Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

26 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt.



Inhoudstafel:


Art. 1-12
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003011181 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt, wordt in artikel 1 een tweede lid ingevoegd, luidende :
  " Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder " afname " : het geheel van kilowattuur dat door een verbruikslocatie op het transmissie- of distributienet wordt afgenomen. "

Art.2. In het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt, worden de woorden " netbeheerder " en " netbeheerders " respectievelijk vervangen door de woorden " leverancier " en " leveranciers ".

Art.3. § 1. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
  § 2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 3. § 1. De federale bijdrage wordt geheven in de vorm van een toeslag op de kWh die per verbruikslocatie van het transmissie-, of lokaal of gewestelijke transmissie- of distributienet afgenomen worden door eindafnemers, inbegrepen bij de voorschotfacturen, proportioneel met de geschatte jaarlijkse afname en geregulariseerd met de afrekeningfactuur. De toeslag per afgenomen kWh is gelijk aan de som van vijf termen waarvan elke term een breuk is, waarvan de teller respectievelijk overeenstemt met elk van de totale jaarlijkse bedragen die voor het lopende jaar t door de federale bijdrage moeten worden gedekt, zoals bedoeld in artikel 4 en berekend overeenkomstig deze bepalingen, en de noemer gelijk is aan de totale hoeveelheid kWh die in het jaar t-2 voorafgaand aan het te financieren boekjaar t van het transmissie- of distributienet afgenomen werd voor verbruik in België.
  Voor de bepaling van de noemer, bedoeld in het eerste lid, maken de beheerders van een distributienet en de netbeheerder uiterlijk op 31 augustus van het jaar t-1 voorafgaand aan het te financieren jaar t de nodige meetgegevens over aan de commissie, die belast wordt met het vastleggen van het bedrag per eenheid van elke term van de federale bijdrage alsook de forfaitaire bedragen die in § 2 en § 3 omschreven worden, en maakt deze op haar website bekend. De gegevens die verstrekt worden door de beheerders van een distributienet en door de netbeheerder moeten tevens in 2006 een overzicht geven van het aantal verbruikslocaties per schijf, zoals bedoeld in artikel 21bis van de wet, en van de hoeveelheid afgenomen elektriciteit op deze verbruikslocaties.
  § 2. De federale bijdrage wordt forfaitair vermeerderd met 0,3 percent voor de dekking van de administratieve kosten van de leveranciers.
  § 3. Teneinde het gedeelte van de federale bijdrage dat niet volledig werd betaald door de eindafnemers te compenseren, vermeerderen de leveranciers de federale bijdrage die in rekening wordt gebracht op de facturen forfaitair met 0,5 percent.
  Bij de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen, dienen de leveranciers aan de commissie de boekhoudkundig geregistreerde niet-invorderbare schuldvorderingen alsook het bewijs van de ondernomen wettelijke stappen voor de invordering, mee te delen die betrekking hebben op de elektriciteitsleveringen onderworpen aan de wet inzake de federale bijdrage.
  Wanneer door de commissie vastgesteld wordt dat het globaal bedrag van de niet-invorderbare schuldvorderingen hoger is dan het jaarlijks bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, gaat de commissie over tot terugbetaling van het verschil aan de leverancier, uiterlijk op de twintigste dag van de maand die volgt op de maand waarin het verschil werd aangetoond. Indien het fonds van de commissie niet genoeg middelen bevat, wordt de betaling van de schuldvorderingen die niet meer konden voldaan worden, uitgesteld tot de nodige middelen weer in het fonds voorhanden zijn.
  Wanneer de commissie vaststelt dat het globaal bedrag van de niet-invorderbare schuldvorderingen lager is dan het jaarlijks bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, moet het verschil door de leverancier worden betaald uiterlijk op de twintigste dag van de maand die volgt op de maand waarin het te betalen supplement hem door de commissie is genotificeerd. "

