.2.5]3, § 1, van het decreet;
4° [1 het voorbereiden van de methodologie van de stroomgebiedbeheerplannen en van de richtlijnen ervoor, met inbegrip van een inschatting van de kosten en baten, en het voorbereiden van wateruitvoeringsprogramma's;]1
5° het voorbereiden van de richtlijnen en nadere regels, bedoeld in artikel [3 1.3.1.1]3, § 5, van het decreet;
6° het afstemmen op de waterbeleidsnota en het onderling afstemmen van de [1 stroomgebiedbeheerplannen]1 met het oog op de uniformiteit ten aanzien van de rechtsonderhorigen;
7° [1 het onderling afstemmen van de ontwerpen van bekkenspecifieke delen binnen de stroomgebiedbeheerplannen;]1
8° het ondersteunen en opvolgen van de werking van de bekkenstructuren;
9° het voorbereiden van de aan de Europese Commissie aan te leveren informatie overeenkomstig de Kaderrichtlijn Water [2 en de richtlijn Prioritaire Stoffen 2008/105/EG]2 [1 en overeenkomstig de Overstromingsrichtlijn]1;
10° het verzamelen en verspreiden van watersysteemkennis;
[1 11° het bundelen, coördineren en afstemmen van de bekkenspecifieke delen van het wateruitvoeringsprogramma overeenkomstig artikel [3 1.6.2.5]3, § 6, van het decreet, en het vaststellen van het wateruitvoeringsprogramma behalve wat het vaststellen betreft van de bijkomende acties vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet en de tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden en oeverzones vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet;
12° het digitaal ter beschikking stellen van de stroomgebiedbeheerplannen, overeenkomstig artikel [3 1.6.2.6]3 van het decreet en van het vastgestelde wateruitvoeringsprogramma;]1
[4 13° het organiseren van de droogtecommissie om alle initiatieven bij waterschaarste en droogte te coördineren en af te stemmen, en het verlenen van advies daarover op verzoek van de minister en andere overheden die bevoegd zijn voor die materie;
14° het coördineren van het beleid over circulair water.]4
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2015-10-16/23, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 11-12-2015>
(3)<BVR 2019-04-26/48, art. 53, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(4)<BVR 2020-12-04/14, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 28-01-2021>
Art.7.[1 § 1. De CIW bestaat uit leden van de bij het integraal waterbeleid betrokken entiteiten en wordt voorgezeten door het hoofd van de VMM.
De CIW wordt als volgt samengesteld:
1° het hoofd van de VMM;
2° [2 drie leden van het beleidsdomein Omgeving;]2
3° twee leden van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
4° [2 ...]2
5° een lid van het beleidsdomein Landbouw en Visserij;
6° een lid van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;
7° een lid, voorgedragen door Aquaflanders v.z.w.;
8° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Provincies;
9° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;
10° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen;
11° een lid aangeduid door de gezamenlijke provinciegouverneurs;]1
[3 12° een lid, voorgedragen door nv Aquafin;
13° een lid van het extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Landmaatschappij;
14° een lid van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;
15° een lid, voorgedragen door VLINTER, de feitelijke vereniging die optreedt als koepel voor het samenwerkingsverband van de twaalf Vlaamse intergemeentelijke verenigingen voor streekontwikkeling en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG);
16° een lid van de VMM.]3
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2017-02-24/16, art. 98, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
(3)<BVR 2020-12-04/14, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 28-01-2021>
Art.8.§ 1. De vorm, waarin de informatie op basis van artikel [1 1.6.2.3]1, § 2, van het decreet aan de CIW moet worden bezorgd, wordt door het secretariaat van de CIW vastgesteld na overleg met de informatieverstrekkers.
De informatie, bedoeld in artikel [1 1.6.2.3]1 § 2, van het decreet, wordt gratis ter beschikking gesteld. Op verzoek van de informatieverstrekker kunnen eventuele reproductiekosten vergoed worden tegen kostprijs.
De termijn waarbinnen de gevraagde informatie ter beschikking moet worden gesteld, wordt bij de vraag tot het leveren van de informatie bepaald, afhankelijk van de complexiteit en urgentie van de vraag.
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 54, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.9. De CIW kan voor haar werking een huishoudelijk reglement goedkeuren.
Art.10. De werkingskosten van de CIW vallen ten laste van de begroting van de VMM.
