Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria op basis waarvan de gewesten hun voorstellen inzake de afbakening van de risicozones dienen te formuleren.



Inhoudstafel:


Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Gewesten formuleren hun voorstellen inzake de afbakening van de risicozones overeenkomstig de criteria vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het koninklijk besluit, bedoeld in artikel 68-9, § 1, 2e lid van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in werking treedt.

Art.3. Onze minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 12 oktober 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  M. VERWILGHEN

BIJLAGE.
Art. N. Artikel 1. Definities.
  1. Risicozones : Artikel 68-7, § 1 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, zoals ingevoegd door artikel 3 van de wet van 21 mei 2003 tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, definieert risicozones als de plaatsen die aan terugkerende en belangrijke overstromingen blootgesteld werden of blootgesteld kunnen worden.
  Deze zones stemmen overeen met een hoog overstromingsrisico.
  2. Terugkeerperiode :
  De terugkeerperiode is de omgekeerde waarde van de jaarlijkse kans van optreden of overschrijden van een bepaalde gebeurtenis.
  Bijvoorbeeld, een gebeurtenis met een terugkeerperiode van 25 jaar betekent dat er een kans van 1 op 25 is dat een minstens even grote gebeurtenis zich het volgend jaar voordoet.
  De terugkeerperiode is een maat voor de herhaling.
  3. Belangrijkheid :
  De belangrijkheid van een overstroming wordt bepaald door de hoeveelheid water die overstroomt en dus vooral door hoe hoog (hoe diep) het overstroomde water op het terrein staat.
  4. Overstromingsrisico :
  Het overstromingsrisico wordt bepaald door de combinatie van twee criteria, namelijk de terugkeerperiode (mate van herhaling) en de belangrijkheid (overstromingsdiepte).
  Art. 2. Criteria voor de afbakening van de risicozones
  Een zone wordt als risicozone afgebakend als het overstromingsrisico hoog is, d.w.z. wanneer voldaan is aan de volgende twee criteria :
  1) Criterium van terugkeer :
  A. De terugkeerperiode van overstroming vanuit de zee of waterlopen is kleiner dan of gelijk aan 25 jaar.
  Voor waterlopen niet onderworpen aan het getij wordt de terugkeerperiode statistisch bepaald uit waargenomen (gemeten) of synthetische (berekende) debietgegevens.
  Voor de zee en voor waterlopen onderworpen aan het getij wordt de terugkeerperiode statistisch bepaald uit waargenomen of synthetische waterpeilgegevens.
  B. De terugkeerperiode van overloop of opstuwing van openbare rioleringen is kleiner dan of gelijk aan 25 jaar. De terugkeerperiode wordt statistisch bepaald uit waargenomen of synthetische neerslaggegevens met een tijdbasis van maximum 60 minuten.
  C. In andere gevallen of wanneer er geen waargenomen of synthetische gegevens (debieten, waterpeilen of neerslagen) beschikbaar zijn, wordt de terugkeerperiode bepaald op grond van het zich in de zone voordoen van meer dan twee overstromingen gedurende de laatste 10 jaar.
  2) Criterium van belangrijkheid :
  De diepte van de overstroming in de zone is minstens 30 cm.
  Art. 3. Kaarten van de risicozones
  De kaarten van de risicozones worden door de Gewesten aan de Koning overgemaakt op de uniforme schaal van 1:10.000.
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12oktober 2005 tot vaststelling van de criteria op basis waarvan de Gewesten hun voorstellen inzake de afbakening van de risicozones dienen te formuleren.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  M. VERWILGHEN.