Art.4. In hetzelfde besluit worden de artikelen 3bis, 3ter en 3quater ingevoegd, die luiden als volgt :
  " Art. 3bis. § 1. De bepalingen van de artikelen 3bis, 3ter en 3quater regelen de toepassing van de verminderingen van de federale bijdrage bedoeld in artikel 21bis van de wet.
  § 2. De verminderingen worden berekend op basis van de voortschrijdende jaarlijkse som van de afnamen. Het plafond bepaald in artikel 21bis, § 2, tweede lid, van de wet wordt berekend op basis van de per kalenderjaar verrichte afnamen.
  § 3. Wanneer de facturatie van de elektriciteitsafnamen op een verbruikslocatie op maandelijkse basis gebeurt, wordt de vermindering van de prijs per kWh van de federale bijdrage voor elke maandfactuur berekend op basis van de afnamegegevens van de laatste twaalf maanden; indien de gegevens van deze periode niet volledig beschikbaar zijn, wordt een lineaire extrapolatie toegepast op basis van de meest recente gegevens over een periode van twaalf maanden.
  § 4. Wanneer voor de elektriciteitslevering op een verbruikslocatie in 2005 een maandelijkse factuur is opgesteld door één enkele leverancier, en als voor het tweede semester van 2005 de afname groter is dan 125GWh, bezorgt de leverancier, op verzoek van de eindafnemer, ten laatste op 15 februari 2006 aan laatstgenoemde het overzicht van het resultaat van de federale bijdrage die geïnd is met toepassing van § 2 en het overzicht van het werkelijk resultaat van de federale bijdrage die bepaald is op basis van de geregistreerde afnamen.
  Als de som van de in het tweede semester van 2005 geïnde federale bijdrage hoger is dan 125.000 euro, wordt door de leverancier aan de eindafnemer het verschil tussen deze som en 125.000 euro terugbetaald uiterlijk op 15 maart 2006, en het eventueel aan de commissie teveel betaalde bedrag in het derde kwartaal van 2005, wordt eveneens geregulariseerd tussen de leverancier en de commissie.
  § 5. Wanneer de facturatie van de elektriciteitsafnamen voor een verbruikslocatie gebeurt met een jaarlijkse factuur, wordt de vermindering van de prijs van de federale bijdrage berekend op basis, eventueel geëxtrapoleerd pro rata temporis, van de verbruiksgegevens over de twaalf maanden die voorafgaan aan de einddatum van de periode waarop de factuur betrekking heeft.
  § 6. Wanneer voor de elektriciteitslevering op éénzelfde verbruikslocatie tijdens het jaar t een afzonderlijke factuur is opgesteld door verschillende leveranciers voor dezelfde periode, bezorgt de betrokken eindafnemer, uiterlijk op 15 februari van het jaar t +1, aan de commissie het overzicht van de som van de federale bijdrage die geïnd is met toepassing van § 1 en het overzicht van het verbruik dat per afnamepunt geregistreerd is.
  De commissie betaalt aan de eindafnemer het teveel terug, uiterlijk op 15 mei van het jaar t + 1.
  Art. 3ter. Indien een verbruikssite die de mogelijkheid heeft zich rechtsreeks te bevoorraden zonder een beroep te doen op een leverancier, van deze mogelijkheid wenst te genieten of indien hij de energie wenst voort te verkopen, meldt de toeganghouder, titularis van het toegangscontract zoals voorzien in artikel 172 van het koninklijk besluit van 19 december 2002, houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, of de eindafnemer van een distributie-, lokaal- of gewestelijke net, dit aan de netbeheerder en/of aan de distributienetbeheerder(s). Laatstgenoemde stelt, volgens de bepalingen van artikel 3bis, de factuur op voor de federale bijdrage, in functie van de afnamen op zijn transmissie- of distributienet en richt die aan de toeganghouder. De netbeheerder of de distributienetbeheerder(s) richt(en) een kopie van deze factuur aan de
  commissie en stort(en) haar het bedrag van de federale bijdrage door, volgens de bepalingen van artikel 6. Wanneer de toeganghouder niet zelf de eindafnemer is voor het geheel of een deel van de afnamen, int hij bij de eindafnemer het deel van de federale bijdrage dat laatstgenoemde verschuldigd is. Als de netbeheerder en/of één of verschillende distributienetbeheerders facturen hebben opgesteld voor eenzelfde verbruikslocatie, berekent de toeganghouder het globaal bedrag van de federale bijdrage dat hij verschuldigd is en vraagt aan de commissie de regularisatie volgens de bepalingen van artikel 3bis, § 6. De commissie en de Algemene Directie Energie kunnen de rechtmatigheid van de in toepassing van dit artikel toegekende verminderingen nagaan.
  De last van deze facturatie door de netbeheerder of door een distributienetbeheerder wordt in aanmerking genomen in de openbare dienstverplichtingen voorzien in artikel 21 van de wet.
  Art. 3quater. Indien de modaliteiten van de afname of van de facturatie voor een verbruikslocatie niet beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 3bis en 3ter, bepaalt de commissie de specifieke maatregelen nodig om de toepassing van de vermindering van de federale bijdrage, bedoeld in artikel 21bis van de wet, voor dat individuele geval, te waarborgen.

