24 NOVEMBER 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober 2000 betreffende de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 april 1999 tot vaststelling van het voorafgaande aangifteformulier voor de inrichtingen van klasse III in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 inzake milieuvergunningen en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieuattest en -vergunning.
Art. 1-8
Artikel 1. Artikel 5, 1e lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober 2000 betreffende de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van de speciale beschermingszones, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor zo'n gebied, maakt het voorwerp uit van een gepaste beoordeling van zijn effecten op de speciale beschermingszone gelet op de behoudsdoelstellingen van deze zone. "
Art.2. In de bijlage bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II, III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt rubriek 159, ingevoegd bij besluit van 26 oktober 2000, geschrapt.
Art.3. Aan punt 2 onderaan in kader VIII (getiteld " Beschrijving van de effecten van het project op het leefmilieu) van bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest en -vergunning gewijzigd door besluit van 14 januari 1999, werd volgende lid toegevoegd :
" Wanneer het project (in de zin van artikel 3 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen) afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, dan worden de effecten op het gebied op een specifieke manier bestudeerd gelet op de behoudsdoelstellingen van deze zone. "
Art.4. Aan punt 2 onderaan in kader XVII (getiteld " Beschrijving van de effecten van het project op het leefmilieu) van bijlage II van hetzelfde besluit, werd volgende lid toegevoegd :
" Wanneer het project (in de zin van artikel 3 van de ordonnantie van 5 juni 9997 betreffende de milieuvergunningen) afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, dan worden de effecten op het gebied op een specifieke manier bestudeerd gelet op de behoudsdoelstellingen van deze zone. "
Art.5. Aan bijlage III van hetzelfde besluit, wordt een kader IX getiteld " Effectenrapporten " toegevoegd :
" Wanneer het project (in de zin van artikel 3 van de ordonnantie van 5 juni 9997 inzake milieuvergunningen) afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, dan worden de effecten op het gebied op een specifieke manier bestudeerd gelet op de behoudsdoelstellingen van deze zone. "
Art.6. In het formulier, deel B, als bijlage gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 april 1999 tot vaststelling van het voorafgaande aangifteformulier voor de inrichtingen van klasse III in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt na het kader VI een kader VII toegevoegd met als opschrift " Effectenrapport ", en luidend als volgt :
" Wanneer het project (in de zin van artikel 3 van de ordonnantie van 5 juni 9997 inzake milieuvergunningen) afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, dan worden de effecten op het gebied op een specifieke manier bestudeerd gelet op de behoudsdoelstellingen van deze zone. "
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekening.
Art. 8. De Minister die Leefmilieu in haar bevoegdheden heeft wordt belast met de uitvoering van dit besluit.