25 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel en het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot vaststelling van de bijdrage van de ondernemingen in de werkingskosten van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen.
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen.
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot vaststelling van de bijdrage van de ondernemingen in de werkingskosten van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen.
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 10-12
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen.
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 30 januari 2001, en in artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de bedragen 20 miljoen frank en 25 miljoen frank respectievelijk vervangen door de bedragen 500.000 euro en 620.000 euro.
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 5. § 1. Het ongesplitst dagboek en het centraal boek bepaald in artikel 4 van de wet van 17 juli 1975 of de drie dagboeken bepaald in artikel 5 van deze wet, alsmede het dagboek bepaald in artikel 9, § 1, kunnen schriftelijk worden gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers die de gedrukte melding van het aantal bladzijden omvatten of door middel van geïnformatiseerde systemen.
§ 2. Indien de boeken en dagboeken vermeld in § 1 worden gehouden door middel van geïnformatiseerde systemen, worden deze systemen op een zodanige wijze geconcipieerd dat de onderneming in ieder geval haar boekhouding kan voeren in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het voeren van een boekhouding.
§ 3. Indien de boeken en dagboeken bepaald in § 1 schriftelijk gehouden worden, door middel van ingebonden of ingenaaide registers met de gedrukte vermelding van het aantal bladzijden, wordt er, vóór de eerste ingebruikname van het boek of het dagboek, overgegaan tot de neerlegging bij een ondernemingsloket erkend met toepassing van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister en tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, van een identificatieformulier dat door de drukker samen met het boek of het dagboek is afgeleverd en door de onderneming is ingevuld.
Het formulier vermeldt :
1° de benaming van de onderneming, alsmede het nummer dat haar werd toegekend door de Kruispuntbank voor de Ondernemingen;
2° het doel van het boek of van het dagboek, alsmede de plaats in zijn reeks;
3° het aantal bladzijden van het register, alsmede de naam en het ondernemingsnummer van de drukker.
Het identificatieformulier wordt gedagtekend en ondertekend, naar gelang het geval, door de belanghebbende of door de persoon die de vennootschap of de instelling ten opzichte van derden vertegenwoordigt.
Deze stukken worden bewaard door de erkende ondernemingsloketten overeenkomstig hun wettelijke en reglementaire archiveringsplichten. ".
Art.3. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.4. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 7. Indien het ongesplitste hulpdagboek of de bijzondere hulpdagboeken aan de voorwaarden bepaald in artikel 5, §§ 2 of 3 voldoen, moeten de in dit hulpdagboek of in deze hulpdagboeken geregistreerde gezamenlijke mutaties niet worden overgeschreven in een centraal boek, zoals bepaald bij artikel 4, derde en vierde lid van de hogergenoemde wet van 17 juli 1975. ".
Art.5. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " in artikel 7, lid 3 " worden vervangen door de woorden " in artikel 9, § 1 ";
2° een tweede lid wordt toegevoegd, luidend als volgt :
" De voor het bewaren van de in het eerste lid vermelde boeken en dagboeken gebruikte drager moet de onveranderlijkheid en de toegankelijkheid van de gegevens die erin geregistreerd zijn verzekeren gedurende de volledige opgelegde bewaringstermijn. ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel.
Art.7. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel, gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " en de jaarrekening " geschrapt uit het opschrift van de wet van 17 juli 1975;
2° in het eerste lid, 2°, wordt het getal " 16 " vervangen door het getal " 15 ";
3° het eerste lid, 4°, wordt vervangen als volgt :
" 4° de door buitenlandse ondernemingen in België gevestigde bijkantoren, wanneer die bijkantoren geen eigen opbrengsten hebben door verkoop van goederen of dienstverlening aan derden of door geleverde goederen of verleende diensten aan de buitenlandse onderneming waarvan zij afhangen en waarvan de werkingskosten volledig door de laatstgenoemde worden gedragen. ".
Art.8. In de bijlagen bij hetzelfde besluit worden in de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel de verwijzingen naar de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 als volgt vervangen door verwijzingen naar de overeenstemmende bepalingen van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen :
1° in voetnoot 2 en voetnoot 3 worden de woorden " artikel 44 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 " vervangen door de woorden " artikel 100 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 ";
2° in voetnoot 4 worden de woorden " artikel 19, 5e lid, litt. c, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 " vervangen door de woorden " artikel 54, c), van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 ";
3° de inhoud van voetnoot 11 wordt vervangen door de woorden " artikelen 70, 72 en 75 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 ".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot vaststelling van de bijdrage van de ondernemingen in de werkingskosten van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen.
Art.9. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot vaststelling van de bijdrage van de ondernemingen in de werkingskosten van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 1. De bijdrage bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, bedraagt 2,23 euro per jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening die wordt neergelegd. ".
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.10. De ondernemingen die op de datum van de bekendmaking van dit besluit hun boeken en dagboeken enkel schriftelijk houden en dit niet doen via ingebonden en ingenaaide registers, mogen deze praktijk voortzetten tot op het einde van het lopende boekjaar.
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 2 tot 6 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2003.
Art. 12. Onze Eerste Minister, Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid en Sociale Zaken, Onze Minister bevoegd voor de Economie, en Onze Minister bevoegd voor de Middenstand en de Landbouw alsmede Onze Staatssecretaris bevoegd voor de administratieve vereenvoudiging, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 januari 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
R. DEMOTTE
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE
De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
V. VAN QUICKENBORNE.