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 3 worden de woorden " van de eerste maand van het lopende jaar " en " van de maand januari van het lopende jaar " respectievelijk vervangen door de woorden " van de voorlaatste maand van het jaar t - 1 " en " van de maand november van het jaar t - 1 ";
  2° in § 4 worden de woorden " van de laatste maand van het vorige jaar " en " van de maand december van het vorig jaar " respectievelijk vervangen door de woorden " van de voorlaatste maand van het jaar t - 1 " en " van de maand november van het jaar t - 1 ";
  3° de volgende paragraaf wordt toegevoegd :
  " § 5. Het bedrag van het fonds bestemd voor de financiering van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan beschermde residentiële afnemers met bescheiden inkomen of in moeilijke situatie, bepaald krachtens artikel 20, § 2, eerste lid, van de wet, is bepaald overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot bepaling van de nadere regels voor de financiering van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan residentiële beschermde klanten. "

Art.6. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Art. 5. De leverancier(s), of de netbeheerder en/of de distributienetbeheerder(s) voor de eindafnemers die zich bevinden op een verbruikslocatie bedoeld in artikel 3ter, stelt(stellen) de eindafnemers vrij van dat deel van de federale bijdrage dat bestemd is voor de financiering van de bedragen bedoeld in artikel 21bis, 1° en 4°, van de wet, die beantwoorden aan de elektriciteit die hen is geleverd en is geproduceerd van hernieuwbare energiebronnen of kwalitatieve warmtekrachtkoppelingseenheden.
  Het bedrag van de geheven toeslag wordt in mindering gebracht van de gedeelten die beantwoorden aan deze bedragen in functie van het globale aandeel aan primaire energiebronnen voor deze leverancier.
  Deze vrijstelling is onderworpen aan de meest recente fuelmix, zoals goedgekeurd door de gewestelijke regulatoren. De bepaling van deze fuelmix dient te gebeuren conform de gewestelijke regelgeving betreffende de verplichte vermelding van de fuelmix op de facturen.

Art.7. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen toegevoegd :
  1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Uiterlijk op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van elk jaar, stort de leverancier, die instaat voor de levering van elektriciteit aan de eindafnemers, de in het vorig trimester aangerekende federale bijdrage na aftrek van het forfait voor administratieve kosten bedoeld in artikel 3, § 2, en het forfait voor oninbare bedragen bedoeld in artikel 3, § 3, en die bestemd is voor de financiering van de bedragen bedoeld in artikel 4, op de rekening van de commissie. Hij deelt de totale hoeveelheid geleverde energie mee die hij leverde en preciseert, per schijf voor de degressiviteit, zoals vermeld in artikel 21bis van de wet, de geaggregeerde waarde van de geleverde energie en van het bedrag van de degressiviteit dat daaruit resulteert. Hij stelt het bedrag met betrekking tot elke term van de federale bijdrage vast en houdt hierbij rekening met de vrijstellingen bedoeld in artikel 21bis, § 1, tweede lid, van de wet. ";
  2° in § 2 worden de woorden " bedoeld in artikel 4, §§ 1, 3 en 4 " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 4 ".