Afdeling II. - Het bekkenniveau.
Onderafdeling I. - Werking van het bekkenbestuur.
Art.11.[1 [2 Het bekkenbestuur]2 wordt door de voorzitter opgeroepen. [2 Het bekkenbestuur]2 vergadert zoveel als nodig en minstens één maal per jaar. Behalve in dringende gevallen, wordt [2 het bekkenbestuur]2 ten minste tien werkdagen vooraf opgeroepen.
[2 Het bekkenbestuur]2 moet in ieder geval binnen een termijn van tien werkdagen worden opgeroepen, op het verzoek van een van de volgende personen :
1° de minister;
2° de Vlaamse minister, bevoegd voor Openbare Werken;
3° de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening.
[2 ...]2
De bekkencoördinator, die optreedt als secretaris van [2 het bekkenbestuur]2 overeenkomstig artikel [3 1.5.3.1]3, vijfde lid, van het decreet, staat in voor de begeleiding van de opmaak en de uitvoering van de bekkenspecifieke delen van het stroomgebiedbeheerplan. De bekkencoördinator is niet stemgerechtigd. In geval van afwezigheid van de voorzitter van [2 het bekkenbestuur]2 treedt de bekkencoördinator op als voorzitter van de [2 ...]2 vergadering.]1
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2018-03-23/07, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
(3)<BVR 2019-04-26/48, art. 55, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.12.Het is de leden van [1 [2 het bekkenbestuur]2]1 verboden aanwezig te zijn bij de beraadslagingen en beslissingen over zaken, waarbij zij, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde voor of na hun aanwijzing, een rechtstreeks belang hebben, of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2018-03-23/07, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
Art.13.[1 Het bekkenbestuur keurt voor zijn werking en voor de organisatie van het bekkensecretariaat een huishoudelijk reglement goed.]1
----------
(1)<BVR 2018-03-23/07, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
Art.14. De werkingskosten van het bekkenbestuur vallen ten laste van de begroting van de deelnemende gewestelijke besturen, volgens een in het huishoudelijk reglement vastgestelde verdeelsleutel. De CIW kan hiervoor richtlijnen uitwerken in het modelreglement.
Art.14/1.[1 Voor de vergaderingen van het bekkenbestuur geldt een aanwezigheidsquorum van minstens vier vertegenwoordigers van het Vlaamse Gewest.]1
----------
(1)<BVR 2018-03-23/07, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
Art.14/2.[1 § 1. De beslissingen en adviezen van [2 het bekkenbestuur]2 worden overeenkomstig artikel [3 1.5.3.1.]3, zesde lid, van het decreet, in beginsel enkel bij consensus genomen. Indien geen consensus kan bereikt worden, kunnen de beslissingen en adviezen enkel aangenomen worden met een bijzondere meerderheid waarbij:
1° aan elk van de vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest 1 stem wordt toegewezen;
2° aan elk van de vertegenwoordigers van de provincie(s) 1 stem wordt toegewezen;
3° aan de vertegenwoordigers van de gemeenten 1 stem wordt toegewezen per begonnen schijf van 25 gemeenten waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van het bekken;
4° aan de vertegenwoordigers van de polders en wateringen gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
5° aan de vertegenwoordiger(s) van het havenbedrijf gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
en de stemming voor minstens drie vierde van de uitgebrachte stemmen positief is.
§ 2. [2 ...]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2014-03-21/33, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2018-03-23/07, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
(3)<BVR 2019-04-26/48, art. 56, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Onderafdeling II. - Samenstelling en werking van het bekkensecretariaat.
Art.15.[1 De dagelijkse leiding van het bekkensecretariaat ligt bij de bekkencoördinator die zijn taak uitoefent overeenkomstig het huishoudelijk reglement vermeld in artikel 13, de richtlijnen van het bekkenbestuur overeenkomstig artikel [2 1.5.3.2, § 2]2, 1°, van het decreet, en van het CIW-secretariaat.]1
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2019-04-26/48, art. 57, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.16.[1 Het bekkensecretariaat omvat minstens:
1° de bekkencoördinator;
2° [2 een of meer planningsverantwoordelijken van het beleidsdomein Omgeving of het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;]2
3° [2 één vertegenwoordiger per provincie van het beleidsdomein Omgeving;]2
4° voor elke provincie [3 ...]3 een door de provincie ter beschikking gesteld personeelslid overeenkomstig artikel [4 1.5.3.1]4, vierde lid, van het decreet.]1
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2017-02-24/16, art. 99, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
(3)<BVR 2018-03-23/07, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 23-04-2018>
(4)<BVR 2019-04-26/48, art. 58, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.17.