Art.8. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Art. 7. De leverancier stelt een door een bankinstelling afgegeven bankwaarborg om de invordering van de federale bijdrage te waarborgen. Deze bankwaarborg is gelijk aan het bedrag van de federale bijdrage dat tijdens één maand wordt geheven bij de eindafnemers, door deze leverancier.
  Het bewijs voor het stellen van de bankwaarborg en de lijst van de nodige gegevens om het bedrag ervan te bepalen worden aan de commissie meegedeeld.
  Deze bankwaarborg moet onvoorwaardelijk, onherroepelijk en opeisbaar zijn op de eerste aanvraag van de minister, op voorstel van de commissie, als de inning of de doorstorting van de federale bijdrage niet overeenkomstig de bepalingen van dit besluit uitgevoerd werden.
  Art. 7bis. § 1. Om van de verminderingen van de federale bijdrage bedoeld in artikel 21bis, § 2, van de wet, te kunnen genieten, maakt de eindafnemer, zoals hieronder hernomen, aan zijn leverancier of zijn leveranciers, of netbeheerder en/of distributienetbeheerder(s) voor de eindafnemers die zich op een verbruikslocatie bedoeld in artikel 3ter bevinden, de gegevens vervat in bijlage 1 over, teneinde de degressiviteit toegepast te zien :
  1° de eindafnemer onderworpen aan sectorakkoorden of convenanten die door zijn Gewest werden afgesloten; deze preciseert de naleving van de verplichtingen die uit een sectorakkoord of een convenant voortvloeien en waartoe hij zich individueel of collectief heeft verbonden;
  2° de eindafnemer die op een verbruikslocatie met verschillende afnamepunten op het transmissie- of het distributienet zit en die minimum 20MWh/jaar afneemt, per afnamepunt.
  Voor deze klanten, wordt de degressiviteit toegepast wanneer de vereiste informatie ontvangen wordt door de leverancier, of de netbeheerder en/of de distributienetbeheerder(s) voor de eindafnemers die zich op een verbruikslocatie bedoeld in artikel 3ter bevinden.
  Bij gebrek aan informatie aangaande 2° van het eerste lid, wordt de degressiviteit per afnamepunt toegepast.
  Elke nieuwe eindafnemer of klant die van leverancier verandert, deelt bij het sluiten van het leveringscontract, de gegevens bedoeld in het eerste lid mee, als hij aan één van de criteria van dit lid beantwoordt.
  § 2. De leverancier, of de netbeheerder en/of de distributienetbeheerder(s) voor de eindafnemers die zich op een verbruikslocatie bedoeld in artikel 3ter bevinden, bezorgt een kopie van de databank betreffende de informatie bedoeld in § 1 aan de netbeheerder, aan de betrokken distributienetbeheerder, aan de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. De commissie of de Algemene Directie Energie kan de rechtmatigheid van de verklaring nagaan. "

Art.9. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 9. De bedragen gestort in de fondsen bedoeld in artikel 21ter, § 1, van de wet, worden door de commissie beheerd op objectieve, transparante en niet discriminerende wijze. Voor elk van deze fondsen opent de commissie een aparte bankrekening. "

Art.10. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 10. Binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst, verdeelt de commissie de door de leveranciers, de netbeheerder en de distributienetbeheerders gestorte bedragen over de bankrekeningen toegewezen aan elk van de fondsen die zij beheert, overeenkomstig de verdeelsleutel die voortvloeit uit de toepassing van artikel 4.
  Het gedeelte van de opbrengst van de federale bijdrage, bestemd voor de financiering van de uitvoering van de maatregelen bedoeld in artikel 21bis, § 1, 1°, van de wet, wordt door de commissie gestort na kennisgeving door de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen ten laatste één maand daarvoor verstuurd. "

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2005.

Art.12. Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 26 september 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Energie,
  M. VERWILGHEN

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 1. - Informatie te bezorgen aan de leverancier, of toegangshouder, die de verbruikslocatie, waarvoor het degressief tarief wordt gevraagd, bedient, als de eindafnemer beantwoordt aan één van de criteria vervat in artikel 7bis.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2005, p. 42043).
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2003 tot bepaling van de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Energie,
  M. VERWILGHEN.