<Opgeheven bij BVR 2014-03-21/33, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
Art.18. De werkingskosten van het bekkensecretariaat vallen ten laste van de begroting van de VMM.
De personeelskosten van de leden van het bekkensecretariaat blijven ten laste van het bestuur dat ze heeft voorgedragen.
Onderafdeling III. - Samenstelling en werking van de bekkenraad.
Art.19.§ 1. De bekkenraad wordt voorgezeten door de bekkencoördinator. Het secretariaat wordt waargenomen door het bekkensecretariaat.
De voorzitter en de secretaris zijn niet stemgerechtigd.
§ 2. De bekkenraad wordt ten minste als volgt samengesteld :
1° twee leden als vertegenwoordigers van de sector landbouw, voorgedragen door de [1 Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij]1;
2° drie leden als vertegenwoordigers van de sector natuur, bos, milieu en landschap, voorgedragen door de milieu- en natuurorganisaties vertegenwoordigd in de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;
3° een lid als vertegenwoordiger van de sector industrie en handel, voorgedragen door de werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
4° een lid als vertegenwoordiger van de sectoren ontginningen en energie, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
5° een lid als vertegenwoordiger van de sector visserij, voorgedragen door de Provinciale Visserijcommissie van de provincie of de Provinciale Visserijcommissies als op het beheersingsgebied van het bekken diverse provincies zijn gelegen;
6° een lid als vertegenwoordiger van de sector toerisme en recreatie, voorgedragen door Toerisme Vlaanderen;
7° een lid als vertegenwoordiger van de sector wonen, voorgedragen door de Vlaamse Woonraad;
8° een lid van de transport- en vervoersector, voorgedragen door Promotie Binnenvaart Vlaanderen.
Het bekkenbestuur kan deze samenstelling aanvullen.
De vergaderingen van de bekkenraad zijn openbaar.
----------
(1)<BVR 2009-05-29/33, art. 38, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.20. De bekkenraad kan voor zijn werking een huishoudelijk reglement goedkeuren.
Afdeling III.
Art.21.
<Opgeheven bij BVR 2014-03-21/33, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
Art.22.
<Opgeheven bij BVR 2014-03-21/33, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
HOOFDSTUK IV. - Voorbereiding en opvolging van het integraal waterbeleid.
Art.23.[1 Bij het vaststellen van de stroomgebiedbeheerplannen vermeldt de Vlaamse Regering in het algemeen wat ze omtrent de overeenkomstig artikel [2 1.6.2.5]2, § 2 en § 3 van het decreet ingediende opmerkingen en adviezen heeft overwogen.]1
----------
(1)<BVR 2014-03-21/33, art. 12, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2019-04-26/48, art. 59, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.23/1.[1 Als in een wateruitvoeringsprogramma bijkomende acties worden opgenomen die passen binnen de visie en de maatregelen van het maatregelenprogramma als vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet, worden deze op voorstel van de CIW goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Als in een wateruitvoeringsprogramma tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden als vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet opgenomen worden, verloopt de voorbereiding en de goedkeuring van deze afbakeningen volgens de regeling vermeld in de artikelen 28 tot 35 van het besluit van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht, de vergoedingsplicht en de afbakening van overstromingsgebieden van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003[2 ,gecoördineerd op 15 juni 2018]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2014-03-21/33, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
(2)<BVR 2019-04-26/48, art. 60, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.24.
<Opgeheven bij BVR 2014-03-21/33, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 30-05-2014>
Art.25.De Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1. Afbakening op kaart van de stroomgebieden.]1
Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-05-2023, p. 45868)
----------
(1)<BVR 2023-04-28/05, art. 7, 011; Inwerkingtreding : 22-05-2023>
Art. N2.[1 Bijlage II. Afbakening op kaart van de bekkens.]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-05-2023, p. 45870)
----------
(1)<BVR 2023-04-28/05, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 22-05-2023>
Art. N3.Bijlage III. - Afbakening op kaart van de deelbekkens.
(Beelden niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 02-12-2005, p. 52086-52096).